ECLI:NL:OGHACMB:2019:173
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S.A. Carmelia
- M.C.B. Hubben
- W.J. Geurts-de Veld
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontnemingsbeslissing in strafzaak met wederrechtelijk verkregen voordeel
Op 11 september 2019 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een ontnemingsbeslissing van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De zaak betreft een veroordeelde die in een eerdere strafzaak was veroordeeld voor diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld. Het Gerecht had vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel had verkregen ter waarde van USD 19.438,50 en NAf 1.675,00, en had hem verplicht deze bedragen aan het land Sint Maarten te betalen. De officier van justitie ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Tijdens de zitting heeft het Hof kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. M.A.W. Mol, en de argumenten van de veroordeelde en zijn raadsvrouw, mr. S.H.M. Ibrahim. De procureur-generaal vroeg bevestiging van de eerdere beslissing, terwijl de raadsvrouw zich refereerde aan het oordeel van het Hof. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de beslissing van het Gerecht niet in stand kan blijven en heeft een andere uitspraak gedaan.
Het Hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen en heeft de schatting van dit voordeel vastgesteld op USD 18.938,75 en NAf 1.675,00. De veroordeelde is verplicht dit bedrag te betalen aan het land Sint Maarten. Bij gebreke van betaling kan vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van 138 dagen. De beslissing is gegrond op de artikelen 1:59 en 1:77 van het Wetboek van Strafrecht en is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.