ECLI:NL:OGHACMB:2019:101
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake curator over vermogen moeder en vorderingen tot boedelbeschrijving en vernietiging van rechtshandelingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, uitgesproken op 3 februari 2016. [Appellante] is een van de erfgenamen van haar overleden moeder, [naam 1], en heeft [geïntimeerde sub 1], haar broer, als curator benoemd over het vermogen van hun moeder. De procedure betreft vorderingen van [appellante] tot boedelbeschrijving, rekening en verantwoording door de curator, en de vernietiging van rechtshandelingen die door de curator zijn verricht. De vorderingen zijn door het Gerecht afgewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep.
De zaak heeft betrekking op de huwelijksgoederengemeenschap van de ouders van [appellante] en de verkoop van een onroerend goed door de vader met toestemming van de curator. [Appellante] stelt dat de curator niet correct heeft gehandeld en dat er onterecht uitgaven zijn gedaan die niet in het belang van haar moeder waren. Het Hof heeft de grieven van [appellante] beoordeeld en geconcludeerd dat de curator zijn taken naar behoren heeft uitgevoerd. De vorderingen tot boedelbeschrijving en rekening en verantwoording zijn afgewezen, omdat er geen reden was om aan te nemen dat de curator zijn verplichtingen niet is nagekomen.
Het Hof heeft vastgesteld dat de grieven van [appellante] falen en dat het vonnis van het Gerecht moet worden bevestigd. [Appellante] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de rechters van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 26 maart 2019.