ECLI:NL:OGHACMB:2019:231
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- E.M. van der Bunt
- M.B. van den Enden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding na kennelijk onredelijk ontslag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) van 18 juni 2019, waarin een schadevergoeding van Afl. 11.500,- (bruto) werd toegekend na een kennelijk onredelijk ontslag. [appellante] heeft op 17 juli 2019 hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om de beschikking te vernietigen en een schadevergoeding van ten minste zes maanden salaris toe te kennen. Het Land Aruba, als geïntimeerde, heeft geen verweerschrift ingediend.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 oktober 2019 heeft [appellante] haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat het GEA onvoldoende rekening had gehouden met haar leeftijd en de duur van haar dienstverband. Het GEA had in zijn beschikking overwogen dat het voor [appellante] duidelijk was dat haar arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was en dat de hoogte van de schadevergoeding in overeenstemming was met de omstandigheden van de zaak.
Het Hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep faalt, omdat [appellante] geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die tot een andere conclusie zouden moeten leiden. Het Hof bevestigt de beschikking van het GEA en veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van het Land zijn begroot op nihil. De uitspraak is gedaan door de rechters E.A. Saleh, E.M. van der Bunt en M.B. van den Enden op 10 december 2019.