ECLI:NL:OGHACMB:2020:193

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 juli 2020
Publicatiedatum
5 augustus 2020
Zaaknummer
AUA2019H00044
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling omgangsregeling tussen ouders na scheiding met betrekking tot minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om de vaststelling van een omgangsregeling tussen de vader en het kind, geboren in 2016. De moeder, oorspronkelijk verweerster en thans appellante, verzet zich niet tegen een omgangsregeling, maar vindt de eerder vastgestelde regeling te ingrijpend voor de minderjarige, gezien zijn jeugdige leeftijd en gezondheidsproblemen zoals astma. De vader, oorspronkelijk verzoeker en thans geïntimeerde, heeft een voorstel gedaan voor de omgangsregeling, dat door de Voogdijraad is beoordeeld.

De procedure is gestart met een deelbeschikking van het Hof op 27 augustus 2019, waarna een rapport van de Voogdijraad op 17 maart 2020 is uitgebracht. Beide partijen hebben op 9 juni 2020 een akte uitlating genomen. Het Hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de omgangsregeling moet worden vastgesteld conform het voorstel van de vader, met enkele aanpassingen. De moeder heeft haar eigen voorstel gedaan, maar het Hof heeft gekozen voor een regeling die rekening houdt met de behoeften van het kind en de praktische mogelijkheden van de vader.

De uiteindelijke beslissing van het Hof houdt in dat de omgangsregeling als volgt is vastgesteld: de vader zal het kind elke maandag en woensdag van 4:00 tot 6:00 uur p.m. ophalen en afzetten bij de oppas, en twee keer per maand op zaterdag van 4:00 tot 6:00 uur p.m. thuis ophalen en daar weer afzetten. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is uitgesproken op 28 juli 2020.

Uitspraak

BURGERLIJKE ZAKEN 2020
Registratienummers: EJ 1767/2017 AUA201702061 AUA2019H00044
Uitspraak: 28 juli 2020
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Appellante],
wonende in Aruba,
oorspronkelijk verweerster,
thans appellante,
gemachtigde mr. C.J. Hart,
tegen
[Geïntimeerde],
wonende in Aruba,
oorspronkelijk verzoeker,
thans geïntimeerde,
gemachtigde mr. Z.N.J. Laclé.
Partijen worden hierna de moeder en de vader genoemd.
De moeder en de vader zijn de ouders van:
[Naam 1],
geboren op [geboortedatum] 2016 te Aruba,
hierna te noemen: het kind.

1.1. Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Voor het verloop tot dan toe verwijst het Hof naar zijn deelbeschikking van 27 augustus 2019.
1.2.
Het door het Hof in deze deelbeschikking verzochte rapport van de Voogdijraad is op 17 maart 2020 uitgebracht.
1.3.
Op 9 juni 2020 hebben beide partijen een akte uitlating genomen.
1.4.
Beschikking is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het gaat thans nog enkel over de vaststelling van een omgangsregeling tussen vader en kind. De moeder verzet zich niet tegen een vaststelling, maar vindt de in eerste aanleg vastgestelde regeling te ingrijpend voor de minderjarige vanwege zijn jeugdige leeftijd en zijn gezondheidsproblemen (astma).
2.2.
In het rapport van de Voogdijraad is op p.7 vermeld:
Op de vraag welke omgangsregeling wel voor moeder redelijk en haalbaar is stelde zij het volgende voor:
-2 dagen in de week van 2:00 tot 6:00 uur p.m.
-op de door vader voorgestelde vrije woensdag, liever niet of ook hooguit van 2:00 tot 6:00uur p.m.
-en helemaal niet op zondagen.
2.3.
Wat betreft de vader vermeldt het rapport, p. 3:
Elke week op woensdag is zijn vaste vrije dag, en een keer in de maand ook op een zondag.
Gezien zijn werkrooster is vader voorstel als volgt voor een mogelijke omgangsregeling:
-Maandag, donderdag en zaterdag: 4:00 tot 6:00 p.m.
-Elke week op woensdag: van 2:00 tot 6:00 p.m.
-Een keer per maand op zondag: vanaf 11:00 tot 6:00 p.m.
2.4.
De Voogdijraad concludeert tot vaststelling van een omgangsregeling conform het voorstel van de vader, met als motivering:

11.Conclusie

Door de onderlinge spanningen en ook door praktische belemmeringen zoals de onregelmatige werktijden van vader lukte het voorheen niet om een goede omgangsregeling af te spreken. Vader heeft nu een andere baan met meer gestructureerde vaste werktijden. Vandaar dat zijn nu aangeboden voorstelling redelijk genoeg is voor een deugdelijke omgangsregeling zonder enige noemenswaardige belemmeringen.
Aangezien moeder zo min mogelijk contact met vader wil hebben zou hij de minderjarige den bij de oppas, of later de crèche kunnen ophalen en hem daar weer terugbrengen zodat moeder hem daar zoals gebruikelijk na haar werk kan ophalen.
2.5.
De vader sluit zich in zijn akte uitlating van 9 juni 2020 aan bij het advies van de Voogdijraad en verzoekt tevens uitvoerbaarheid bij voorraad en versterking met dwangsom van de vast te stellen omgangsregeling.
2.6.
De moeder daarentegen klaagt dat de Voogdijraad klakkeloos “copy/paste” zich heeft gebaseerd op de mogelijkheden van de vader, zonder rekening te houden met haar voorstel. De moeder stelt voor, zodra de corona-crisis voorbij is:
Elke woensdag van 2:00 uur tot 6:00 uur PM
Twee keer per maand op zaterdag van 4:00 uur tot 6:00 uur PM.
2.7.
Het Hof kiest voor tweemaal in de week (zie voogdijrapport, p. 2: Visie moeder), maar wat korter: van 4:00 – 6:00 uur p.m., waarbij de vader het kind haalt en brengt bij de oppas, en wat betreft de zaterdag overeenkomstig het voorstel van de moeder.
2.8.
Het Hof ziet vooralsnog geen reden voor een versterking met een dwangsom. Uitgangspunt heeft te zijn dat de moeder verplicht is de door de rechter vastgestelde omgangsregeling na te komen. Het Hof gaat ervan uit dat zij - in het belang van het kind - ook bereid is tot het onverkort nakomen daarvan.
2.9.
Gelet op de aard van de verbroken relatie tussen partijen worden de kosten gecompenseerd.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
- vernietigt de beschikking waarvan beroep, voor zover daarin een omgangsregeling is vastgesteld, en in zoverre opnieuw rechtdoende:
- stelt de volgende omgangsregeling tussen de vader en het kind vast:
 elke maandag van 4:00 uur tot 6:00 uur, waarbij de vader het kind haalt en afzet bij de oppas;
 elke woensdag van 4:00 uur tot 6:00 uur p.m., waarbij de vader het kind haalt en afzet bij de oppas; en
 twee keer per maand op zaterdag van 4:00 uur tot 6:00 uur p.m., waarbij de vader het kind thuis ophaalt en daar weer afzet. ;
- verklaart deze omgangsregeling uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de kosten van deze procedure aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.B. van den Enden, F.W.J. Meijer en
J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 28 juli 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.