ECLI:NL:OGHACMB:2020:117
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake consumentenkrediet met een APR hoger dan 27%
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. IFA heeft in hoger beroep gesteld dat het vonnis van 6 september 2017, waarin de door haar bedongen rente van 27,25% per jaar als nietig werd verklaard, onterecht is. De zaak betreft een overeenkomst van verbruikleen die op 22 februari 2012 is aangegaan, waarbij IFA een lening heeft verstrekt aan de geïntimeerde. De geïntimeerde heeft betwist dat de rente die IFA in rekening bracht, rechtmatig was, en heeft om een correctie van de lening gevraagd. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de rente boven de 18% nietig is wegens strijd met de goede zeden en heeft IFA opgedragen een nieuwe berekening te maken op basis van het maximaal geoorloofde percentage van 18%. IFA heeft in hoger beroep de grieven tegen dit oordeel aangevoerd, stellende dat de bedongen rente nietig is, maar dat een APR van meer dan 27% nietig is op grond van de Arubaanse wetgeving. Het Hof heeft geoordeeld dat de bedongen rente inderdaad nietig is, maar dat er onvoldoende argumenten zijn voor een lager percentage van 18%. Het Hof heeft IFA opgedragen om een berekening te overleggen van de maandbedragen die de geïntimeerde had moeten betalen indien een maximum APR van 27% was gerespecteerd. De zaak is verwezen naar de rol van 9 juni 2020 voor akte uitlating door IFA.