Uitspraak
Zaaknummer: H-6/19
Vonnis
[Verdachte],
:
(primair)
en/ of andere personenin
of omstreeksde periode van 6 september 2017 tot en met 30 september 2017 te Sint Maarten,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen
een hoeveelheid apparatuur, huishoudproducten en/ of levensmiddelen, althanseen hoeveelheid winkelgoederen,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan CostULess,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven plunderaars en/of andere personen en/ of diens mededader(s) en/ of aan verdachte,waarbij die onbekend gebleven
plunderaarspersonen en/ of diens mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/ of verbreking, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door voornoemde plunderaars en
/of andere personen en/ ofvoornoemde goederen al dan niet tegen betaling van en
/ofnaar de plaats van het misdrijf te vervoeren;
of omstreeksde periode van 6 september 2017 tot en met 30 september 2017 te Sint Maarten, een truck (Hyundai H-100, kenteken [kentekennummer]),
althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van
het verwerven ofhet voorhanden krijgen van dat goed wist of begreep,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
“mensen hadden gezien dat [verdachte] tijdens de storm met de truck had gereden”.Die waarnemingen van andere personen, opgetekend in de aangifte van [aangever], betreffen andere bronnen dan de verklaring van de verdachte zelf. Het Hof oordeelt dat de aangifte van [aangever] en de bekennende verklaring van de verdachte in de kern en op specifieke onderdelen steun in elkaar vinden en beide gebruikt kunnen worden voor het bewijs, zodat het bewijsminimum is gehaald. De later afgelegde ontkennende verklaring van de verdachte schuift het Hof terzijde, nu die verklaring, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, ongeloofwaardig is. Dat geen proces-verbaal van aanhouding is opgesteld, maakt een en ander niet anders en kan bovendien worden verklaard door de hectische periode na orkaan Irma en tijdens de plunderingen.
BESLISSING
3 (drie) maanden;
taakstraf, bestaande uit een werkstrafvoor de duur van
114 (honderdveertien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
57 (zevenenvijftig) dagen hechtenis.