Uitspraak
[GEÏNTIMEERDE 1],
[GEÏNTIMEERDE 2],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep in een civiele zaak met betrekking tot een huurcontract met een koopoptie. De zaak betreft een geschil tussen de appellant, oorspronkelijk gedaagde, en de geïntimeerden, oorspronkelijk eisers, over de ontruiming van een woning op Bonaire. De appellant, vertegenwoordigd door mr. L.M.G. Dundas, heeft in hoger beroep de beslissing van de eerste aanleg aangevochten, waarin een bedrag van US$ 1.530,00 werd vastgesteld dat hij moest betalen. De geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. M. Bijkerk, hebben hun standpunt verdedigd en producties ingediend ter ondersteuning van hun argumenten.
Het Hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de rapporten van verschillende deskundigen die de staat van de woning hebben beoordeeld. De appellant heeft gesteld dat de woning in een onbewoonbare staat verkeerde, terwijl de geïntimeerden hebben betoogd dat zij jarenlang in de woning hebben gewoond. Het Hof heeft de rapporten van de deskundigen in overweging genomen en vastgesteld dat er reparaties en vernieuwingen nodig waren aan verschillende onderdelen van de woning, zoals deuren, ramen en het plafond.
Uiteindelijk heeft het Hof geoordeeld dat de appellant recht heeft op een hoger te verrekenen bedrag dan eerder was vastgesteld, namelijk US$ 11.200,00. Het vonnis van de eerste aanleg is in zoverre vernietigd, terwijl het voor het overige is bevestigd. De kosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 29 mei 2018.