ECLI:NL:OGHACMB:2020:21
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake pensioenverdeling en onroerende zaken tussen man en vrouw
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep inzake de verdeling van pensioen en onroerende zaken tussen een man en een vrouw, die beiden in Curaçao wonen. De man, oorspronkelijk gedaagde en thans appellant, wordt vertegenwoordigd door mr. O.A. Martina, terwijl de vrouw, oorspronkelijk eiseres en thans geïntimeerde, wordt bijgestaan door mr. M.N. Meyer. De procedure is voortgevloeid uit een tussenvonnis van 9 april 2019, waarin het Hof al enkele vragen had gesteld aan de partijen. De man heeft in zijn akte van 20 augustus 2019 gereageerd op de stellingen van de vrouw, die beweert dat de onroerende zaak waarin zij deelgenoot is, weinig waarde heeft. Het Hof heeft de man opgedragen om bepaalde producties te overleggen en heeft vragen geformuleerd over de eigendomsverhoudingen van de onroerende zaken en de pensioenverdeling. Het Hof heeft ook aandacht besteed aan de waarde van de onroerende zaken en de pensioenuitkeringen, en heeft de man opgedragen om een lastenstaat over te leggen. De zaak is complex en er zijn verschillende juridische vragen die beantwoord moeten worden, waaronder de eigendomsverhoudingen en de waarde van de pensioenuitkeringen. Het Hof heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en dringt aan op nauwkeurige gegevens van beide partijen.