Uitspraak
Zaaknummer: H 189/2019
Vonnis
[Verdachte],
- verbeterde lezing van de bewezenverklaring van feit 2;
- vervanging van de bewijsoverweging;
- aanpassing van de overwegingen ten aanzien van de strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte;
- aanvulling van de strafmaatoverweging.
Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat de verdachte met een pistool twee kogels op het bovenlichaam en het hoofd van het slachtoffer [slachtoffer] heeft afgevuurd terwijl het slachtoffer naar de verdachte toeliep [1] . Naar het oordeel van het Hof is deze handelwijze naar de uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op de dood van het slachtoffer, dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de bedoeling heeft gehad het slachtoffer dood te schieten en mitsdien vol opzet op diens dood heeft gehad.”
Vast staat (…) bevond.”) wordt geschrapt. In de tweede alinea wordt dientengevolge het woord “
Hiernaast” vervangen door “
Ten eerste”. In de derde alinea wordt vervolgens het woord “
Ten slotte” vervangen door “
Ten tweede”.
Met betrekking tot het verweer van de verdediging dat het lichaam van het slachtoffer na het neerschieten moet zijn verplaatst, is het Hof van oordeel dat zulks niet aannemelijk is geworden. In geen van de afgelegde getuigenverklaringen wordt gesproken over verplaatsing van het lichaam en bovendien wordt verplaatsing weerlegd door het aangetroffen bloedbeeld. In het proces-verbaal van forensisch onderzoek van 9 april 2018 hebben de verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] gerelateerd: “Het onderzoek voortzettende zagen wij, verbalisanten, dat van een bloedsporenbeeld leidende naar of van de plaats alwaar het slachtoffer lag geen sprake was. Rondom het hoofd van het slachtoffer had zich een grote plas bloed gevormd, kennelijk afkomstig uit de verwondingen. Dit doordat het slachtoffer na het bekomen van de verwonding zich niet noemenswaardig had verplaatst.” Tot slot heeft het Hof ter terechtzitting in hoger beroep op foto 39, opgenomen in een aanvullend proces-verbaal van 18 februari 2019, waargenomen dat het bloed onder het hoofd van het slachtoffer, afkomstig uit de uitschotwond van diens hoofd, onverstoord is.Het verweer wordt verworpen.”
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
16 (zestien) jaren;