ECLI:NL:OGHACMB:2018:320

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 september 2018
Publicatiedatum
24 augustus 2021
Zaaknummer
H22/18 100.00166/17
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan gewapende overval op bank in Sint Maarten

Op 26 september 2018 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd in Sint Maarten. De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, dat hem op 7 februari 2018 had vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde, maar hem wel had veroordeeld voor medeplichtigheid aan een gewapende overval tot een gevangenisstraf van vier jaren. De procureur-generaal had in hoger beroep een zwaardere straf van zes jaren geëist. Het Hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte medeplichtig was aan de gewapende overval die op 9 juni 2017 plaatsvond bij een bank in Sint Maarten. De verdachte was niet zelf bij de uitvoering van de overval betrokken, maar had als bestuurder van de vluchtauto een belangrijke rol gespeeld. Het Hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid, onder andere door getuigenverklaringen en forensisch bewijs, zoals DNA-sporen op een bandana die in de buurt van de vluchtauto was aangetroffen. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest. De uitspraak benadrukt de ernst van de betrokkenheid bij een gewapende overval en de gevolgen daarvan voor de rechtsorde in Sint Maarten.

Uitspraak

Zaaknummer: H-22/18

Parketnummer: 100.00166/17
Uitspraak: 26 september 2018 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) van 7 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Sint Maarten.
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder 1, primair en subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, meer subsidiair en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. J. Spaans, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S.H.M. Ibrahim, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1, primair en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een
gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van voorarrest.
Vonnis waarvan beroep
Het Hof komt tot een gedeeltelijk andere bewezenverklaring dan het Gerecht. Het vonnis kan daarom niet in stand blijven.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
:
feit 1
hij op 9 juni 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1700, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of the [bankinstelling] en/of
  • een mobiele telefoon (IPhone 6S), toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1000, twee cheques, een bankboek van [bankinstelling] en/of een Sint Maartens identiteitsbewijs, toebehorende aan [slachtoffer 3];
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
- welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], inspecteur van politie [slachtoffer 4] en/of tegen andere in en om die bank aanwezige klanten en/of in en om die bank aanwezig personeel,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit:
  • het onder schot houden van een beveiligingsmedewerker teneinde hem te dwingen om de toegangsdeur te openen en/of
  • het met behulp van een stalen pijp, althans een zwaar voorwerp, inslaan/intrappen, in elk geval vernielen van de toegangsdeur en/of het richten van één of meer vuurwapens, althans op een vuurwapen gelijkende voorwerpen op en in de richting van in en om de bank aanwezig personeel en/of in en om de bank aanwezige klanten;
  • het richten van een vuurwapens, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op en in de richting van inspecteur van politie [slachtoffer 4];
(art. 2:291 lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot veroordeling zou kunnen leiden
hij op 9 juni 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
- [ [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en/of andere in en om die bank aanwezige klanten en/of in en om die bank aanwezig personeel
heeft gedwongen tot de afgifte van
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1700, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of the [bankinstelling] en/of
  • een mobiele telefoon (IPhone 6S), toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1000, twee cheques, een bankboek van [bankinstelling] en/of een Sint Maartens identiteitsbewijs, toebehorende aan [slachtoffer 3];
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit:
  • het onder schot houden van een beveiligingsmedewerker teneinde hem te dwingen om de toegangsdeur te openen en/of
  • het met behulp van een stalen pijp, althans een zwaar voorwerp, inslaan/intrappen, in elk geval vernielen van de toegangsdeur en/of het richten van één of meer vuurwapens, althans op een vuurwapen gelijkende voorwerpen op en in de richting van in en om de bank aanwezig personeel en/of in en om de bank aanwezige klanten;
(art. 2:294 jo 2:291 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot veroordeling zou kunnen leiden
dat [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op 9 juni 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben/heeft weggenomen
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1700, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of the [bankinstelling] en/of
  • een mobiele telefoon (IPhone 6S), toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1000, twee cheques, een bankboek van [bankinstelling] en/of een Sint Maartens identiteitsbewijs, toebehorende aan [slachtoffer 3];
