ECLI:NL:OGHACMB:2019:183

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 oktober 2019
Publicatiedatum
28 oktober 2019
Zaaknummer
P-2015/12188 H-117/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een vonnis in hoger beroep inzake bedreiging met gevangenisstraf

Op 14 oktober 2019 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1973. De zaak betreft een eerdere veroordeling door het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarbij de verdachte op 10 maart 2016 was vrijgesproken van enkele feiten, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 181 dagen voor bedreiging van een aangever. Zowel de verdachte als de officier van justitie hebben hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting heeft de procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, gevorderd dat het Hof het eerdere vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een contactverbod met het slachtoffer. De verdachte heeft vrijspraak bepleit en verzocht om aanhouding van de zaak, omdat hij niet beschikte over bewijsstukken die in beslag waren genomen in een andere strafzaak.

Het Hof heeft het aanhoudingsverzoek afgewezen en zich verenigd met het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg, met aanvulling van gronden voor de bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen. Het Hof heeft de bewijsmiddelen overgenomen, met uitzondering van één bewijsmiddel, en heeft de verklaring van de verdachte in hoger beroep als aanvullend bewijs meegenomen. Uiteindelijk heeft het Hof het vonnis van het Gerecht bevestigd, waarbij het Hof zich heeft verenigd met de bewijsoverwegingen van het Gerecht en de context van de bedreigingen in acht heeft genomen.

Uitspraak

Zaaknummer: H 117/2016

Parketnummer: P-2015/12188
Uitspraak: 14 oktober 2019 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 10 maart 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1973 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder feit 1 ten aanzien van aangever [naam aangever 1] en het onder feiten 2 en 3 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder feit 1 ten aanzien van aangever [ naam aangever 2] ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 181 dagen met aftrek van voorarrest.
Zowel de verdachte als de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte van het onder de feiten 2 en 3 vrij zal spreken en het onder feit 1 ten laste gelegde ten aanzien van aangevers [ naam aangever 2] en [naam aangever 1] bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 2 jaren en met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met slachtoffer [naam aangever 1].
Door de verdachte is vrijspraak bepleit.
Aanhoudingsverzoek
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht om de behandeling van onderhavige strafzaak aan te houden, nu hij niet beschikt over een in een andere strafzaak in beslag genomen USB-stick. De verdachte stelt dat daarop audio-opnamen staan van gesprekken met [naam 1] en [naam 2] en een gesprek met de rechter ter terechtzitting, waaruit zou blijken dat hij zich niet heeft schuldig gemaakt aan het hem onder de feiten 2 en 3 ten laste gelegde.
Het Hof acht zich ook na de beraadslaging voldoende voorgelicht en ziet in hetgeen door de verdachte is aangevoerd geen noodzaak om het onderzoek te heropenen.
Evenmin ziet het Hof aanleiding tot heropening daarvan in de omstandigheid dat de opgeroepen getuige [naam 1] verhinderd was ter terechtzitting van 23 september 2019 te verschijnen. Het aanhoudingsverzoek wordt daarom afgewezen.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, omdat het Hof zich daarmee verenigt, onder aanvulling van gronden voor wat betreft de bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen en onder vervanging van bewijsmiddel 2.
Aanvulling bewijsmiddelen
Het Hof verenigt zich met de door het Gerecht in eerste aanleg gemaakte selectie van de bewijsmiddelen met uitzondering van bewijsmiddel 2. Het Hof neemt deze bewijsmiddelen dan ook over, verwijst daarnaar en legt deze ten grondslag aan zijn bewezenverklaring.
Het Hof vult de bewijsmiddelen aan met de verklaring die de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep op 23 september 2019 heeft afgelegd, voor zover inhoudende: “ Iedereen in Aruba is bang van mij. Dat was ook al zo voorafgaand aan deze zaak” .
Het Hof vervangt bewijsmiddel 2 als volgt.
2.
Een geschrift, te weten een als bijlage bij het hiervoor onder 1. genoemde proces-verbaal gevoegde brief van 11 september 2015, ondertekend op 11 september 2015 door [ naam aangever 2], onder andere inhoudende:
Op 5 augustus 2015 heb ik een kort geding behandeld dat tegen [verdachte] was aangespannen door de eigenaren van de door [verdachte] bewoonde woning. Bij vonnis van 5 augustus 2015 no. KG 1374 van 2015 heb ik [verdachte] in het ongelijk gesteld en hem bevolen het huis te ontruimen.
Op 8 september heeft [verdachte] hoger beroep ingesteld tegen mijn vonnis van 5 augustus. Op die dag kreeg ik ook bijgevoegde “turbo spoed fax” voorgelegd. Omdat die ging over een zaak die ik heb behandeld kwam die fax op mijn bureau. Daarin stond onder andere dat het vonnis in KG 1374 van 2015 (door mij gegeven dus) grote problemen veroorzaakt met verregaande gevolgen die kunnen leiden tot moord c.q. zware mishandeling c.q. mishandeling. Hieruit proefde ik een bedreiging. [verdachte] heeft een strafblad en heeft bij mijn weten al eens eerder iemand zeer ernstig mishandeld.
Aanvulling bewijsoverwegingen
Het Hof verenigt zich met de bewijsoverwegingen van het Gerecht in eerste aanleg. Het Hof neemt deze over en verwijst daarnaar.
Hetgeen de verdachte heeft verklaard, te weten dat de betreffende bewoordingen moeten worden gezien in de context van het processtuk en de omstandigheden rond de ontruiming, leidt niet tot een ander oordeel.

BESLISSING

Het Hof:
bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen;
Dit vonnis is gewezen door mrs. A.J.M. van Gink, S.A. Carmelia en H. De Doelder, leden van het Hof, bijgestaan door mr. C. Bernsen, zittingsgriffier, en op 14 oktober 2019 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba.
mr. H. De Doelder is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De uitspraakgriffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.