ECLI:NL:OGHACMB:2020:256

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 november 2020
Publicatiedatum
18 november 2020
Zaaknummer
SXM2019H00078, SXM2019H00080 en SXM2019H00081
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van premieloon voor heffing van premie op grond van de Landsverordening ongevallenverzekering en de Landsverordening ziekteverzekering

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van het premieloon voor de heffing van premie op grond van de Landsverordening ongevallenverzekering (LOV) en de Landsverordening ziekteverzekering (LZV). De zaak betreft een geschil tussen Sint Maarten Resort Hotel & Casino N.V. (SMRHC) en het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekering (USZV). SMRHC had bezwaar gemaakt tegen aanslagen die door USZV waren opgelegd op basis van een looncontrole over de jaren 2012, 2013 en 2014. De centrale vraag was of bepaalde vergoedingen, zoals maaltijdvergoedingen en de Christmas Bonus, als onderdeel van het loon moesten worden aangemerkt voor de premieheffing.

Het Hof oordeelde dat vergoedingen voor maaltijden die een werknemer nuttigt op een dag waarop hij niet langer dan gebruikelijk zijn werkzaamheden verricht, geen verwervingskosten zijn en dus onderdeel van het loon vormen. Daarnaast werd vastgesteld dat de Christmas Bonus niet was aangetoond als een vergoeding voor een boven het normale liggende arbeidsprestatie, waardoor deze ook terecht als onderdeel van het loon werd meegenomen. Het Hof bevestigde de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, waarin de bezwaren van SMRHC ongegrond waren verklaard. Het hoger beroep van SMRHC werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak benadrukt de definitie van loon zoals vastgelegd in de relevante landsverordeningen en de voorwaarden waaronder vergoedingen al dan niet tot het loon worden gerekend. Het Hof heeft de argumenten van SMRHC verworpen en de eerdere beslissing van het Gerecht bevestigd, waarmee de aanslagen van USZV in stand blijven.

