ECLI:NL:OGHACMB:2020:323
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om tijdelijk verlof onder elektronisch toezicht in strafzaak
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 6 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een gedetineerde om tijdelijk verlof onder de voorwaarde van elektronisch toezicht. De verzoeker, die een gevangenisstraf van drie jaar ondergaat, had op 21 september 2020 een verzoek ingediend bij de Minister van Justitie om in aanmerking te komen voor dit verlof. De minister had dit verzoek echter afgewezen, waarop de advocaat van de verzoeker, mr. L.G. Da Costa Gomez, op 5 oktober 2020 een verzoekschrift indiende bij het Hof.
Tijdens de behandeling van het verzoek op 3 november 2020 in Curaçao, zijn de verzoeker, zijn advocaat en de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, gehoord. De advocaat voerde aan dat de minister ten onrechte had besloten tot afwijzing van het verlof, onder andere omdat er eerder een positief advies was gegeven over het verlof. De procureur-generaal concludeerde echter tot afwijzing van het verzoek, en het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het verzoek niet aan de voorwaarden voldeed zoals gesteld in de Beschikking elektronisch toezicht.
Het Hof oordeelde dat de verzoeker niet in aanmerking kwam voor verlof met elektronisch toezicht, omdat het strafrestant bij aanvang van de deelname aan het verlofprogramma korter was dan de vereiste minimumtermijn van één maand. Het verzoek werd derhalve afgewezen, en het Hof heeft geen verdere beoordeling van de argumenten van de verzoeker nodig geacht. De beschikking is op 6 november 2020 gegeven in Curaçao.