3.1. Het Gerecht heeft terecht overwogen dat de Log en de op grond van die landsverordening verleende groothandelsvergunning zowel betrekking heeft op ongecontroleerde als op gecontroleerde geneesmiddelen. De houder van een groothandelsvergunning die gecontroleerde geneesmiddelen invoert, dient zich te houden aan alle daarvoor geldende regels, waaronder die neergelegd in de Opiumlandsverordening. Overtreding van de Opiumlandsverordening kan aldus de opmaat vormen voor intrekking van de op grond van de Log verleende groothandelsvergunning.
3.2. Appellante bestrijdt niet dat zij gecontroleerde geneesmiddelen heeft ingevoerd zonder te beschikken over een opiumverlof en invoercertificaat. Het Gerecht heeft terecht overwogen dat uit de door appellante overgelegde emailcorrespondentie niet blijkt dat de hoofdinspecteur stilzwijgend toestemming heeft verleend dan wel een aan de minister toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezegging heeft gedaan dat appellante niettegenstaande het ontbreken van een opiumverlof en invoercertificaat bevoegd is tot invoer van gecontroleerde geneesmiddelen in Sint Maarten. Het is aan appellante om een opiumverlof en een invoercertificaat aan te vragen. Eerst indien zij daarover beschikt, is appellante bevoegd tot invoer van gecontroleerde geneesmiddelen in Sint Maarten. Dat het voor appellante naar gesteld onmogelijk was een opiumverlof en een invoercertificaat aan te vragen, maakt dat niet anders, zij had dan immers van invoer af moeten zien. De minister heeft zich derhalve terecht op het standpunt gesteld dat appellante de Opiumlandsverordening heeft overtreden.
3.3. Ten aanzien van het wijzigen van de registratieformulieren door appellante en haar verklaring daarvoor overweegt het Hof dat de minister heeft gesteld dat aan de hand van deze registratieformulieren de herkomst, de wijze van invoer, transport en opslag wordt vastgesteld en op grond daarvan de kwaliteit van de ter registratie aangeboden geneesmiddelen wordt beoordeeld, ter voorkoming van toetreding tot de markt van vervalste geneesmiddelen. In het licht hiervan moet de door de wijziging van de registratieformulieren ontstane onduidelijkheid over de herkomst van de door haar ingevoerde gecontroleerde geneesmiddelen geheel voor rekening en risico van appellante komen. Appellante moet ervoor zorgdragen dat de registratieformulieren de juiste informatie bevatten en geen onduidelijkheid laten ontstaan over de herkomst de wijze van invoer, transport en opslag van de door haar ingevoerde geneesmiddelen.
3.4. Het gevolg van de onduidelijkheid over de herkomst van de ingevoerde gecontroleerde geneesmiddelen is, dat niet kan worden vastgesteld hoeveel daarvan door appellante in Sint Maarten is ingevoerd. De minister heeft zich dan ook redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat niet is uitgesloten dat door appellant ingevoerde gecontroleerde geneesmiddelen ter reguliere verkoop aan het publiek in Sint Maarten zijn aangeboden, zonder dat deze door de Geneesmiddelenregistratiecommissie zijn gecontroleerd. Aldus is mogelijk gevaar voor de volksgezondheid ontstaan. Daarbij neemt het Hof in aanmerking dat de minister er in het verweerschrift op heeft gewezen dat de ingevoerde geneesmiddelen niet als ‘monster’ zijn aangemerkt, als gevolg waarvan niet duidelijk is dat deze geneesmiddelen niet voor de reguliere verkoop bestemd zijn.
3.5. Nu vaststaat dat appellante bij de invoer van gecontroleerde geneesmiddelen de Opiumlandsverordening heeft overtreden, de herkomst daarvan onduidelijk is en die gecontroleerde geneesmiddelen mogelijk aan het publiek zijn aangeboden zonder voorafgaande controle door de Geneesmiddelenregistratiecommissie, is het Hof met het Gerecht van oordeel dat de minister zich redelijkerwijs op het standpunt heeft kunnen stellen dat het belang van de bescherming van de volksgezondheid de intrekking van de groothandelsvergunning vordert. Omdat een controle van iedere zending na registratie niet mogelijk is, moet de minister er in het belang van de volksgezondheid op kunnen vertrouwen dat de door appellante af te leveren gecontroleerde en ongecontroleerde geneesmiddelen zijn ingevoerd met inachtneming van de daarvoor geldende regels, afkomstig zijn van de bij de registratie opgegeven fabrikant of leverancier, en over de herkomst, de wijze van invoer, transport en opslag geen onduidelijkheid bestaat, zodat de kwaliteit van de geneesmiddelen kan worden gecontroleerd. Het Gerecht heeft terecht geoordeeld dat de minister zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat ten aanzien van appellante dat vertrouwen ontbreekt.
3.6. Het betoog faalt.