ECLI:NL:OGHACMB:2020:170
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S.A. Carmelia
- M.B. van den Enden
- Th. Veling
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de toewijzing van een vordering en de vraag naar het belang van de appellant
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap [appellante], gevestigd in Aruba, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, gedateerd 31 oktober 2018. In de hoofdzaak was [appellante] oorspronkelijk gedaagde en Sandberg Enterprises LLC de eiseres. [appellante] heeft in haar memorie van grieven drie grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van het vonnis en afwijzing van de vordering van Sandberg, met veroordeling van Sandberg in de proceskosten. Sandberg heeft hierop gereageerd met een memorie van antwoord en geconcludeerd tot bevestiging van het vonnis.
Het Hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep tijdig is ingediend en dat [appellante] ontvankelijk is. Het Gerecht had in het bestreden vonnis zowel in de hoofdzaak als in een vrijwaringszaak beslist. In de hoofdzaak was [appellante] veroordeeld tot betaling aan Sandberg van Afl. 95.230,- minus USD 750,-, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Sandberg heeft gesteld dat [appellante] volledig is gecompenseerd door betalingen van CB Cas Bon Construction N.V. aan Sandberg, wat door [appellante] niet is betwist.
Het Hof concludeert dat [appellante] onvoldoende belang heeft bij de appelprocedure, aangezien alle verschuldigde bedragen door Cas Bon zijn voldaan. Het Hof oordeelt dat er geen rechtsmiddel is ingesteld door Southwest c.s. tegen het vonnis in de vrijwaringsprocedure, waardoor [appellante] geen rechtens te respecteren belang heeft. Het emotionele belang dat [appellante] aanvoert, is niet voldoende voor het instellen van hoger beroep. Het Hof bevestigt daarom het bestreden vonnis en veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep.