Uitspraak
“residential building”(hierna: het gebouw) op de
Beslissing
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een bouwvergunning door de minister van Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur (VROMI) voor een woning op de heuveltop Mary’s Fancy, Cul de Sac. De minister heeft de aanvraag afgewezen op basis van de Bouw- en Woningverordening (BWV) en de Hillside Policy, omdat het bouwplan in strijd is met het geldende verkavelingsplan en de maximale hoogtelijn van 200 meter overschrijdt. De appellante betoogt dat met het vervallen van hoofdstuk XI van de Landsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning de wettelijke grondslag voor het verkavelingsplan is komen te vervallen, waardoor het verkavelingsplan niet meer geldig zou zijn. Het Hof heeft de zaak op 1 oktober 2018 behandeld, waarbij de minister en de appellante vertegenwoordigd waren door hun advocaten. Het Hof oordeelt dat de minister terecht de aanvraag heeft afgewezen, omdat het bouwperceel in beschermd gebied ligt en de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden van het verkavelingsplan. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt, omdat er geen onvoorwaardelijke toezegging is gedaan die de appellante het recht gaf om af te wijken van de Hillside Policy. Het Hof bevestigt de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg en verklaart het hoger beroep ongegrond.