ECLI:NL:OGHACMB:2020:184
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.M. van der Bunt
- M.W. Scholte
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ongmeerderjarige alimentatie tussen vader en dochter
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader, die in Saoudi-Arabië woont, tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De beschikking, gedateerd 27 augustus 2019, verplichtte de vader om Afl. 750,- per maand te betalen aan zijn jongmeerderjarige dochter ter voorziening in haar levensonderhoud en studie. De vader heeft in zijn beroepschrift, ingekomen op 13 november 2019, aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de beschikking en dat deze niet betekend was. Hij heeft verzocht de beschikking te vernietigen en het verzoek van de dochter af te wijzen, met veroordeling van haar in de kosten van de procedure.
Tijdens de procedure is vastgesteld dat de vader pas op 12 oktober 2019 op de hoogte was van de beschikking, terwijl de dochter stelt dat hij al op 10 oktober 2019 op de hoogte was. Het Hof oordeelt dat de vader ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat hij tijdig het beroepschrift heeft ingediend. De dochter heeft geen toelating nodig om kosteloos in hoger beroep te procederen.
Het Hof heeft de financiële situatie van beide partijen beoordeeld. De vader heeft een maandelijks inkomen van ten minste Afl. 9.500,- en de moeder van ca. Afl. 3.500,-. De dochter heeft haar maandelijkse behoeften berekend op Afl. 1.122,92. Het Hof oordeelt dat de bestreden beschikking moet worden bevestigd, en compenseert de kosten van het hoger beroep, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven op 28 juli 2020 in Curaçao.