Uitspraak
1.De procedure
11 april 2018, beroep ingesteld tegen de beschikking van 28 februari 2017. Zij heeft het beroep toegelicht en geconcludeerd dat het Hof de bestreden beschikking zal vernietigen, en opnieuw rechtdoende, haar vordering zal toewijzen, kosten rechtens.
2.De feiten
3.De beoordeling
dat van overgang van een onderneming als bedoeld in artikel 7A:1615dc BW geen sprake was.
de vervreemderverwikkeld is in een faillissementsprocedure, en houdt artikel 7:666 lid 1 BW NL in dat de onderneming die overgaat
moet behoren tot de boedel van de failliete werkgever(cursiveringen door het Hof). Nu artikel 7A:1615dg BW, blijkens de Memorie van Toelichting [1] , is geënt op artikel 7:666 BW NL, dat op zijn beurt weer de uitwerking is van artikel 5 Richtlijn 2001/23, en op dit onderdeel door de Arubaanse wetgever geen afwijkende regeling is beoogd [2] , dient 7A:1615dg BW zo te worden uitgelegd dat een voorwaarde voor de toepasselijkheid van deze uitzondering is dat de verkregen (onderdelen van de) onderneming tot de faillissementsboedel van de voormalige werkgever behoorde(n).
- de ruimte van het nieuwe casino is geschilderd in andere kleuren en het nieuwe casino heeft een andere naam gekregen;
- bevestigt de bestreden beschikking,
- veroordeelt FTA in de proceskosten in hoger beroep aan de kant van Island Gaming, tot op heden begroot op Afl. 6.000,-.
M. Schoemaker, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 22 mei 2018.