Uitspraak

SXM2019H00078, SXM2019H00080 en SXM2019H00081
Datum uitspraak: 18 november 2020
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
Sint Maarten Resort Hotel & Casino N.V. (hierna: SMRHC), gevestigd in Sint Maarten,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 27 mei 2019 in zaaknummers SXM201801391, SXM201801392 en SXM201801393, in het geding tussen:
SMRHC
en
het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekering (hierna: USZV)
Procesverloop
Bij beschikkingen van 29 juni 2016 heeft USZV aan SMRHC aanslagen premie ongevallenverzekering en ziekteverzekering opgelegd.
Bij beschikkingen van 17 september 2018 heeft USZV de door SMRHC daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 mei 2019 (hierna: de aangevallen uitspraak) heeft het Gerecht de door SMRHC daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen de aangevallen uitspraak heeft SMRHC hoger beroep ingesteld.
USZV heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 augustus 2020, waar SMRHC, vertegenwoordigd door mr. G.J. Bergman, en USZV, vertegenwoordigd door mr. D.C. Daal en R. Richardson, zijn verschenen.
Overwegingen
De wetsartikelen die in deze zaak van belang zijn, zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
USZV heeft over de periode 2010 tot en met juli 2015 een looncontrole gedaan bij SMRHC ter bepaling van de loonsommen voor de heffing van premie voor de ongevallenverzekering en de ziekteverzekering. Hiervan is een rapport opgemaakt, gedateerd 6 juni 2016 (hierna: het rapport). Op basis van het rapport heeft USZV op grond van artikel 8c van de Landsverordening ongevallenverzekering (hierna: de LOV) en artikel 8d van de Landsverordening ziekteverzekering (hierna: de LZV) aan SMRHC aanslagen over de jaren 2012, 2013 en 2014 opgelegd.
SMRHC kan zich niet verenigen met de aangevallen uitspraak. Ter zitting van het Hof heeft SMRHC de hogerberoepsgronden beperkt tot de maaltijdvergoedingen en de “Christmas Bonus”.
SMRHC betoogt over het betrekken van de maaltijdvergoedingen bij het bepalen van het premieloon in het kader van de LZV, dat in artikel 1 van de LZV is opgenomen dat hetgeen op grond van artikel 6, derde lid, onderdelen d tot en met h, van de Landsverordening op de loonbelasting (hierna: de LLB) niet tot het loon wordt gerekend, ook voor de LZV niet tot het loon wordt gerekend. Volgens SMRHC vallen aan werknemers verstrekte maaltijdvergoedingen daar onder. Voorts wijst SMRHC erop dat deze kosten voor de inkomstenbelasting (eveneens) mogen worden afgetrokken.
4.1 In artikel 1 van zowel de LOV als de LVZ is bepaald dat onder loon wordt verstaan: elke uitkering in welke vorm ook die de werknemer als vergoeding voor zijn arbeid ten laste van zijn werkgever geniet, alsook ontvangsten van derden, die van invloed zijn op de voorwaarden van de arbeidsovereenkomst. In artikel 1 van de LZV is, anders dan in de LOV, voorts bepaald dat van het loonbegrip is uitgezonderd hetgeen ingevolge artikel 6, derde lid, onderdelen d tot en met h, van de LLB niet tot het loon wordt gerekend. Uit artikel 6, derde lid, onderdeel f, van de LLB volgt dat tot het loon niet worden gerekend vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van kosten tot verwerving van het loon, met uitzondering van posten als bedoeld in artikel 9C, eerste lid, met uitzondering van onderdeel h, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting (hierna: de LIB). De posten, bedoeld in artikel 9C, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de LIB worden daarmee dus niet tot het loon gerekend; in onderdeel h zijn onder meer voedsel en drank opgenomen. Gelet op de bewoordingen van artikel 6, derde lid, onderdeel f, van de LLB, moet het daarbij echter wel gaan om kosten die strekken tot verwerving van het loon. De aard van de overige posten, bedoeld in artikel 9C, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de LIB, wijst daar ook op. Het betoog van SMRHC ziet hieraan voorbij. Het Hof is vervolgens van oordeel dat kosten gemaakt voor voeding en dranken in het algemeen behoren tot de sfeer van de inkomensbesteding en dat een tegemoetkoming van de werkgever in die kosten in beginsel niet kan worden aangemerkt als te strekken tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Vergoedingen voor maaltijden die een werknemer nuttigt op een dag waarop hij niet langer dan gebruikelijk zijn werkzaamheden verricht, zoals de door SMRHC aan haar werknemers verstrekte maaltijdvergoedingen, zijn daarom geen verwervingskosten en zijn daarmee - in tegenstelling tot bijvoorbeeld maaltijdkosten als gevolg van overwerk - onderdeel van het loon. Het Hof vindt voor dit oordeel (ook) steun in artikel 1, aanhef en onder a, b en c, van het Landsbesluit Ziekteverzekering inzake waardering kost en inwoning (P.B. 1976-228). Het betoog faalt.
5. SMRHC voert aan dat het Gerecht ten onrechte heeft overwogen dat de Christmas Bonus niet van de heffing van premie is vrijgesteld. SMRHC wijst erop dat uit haar salarisadministratie duidelijk het bonusbedrag per werknemer blijkt en dat USZV de aard van de vergoeding niet heeft betwist op basis van de salarisadministratie die tijdens de looncontrole beschikbaar is gesteld. Volgens SMRHC rust op USZV de last te bewijzen dat de bonusbedragen, ondanks de daaraan ten grondslag liggende administratieve gegevens, toch behoren tot het premieloon. Volgens SMRHC had het Gerecht moeten overwegen dat USZV onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat de Christmas Bonus behoort tot het premieloon.
5.1. In artikel 1 van zowel de LOV als de LZV is bepaald dat van het loonbegrip is uitgezonderd een vergoeding die bij uitzondering wordt gegeven voor het verrichten van een boven het normale liggende arbeidsprestatie. Ter zitting van het Hof heeft USVZ gesteld dat alle werknemers met een contract een bedrag ontvangen hebben, waarbij de bedragen per persoon verschillen. Omdat de vergoeding aan alle werknemers met een contract is uitgekeerd en omdat de benaming van de bonus suggereert dat het om een eindejaarsuitkering gaat, is er volgens USZV geen aanleiding om aan te nemen dat de bonus alleen bij uitzondering is toegekend in geval van een boven het normale liggende arbeidsprestatie. SMRHC heeft dit niet gemotiveerd betwist en heeft niet nader toegelicht waarom de vergoedingen (wel) zouden moeten worden gebracht onder deze uitzondering. Dat, zoals SMRHC ter zitting van het Hof naar voren heeft gebracht, de uitgekeerde bedragen wisselend in omvang zijn en dat in slechte jaren geen Christmas Bonus wordt uitgekeerd, is in dit kader onvoldoende aangezien daarmee (juist) niet aannemelijk is gemaakt dat de toelage afhankelijk is van de arbeidsprestatie van een individuele werknemer. Het betoog faalt.
6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Saleh, voorzitter, en mr. T.G.M. Simons en mr. B.J. van Ettekoven, leden, in tegenwoordigheid van
mr. C.F. Donner-Haan, griffier.
w.g. Saleh
voorzitter
w.g. Donner-Haan
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 november 2020
BIJLAGE

