ECLI:NL:OGHACMB:2018:75
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- G.C.C. Lewin
- H.J. Fehmers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewijsopdracht en houtsoort kozijnen in civiele zaak
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant, h.o.d.n. Floors & Doors, tegen de geïntimeerde. De zaak betreft een geschil over de houtsoort die is gebruikt voor kozijnen en de bewijsopdracht die aan de geïntimeerde is opgelegd. De appellant betwist dat er rechtstreeks met de geïntimeerde is gecontracteerd en stelt dat de gebruikte houtsoort urapan is, terwijl de geïntimeerde stelt dat deze houtsoort niet voldoet aan de eisen van het houtsoortbeding dat in de overeenkomst zou zijn opgenomen.
Het Hof heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de geïntimeerde de betwiste stelling moet bewijzen, maar heeft om proceseconomische redenen besloten dat de geïntimeerde thans niet tot dat bewijs wordt toegelaten. Het Hof heeft vastgesteld dat de gebruikte houtsoort niet meranti is en dat de appellant stelt dat deze houtsoort geschikt is voor de productie van deuren en kozijnen in de tropen. Het Hof heeft beide stellingen voorshands bewezen geacht en de appellant toegelaten tot tegenbewijs.
In de beslissing heeft het Hof bepaald dat de appellant getuigen kan voorbrengen en dat partijen binnen veertien dagen verhinderdata moeten opgeven. Het vonnis is uitgesproken op 27 februari 2018 in aanwezigheid van de griffier.