Uitspraak
10 januari 2020 in zaak nr. CUR201900021 in het geding tussen:
Procesverloop
Overwegingen
21 februari 2020 niet uiteengezet, met welke overwegingen in de aangevallen uitspraak hij zich niet kan verenigen en waarom dat zo is. Aldus heeft hij niet de gronden vermeld, waarop het hoger beroep berust en niet aan het bij artikel 15, vijfde lid, aanhef en onder c, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: Lar), gelezen in verbinding met artikel 77, eerste lid, voor het instellen van hoger beroep gestelde vereiste voldaan. (De gemachtigde van) appellant is op dit verzuim gewezen en hij is tot en met 24 augustus 2020 in de gelegenheid gesteld het te herstellen. Bij brief en e-mailbericht van 21 september 2020 is deze termijn tot en met
12 oktober 2020 verlengd. (De gemachtigde van) appellant heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken.
Lettend op artikel 22, tweede lid, gelezen in samenhang met artikel 79, eerste en vierde lid, van de Lar, ziet de voorzitter hierin aanleiding het hoger beroep, zonder behandeling ervan ter zitting, niet-ontvankelijk te verklaren.