Landsverordening Ongevallenverzekering

Artikel 1
In deze landsverordening wordt verstaan onder:
[…]
- werknemer: een ieder die voor een werkgever in dienstverband of persoonlijk in aangenomen werk arbeid verricht, behalve:
· voor wat degene betreft, die persoonlijk in aangenomen werk arbeid verricht: indien hij zelf door de Bank als werkgever, is aangemerkt;
[…]
- loon: elke uitkering in welke vorm ook die de werknemer als vergoeding voor zijn arbeid ten laste van zijn werkgever geniet, alsmede ontvangsten van derden, die van invloed zijn op de voorwaarden van de arbeidsovereenkomst, behalve:
· vergoeding voor het verrichten van overwerk in de zin van de Arbeidsregeling;
[…]
· vergoeding boven het normale loon voor het tijdelijk verrichten van andere dan de normale arbeid, waartoe hij ingevolge arbeidsovereenkomst met zijn werkgever verplicht is;
· vergoeding die bij uitzondering wordt gegeven voor het verrichten van een boven het normale liggende arbeidsprestatie;
[…]

Landsverordening Ziekteverzekering

Artikel 1
In deze landsverordening wordt verstaan onder:
[…]
- werknemer: een ieder die voor een werkgever in dienstverband of persoonlijk in aangenomen werk arbeid verricht, behalve:
[…]
losse werknemers, waaronder wordt verstaan werknemers die als regel geen 12 achtereenvolgende dagen, niet meegerekend zondagen en feestdagen als bedoeld in de Arbeidsregeling, in dienst van de werkgever zijn;
[…]
- loon: elke uitkering in welke vorm ook die de werknemer als vergoeding voor zijn arbeid ten laste van zijn werkgever geniet, alsook ontvangsten van derden, die van invloed zijn op de voorwaarden van de arbeidsovereenkomst, behalve:
vergoeding voor het verrichten overwerk in de zin van de Arbeidsregeling;
[…]
· vergoeding boven het normale loon voor het tijdelijk verrichten van andere dan de normale arbeid, waartoe hij ingevolge arbeidsovereenkomst met zijn werkgever verplicht is;
· vergoeding die bij uitzondering wordt gegeven voor het verrichten van een boven het normale liggende arbeidsprestatie;
· hetgeen ingevolge artikel 6, derde lid, onderdelen d tot en met h, van de LLB niet tot het loon wordt gerekend;
[…]

Landsverordening op de loonbelasting

Artikel 6
[…]
3. Tot het loon wordt niet gerekend:
[…]
d. de verplichte bijdragen van de werkgever voor pensioenen en aan pensioenfondsen;
e. de door de werkgever ten behoeve van de werknemer gemaakte kosten in verband met geneeskundige behandeling en verpleging, alsmede de aanspraken van de werknemer op vrije geneeskundige behandeling en verpleging en op tegemoetkoming in ziektekosten;
f. vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van kosten tot verwerving van het loon, behoudens ter zake van:
1˚. posten als bedoeld in artikel 9C, eerste lid, met uitzondering van onderdeel h, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting;
[…]

Landsverordening op de inkomstenbelasting

Artikel 9C
1. Op de opbrengst uit arbeid, bedrijf en beroep, komen niet in mindering de in artikel 9, eerste lid, bedoelde kosten welke verband houden met de volgende posten:
[…]
d. kleding, met uitzondering van werkkleding;
[…]
h. voedsel, drank en genotsmiddelen, representatie – daaronder begrepen recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak alsmede excursies, studiereizen en dergelijke; een en ander met inbegrip van de desbetreffende reizen en het desbetreffende verblijf;
[…]