ECLI:NL:OGHACMB:2019:55

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
2 mei 2019
Publicatiedatum
6 juni 2019
Zaaknummer
500.00506/16 H-63/2018
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake schending ambtsgeheim en aanvaarden van een gift door een ambtenaar

Op 2 mei 2019 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht van Curaçao, dat op 9 maart 2018 was gewezen. De verdachte, die in eerste instantie deels was vrijgesproken, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.

Tijdens de zitting heeft het Hof kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd, en van de argumenten van de raadsman, mr. J.B.S. Loth, die pleitte voor vrijspraak. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd, maar met enkele aanpassingen in de bewijsmiddelen en de kwalificatie van de feiten.

Het Hof heeft overwogen dat de stelling van de raadsman over een geknipt tapgesprek geen steun vond in het dossier. De verklaringen van getuigen bevestigden niet de lezing van de verdachte over de reparatie van auto’s op Bonaire. Het Hof heeft de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit aangepast en de strafmotivering verduidelijkt. De beslissing van het Hof houdt in dat de verdachte verantwoordelijk wordt gehouden voor het schenden van ambtsgeheimen, wat heeft geleid tot ernstige gevolgen, hoewel niet alle gevolgen aan de verdachte kunnen worden toegerekend.

De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is op 2 mei 2019 openbaar gemaakt. Het vonnis is ondertekend door de leden van het Hof, met uitzondering van mr. H. de Doelder, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

Zaaknummer: H-63/2018

Parketnummer: 500.00506/16
Uitspraak: 2 mei 2019 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht van Curaçao (hierna: Gerecht), van 9 maart 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder 1 ten laste gelegde deels vrijgesproken en ter zake van het onder 1 (overig) en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. J.B.S. Loth, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, omdat het Hof zich daarmee verenigt, met dien verstande:
- met weglating van de hierna te vermelden zinsnede uit de tekst van bewijsmiddel 3,
- onder aanvulling van de bewijsoverweging,
- met verbetering van de kwalificatie,
- onder aanvulling van de toepasselijke wettelijke voorschriften met artikel 1:62 van het Wetboek van Strafrecht;
- onder vervanging van de hierna te vermelden zinsnede uit de tekst van de strafmotivering.
Bewijsmiddel
De zinsnede die wordt weggelaten luidt als volgt:
Hij weet nu hoe het moet gaan met de kustwacht en boten. Dus niet met hoge snelheid naar de kust toe varen, maar doen alsof je een visser bent en rustig varen. Ik heb de telefoon aangenomen en gezegd, rustig maar het komt goed.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft in hoger beroep aangevoerd dat het tapgesprek van 28 augustus 2016 tussen de verdachte en [medeverdachte] over de reparatie van auto’s op Bonaire ging. [getuige1] en [getuige2] zouden deze werkzaamheden samen met de verdachte op Bonaire gaan verrichten. In de ter beschikking gestelde versie van het tapgesprek, waar een en ander uit zou moeten blijken, is kennelijk geknipt, aldus de raadsman, aangezien deze volgens de verdachte niet de gehele tekst van het gesprek zou bevatten.
Het Hof overweegt als volgt.
Het tapgesprek
De stelling van de raadsman dat in het tapgesprek van 28 augustus 2016 is geknipt, vindt geen steun in het dossier. Ook overigens zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd die het Hof aanleiding geven te twijfelen aan de volledigheid van het ter beschikking gestelde tapgesprek. Het verweer wordt daarom verworpen.
De reparatie van auto’s op Bonaire
De voorgespiegelde lezing van de verdachte wordt noch door de getuige [getuige1] noch door de getuige [getuige2] bevestigd. Zij hebben beiden, in tegenstelling tot wat de verdachte het Hof wil doen geloven, verklaard dat zij weleens met de verdachte hebben gesproken over de reparatie van auto’s op Bonaire, maar dat dit niet is geconcretiseerd. Nu ook overigens van een concreet samenwerkingsverband tussen de verdachte, [getuige2] en [getuige1] met betrekking tot het verrichten van reparatiewerkzaamheden op Bonaire niet is gebleken, wordt ook dit verweer verworpen.
Kwalificatie
Het Hof verbetert de kwalificatie van het onder 2 bewezenverklaarde met dien verstande dat in plaats van “opzettelijk enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van ambt verplicht is het te bewaren, schenden” gelezen dient te worden “opzettelijk enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van ambt verplicht is het te bewaren, schenden, meermalen gepleegd”.
Strafmotivering
De zinsnede “voorts is aannemelijk dat zijn handelen de ongemoeide overtocht van de handlangers van [medeverdachte] naar Bonaire heeft bevorderd. Die overtocht heeft geleid tot een gewelddadige gewapende overval en de dood van een medewerker van het Korps Politie Caribisch Nederland”, wordt vervangen door de zinsnede “het Hof rekent het de verdachte ten slotte aan dat mede door zijn handelen het mogelijk is geworden dat er drugs, wapens en personen naar Bonaire zijn gesmokkeld. Dat dit vervolgens heeft geleid tot een gewelddadige gewapende overval en de dood van een medewerker van het Korps Politie Caribisch Nederland zal de verdachte niet worden aangerekend, aangezien deze schokkende gebeurtenissen in een te ver verwijderd verband staan met wat voor de verdachte nog voorzienbaar moet zijn geweest”.

BESLISSING

Het Hof:
bevestigt het vonnis van het Gerecht met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. D. Radder, M.C.B. Hubben en H. de Doelder, leden van het Hof, bijgestaan door mr. M.D.M. Connor, (zittings)griffier, en op 2 mei 2019 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.
mr. H. de Doelder is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
uitspraakgriffier: