ECLI:NL:OGHACMB:2019:55
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- D. Radder
- M.C.B. Hubben
- H. de Doelder
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake schending ambtsgeheim en aanvaarden van een gift door een ambtenaar
Op 2 mei 2019 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht van Curaçao, dat op 9 maart 2018 was gewezen. De verdachte, die in eerste instantie deels was vrijgesproken, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.
Tijdens de zitting heeft het Hof kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd, en van de argumenten van de raadsman, mr. J.B.S. Loth, die pleitte voor vrijspraak. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd, maar met enkele aanpassingen in de bewijsmiddelen en de kwalificatie van de feiten.
Het Hof heeft overwogen dat de stelling van de raadsman over een geknipt tapgesprek geen steun vond in het dossier. De verklaringen van getuigen bevestigden niet de lezing van de verdachte over de reparatie van auto’s op Bonaire. Het Hof heeft de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit aangepast en de strafmotivering verduidelijkt. De beslissing van het Hof houdt in dat de verdachte verantwoordelijk wordt gehouden voor het schenden van ambtsgeheimen, wat heeft geleid tot ernstige gevolgen, hoewel niet alle gevolgen aan de verdachte kunnen worden toegerekend.
De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is op 2 mei 2019 openbaar gemaakt. Het vonnis is ondertekend door de leden van het Hof, met uitzondering van mr. H. de Doelder, die buiten staat was om te ondertekenen.