2.2In de onderhavige procedure heeft [appellant] in eerste aanleg verzocht dat het Gerecht bij beschikking, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
- voor recht zal verklaren dat de arbeidsovereenkomst van [appellant] niet door de werking van de landsbesluiten van 17 oktober 2017 is beëindigd;
- voor recht zal verklaren dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst van [appellant] nietig is en
- CBCS zal veroordelen tot betaling van het loon en de overige emolumenten totdat de arbeidsovereenkomst van [appellant] op rechtsgeldige wijze is beëindigd.
subsidiair:
- voor recht zal verklaren dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [appellant] kennelijk onredelijk is en
- CBCS zal veroordelen de dienstbetrekking met onmiddellijke ingang te herstellen onder bepaling van voorzieningen omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking zoals hiervoor verwoord, dan wel in geval CBCS zich tegen wedertewerkstelling verzet, aan [appellant] een schadevergoeding naar billijkheid zal toekennen en voorts
zowel in het verlengde van het primair als subsidiair gevorderde:
- voor recht zal verklaren dat geen rechtsgrond bestaat tot verrekening van het door CBCS genoemde bedrag, dan wel slechts tot een door het Gerecht vast te stellen bedrag;
- CBCS zal veroordelen tot ongedaanmaking van de door haar in december 2017 verrichte verrekening, aldus tot betaling aan [appellant] van NAf 110.282.59,-, dan wel een door het Gerecht in voormelde zin te bepalen bedrag, binnen tien dagen na vonniswijzing c.q. betekening van deze beschikking;
- CBCS zal veroordelen tot betaling van de volledige, normale eindejaarsuitkering over het jaar 2017 (bestaande uit een gratificatie ad
NAf 423.694,- en een eenmalige uitkering ad NAf 69.011,- binnen tien dagen na het wijzen van deze beschikking c.q. betekening hiervan en zulks pro rata te blijven doen totdat de arbeidsovereenkomst van [appellant] rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
- CBCS zal veroordelen tot betaling van het bedrag groot USD 82.005,- ter zake van tot 31 oktober 2017 verschuldigde pensioenpremie aan de Stichting ET Pensioenen;
- de betalingen sub 7 tot en met 9 telkens te vermeerderen met de wettelijke rente en, waar mogelijk, de vertragingsrente;
- CBCS zal veroordelen de pensioenpremie te doen berekenen uitgaande van de daadwerkelijk aan [appellant] betaalde gelden ter zake van salaris en eindejaarsuitkering;
- CBCS zal veroordelen de pensioenpremie, als voormeld berekend, te blijven voldoen aan de Stichting ET Pensioenen totdat de arbeidsovereenkomst van [appellant] rechtsgeldig beëindigd is;
- CBCS zal veroordelen de premievrije ziektekostenvoorziening van [appellant] voort te zetten tot diens dood, dan wel een andersoortige, doch gelijkwaardige voorziening voor [appellant] te treffen op haar kosten en
- CBCS zal veroordelen in de proceskosten.