Uitspraak
[Appellant 1],
[Appellante 2],
1.Verloop van de procedure
2.Ontvankelijkheid
3.Grieven
4.Beoordeling
/ Mortgagor[[Appellant 1], [Appellante 2] en Macarina, opm. Hof]
and the Bank have agreed that by these presents the rights of mortgage and pledge will be granted on the goods mentioned in this deed as security described in this deed.
, acting as aforementioned, declared that Mortgagor grants, in favor of the Bank, as security for the repayment of any and all amounts Debtor, whether or not under joint and several liability may owe to the Bank, (…), the right of mortgage and pledge on the goods mentioned at the end of this deed, hereinafter to be referred to as “collateral”, up to the amount to be mentioned hereinafter.”
Mortgageroptreedt. Alleen al uit deze passages, met name de woorden
declared that Mortgagor grants (…) the right of mortgage and pledgeblijkt reeds de titel voor de verhypothekering van de percelen, te weten de klaarblijkelijke afspraak tussen RBC, Daakva en [Appellant c.s.] dat laatstgenoemden hypotheek op hun litigieuze percelen zullen vestigen voor de schuld van Daakva aan RBC, welke afspraak overigens ook wordt bevestigd door de eigen stelling van [Appellant c.s.] (opgeworpen in het kader van het beroep op dwaling) dat RBC hen destijds heeft meegedeeld dat hun onroerende zaken slechts tot “subsidiairy security” zouden strekken en zouden worden vrijgegeven zodra US$ 482.000,- zou zijn afgelost op de lening, waaruit valt af te leiden dat er in ieder geval en detail over de hypotheekverlening is gesproken tussen RBC en [Appellant c.s.] Daarmee is voldaan aan het vereiste dat de akte de titel vermeldt (art. 3:89 lid 2 BW). De in de grieven verkondigde opvatting dat deze afspraak schriftelijk moet zijn aangegaan om een geldige titel te kunnen vormen, vindt geen steun in het recht. De door [Appellant c.s.] aangehaalde uitspraken van de Rechtbank Noord-Holland en het Gerechtshof Amsterdam hebben betrekking op onvergelijkbaar andere casus en doen in de onderhavige zaak geen opgeld. Het Hof is aan die uitspraken van lagere Nederlandse rechters ook niet gebonden. Voorts is de stelling van [Appellant c.s.] dat er iets anders is afgesproken dan blijkt uit de hypotheekakten, niet onderbouwd. Of de titel ook met de vereiste nauwkeurigheid in de akte is omschreven (3:89 lid 3 BW) kan dan in het midden blijven omdat het verzuim om dat te doen niet tot ongeldigheid van de vestiging van het hypotheekrecht of de vernietigbaarheid daarvan leidt.
“Minutes of the Board of Directors”van Macarina van 16 maart 1988, waarin staat:
“The Company will not recognize any oblgation purported to be made on its behalf without a written resolution authorising the same and executed by all directors”, ten betoge dat [Appellante 2] niet bevoegd was om Macarina te vertegenwoordigen zonder toestemming van [Appellant 1], mede ten gevolge waarvan de hypotheekakte aan nietigheid lijdt
.Dat betoog gaat niet op. De passage in de notulen sluit in de eerste plaats niet uit dat wel sprake was van bevoegde vertegenwoordiging bij het sluiten van de hypotheekakte. Verder is de bevoegdheidsbeperking in de notulen een interne regeling binnen Macarina die niet extern kenbaar is en daarom niet aan derden kan worden tegengeworpen. De als productie 24 bij de memorie van grieven ingebrachte statuten van Macarina bevatten zo’n bevoegdheidsbeperking niet. Artikel 88 daarvan, waarin staat:
“The business of the Company shall be managed by the directors”, houden, anders dan [Appellant c.s.] betogen, geen bevoegdheidsbeperking in. De omstandigheid dat in deze bepaling het woord
directorsin meervoud is gebruikt betekent niet dat zij uitsluitend tezamen kunnen optreden. Dit volgt ook uit de definitions onder 2 van de statuten:
“the Directors - means the persons for the time being occupying the positions of directors or any of them by whatever name called.”En artikel 90, waarop RBC heeft gewezen, luidend:
“The directors may exercise all the powers of the company to (…) mortgage or charge its undertaking, property and uncalled capital, or any part thereof, (…) as security for any debt, liability or obligation of the company or any third party”, wijst veeleer op het tegendeel van enige bevoegdheidsbeperking. Ten slotte komt aan de omstandigheid dat in de hypotheekakte
directors(meervoud) is gebruikt in plaats van
director(enkelvoud) geen betekenis toe; dat moet voor een typefout worden gehouden. De aldus onvoldoende onderbouwde stellingen omtrent de bevoegdheid, doen niets af aan de dwingende bewijskracht van de overweging omtrent de bevoegde vertegenwoordiging van Macarina in de hypotheekakte. Aan de levering van tegenbewijs wordt derhalve - omdat de stellingen van [Appellant c.s.] tekortschieten - niet toegekomen.