ECLI:NL:OGHACMB:2018:35
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet van een parkeerwachter bij Curaçao Airport Partners N.V. en de rechtsgeldigheid van het ontslag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ontslag op staande voet van een parkeerwachter, [appellant], die in dienst was bij Curaçao Airport Partners N.V. (CAP). Het ontslag vond plaats op 21 oktober 2016, na een bespreking waarin CAP hem beschuldigde van het zich veelvuldig toe-eigenen van gelden uit parkeerautomaat nummer 2, het eigenhandig uitzetten van de camera en het niet naleven van de geldende procedures. [Appellant] heeft het ontslag betwist en vorderde loondoorbetaling in kort geding, maar het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA) heeft zijn vordering afgewezen, o.a. omdat er sprake was van een dringende reden voor ontslag.
In hoger beroep heeft [appellant] geklaagd over de schending van het beginsel van hoor en wederhoor, omdat videobeelden waarop CAP zich beriep niet vooraf aan hem waren getoond. Het Hof oordeelt dat, hoewel dit een schending kan zijn, dit in hoger beroep is hersteld doordat [appellant] alsnog op de beelden heeft kunnen reageren. Het Hof beoordeelt vervolgens of de reden voor het ontslag onverwijld is medegedeeld en of CAP voldoende voortvarend heeft gehandeld in het onderzoek naar de gedragingen van [appellant].
Het Hof concludeert dat CAP voldoende voortvarend is geweest en dat de ontslagbrief in voldoende mate aansluit op de redenen die tijdens de bespreking zijn voorgehouden. Het Hof heeft de videobeelden bekeken en constateert dat er vragen zijn over de manipulatie van de beelden en de omstandigheden rondom het ontslag. Het Hof gelast een comparitie van partijen om de beelden samen te bekijken en verdere inlichtingen te verstrekken, en houdt iedere verdere beslissing aan.