Op 21 november 2019 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep in de strafzaak tegen de verdachte, die eerder door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao was vrijgesproken van enkele feiten, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren voor poging tot doodslag en illegaal vuurwapenbezit. De verdachte, geboren in 1987 en thans gedetineerd in Curaçao, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 7 december 2018. Het Hof heeft de zaak behandeld op basis van de vordering van de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.S.M. Blonk. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich samen met medeverdachten schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van poging tot doodslag, waarbij het slachtoffer door twee kogels werd geraakt. Het Hof heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van medeverdachten en getuigen beoordeeld en geconcludeerd dat de rol van de verdachte bij het schieten niet strafmatigend werkt. Het Hof heeft de strafmaat bepaald op basis van de ernst van de feiten en de gangbare straffen voor soortgelijke delicten. De vordering van de benadeelde partij is eveneens bevestigd. Het vonnis van het Gerecht is in stand gehouden, met inachtneming van de overwegingen van het Hof.