Uitspraak
Het betoog faalt.
Beslissing
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die in Sint Maarten verblijft en een vergunning tot tijdelijk verblijf (vttv) voor het verrichten van arbeid heeft aangevraagd. De minister van Justitie heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er een terugkeerverbod was opgelegd aan de appellant, dat hem verbiedt om gedurende drie jaar na zijn verwijdering naar Sint Maarten terug te keren. De appellant heeft in 2015 een aanvraag ingediend voor een vttv, maar deze werd afgewezen omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden, waaronder het terugkeerverbod. De appellant heeft betoogd dat hij recht had op de vttv en dat de minister in andere gevallen wel heroverweging had gepleegd, maar het Hof oordeelt dat de minister terecht de aanvraag heeft afgewezen. Het Hof bevestigt de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, waarin het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De appellant heeft niet aangetoond dat er sprake was van een toezegging door ambtenaren dat het terugkeerverbod niet in de weg zou staan aan de verlening van de vttv. Het Hof concludeert dat er geen strijd is met de beginselen van rechtszekerheid en vertrouwensbeginsel, en dat de minister niet in strijd heeft gehandeld door de aanvraag af te wijzen. De uitspraak van het Gerecht wordt bevestigd en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.