ECLI:NL:OGHACMB:2020:118
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake consumentenkrediet met APR hoger dan 27% en rechtsverwerking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [Appellant] tegen de naamloze vennootschap ISLAND FINANCE ARUBA N.V. (IFA) betreffende een consumentenkrediet. De procedure is gestart met een akte van appel op 2 november 2016, waarin [Appellant] grieven heeft aangevoerd tegen eerdere vonnissen van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De kern van het geschil betreft de hoogte van de rente die IFA in rekening brengt, die volgens [Appellant] hoger is dan de wettelijk toegestane 27% APR. Het Hof heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen een APR bevat die mogelijk strijdig is met de Arubaanse goede zeden en openbare orde, en dat een APR boven de 27% nietig kan zijn. Het Hof heeft IFA opgedragen om te berekenen welk bedrag [Appellant] verschuldigd zou zijn bij een APR van 27%. De zaak is verwezen naar de rol van 9 juni 2020 voor verdere uitlating door IFA. Het Hof heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat de uiteindelijke uitspraak nog niet is gedaan. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot consumentenkredieten en de geldigheid van rentepercentages die boven de wettelijke limiet liggen.