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3],
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], inspecteur van politie [slachtoffer 4] en/of tegen andere in en om die bank aanwezige klanten en/of in en om die bank aanwezig personeel,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit:
  • het onder schot houden van een beveiligingsmedewerker teneinde hem te dwingen om de toegangsdeur te openen en/of
  • het met behulp van een stalen pijp, althans een zwaar voorwerp, inslaan/intrappen, in elk geval vernielen van de toegangsdeur en/of
  • het richten van één of meer vuurwapens, althans op een vuurwapen gelijkende voorwerpen op en in de richting van in en om de bank aanwezig personeel en/of in en om de bank aanwezige klanten;
  • het richten van een vuurwapens, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op en in de richting van inspecteur van politie [slachtoffer 4];
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of middelen heeft verschaft door
  • [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] per auto naar de [bankinstelling] te brengen en/of
  • (vervolgens) in de nabijheid van de [bankinstelling] op die [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] te wachten en/of
  • (vervolgens) die [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] vervoer te verschaffen bij de [bankinstelling] vandaan;
(art. 2:291 lid 1 jo 1:124 onder a/b Wetboek van Strafrecht)
meest subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot veroordeling zou kunnen leiden
dat [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op 9 juni 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en/of andere andere in en om die bank aanwezige klanten en/of in en om die bank aanwezig personeel
hebben/heeft gedwongen tot de afgifte van
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1700, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of the [bankinstelling] en/of
  • een mobiele telefoon (IPhone 6S), toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1000, twee cheques, een bankboek van [bankinstelling] en/of een Sint Maartens identiteitsbewijs, toebehorende aan [slachtoffer 3];
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3],
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit:
  • het onder schot houden van een beveiligingsmedewerker teneinde hem te dwingen om de toegangsdeur te openen en/of
  • het met behulp van een stalen pijp, althans een zwaar voorwerp, inslaan/intrappen, in elk geval vernielen van de toegangsdeur en/of het richten van één of meer vuurwapens, althans op een vuurwapen gelijkende voorwerpen op en in de richting van in en om de bank aanwezig personeel en/of in en om de bank aanwezige klanten;
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of middelen heeft verschaft door
  • [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] per auto naar de [bankinstelling] te brengen en/of
  • (vervolgens) in de nabijheid van de [bankinstelling] op die [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] te wachten en/of
  • (vervolgens) die [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte3] vervoer te verschaffen bij de [bankinstelling] vandaan;
(art. 2:294 jo 2:291 lid 2 jo 1:124 onder a/b Wetboek van Strafrecht)
feit 2
hij op 9 juni 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapens, in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten
  • een geweer van het merk DRACO van het kaliber 7.62 x 39 m en/of
  • een scherp patroon van het type SADU D7 7.62 en/of
  • een pistool van het merk FNH, model FNP-45 van het kaliber .45 ACP en/of
  • dertien (13) scherpe patronen van het kaliber 45 AUTO
  • een semiautomatisch (alarm)pistool van het merk “KIMAR” model “92 AUTO en CAT.9227” en van het kaliber “9MM PA,
voorhanden heeft gehad.
(artikel 3 jo 11 van de Vuurwapenverordening)
Vrijspraak
Het Hof is van oordeel dat het bewijs tekortschiet om te kunnen vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen onder 1, primair en subsidiair en onder 2 is ten laste gelegd. Het Hof overweegt daartoe als volgt.
Ten aanzien van feit 1:
In de tenlastelegging wordt de verdachte primair en subsidiair verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een gewapende overval dan wel van afpersing. Meer subsidiair en meest subsidiair wordt hem medeplichtigheid aan die gewapende overval dan wel aan die afpersing verweten.
Uit het dossier blijkt het navolgende. Op 9 juni 2017 wordt er een gewapende overval gepleegd op de [bankinstelling] in Sint Maarten. Hierbij zijn vier personen betrokken. Drie van hen, allen mannen, betreden de bank, voeren de overval uit en bedreigen de aanwezigen met geweld door meerdere vuurwapens op hen te richten. Een vierde blijft achter in de auto waarmee de overvallers zijn gearriveerd, een [auto 1]. [1] Op basis van diverse getuigenverklaringen en camerabeelden is vastgesteld dat de verdachte
nietéén van de drie personen is die de overval daadwerkelijk hebben uitgevoerd. Het hof ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of er voldoende bewijs is voor de conclusie dat de verdachte de vierde persoon is, die de auto heeft bestuurd. Het hof overweegt dienaangaande als volgt. De politie heeft vrijwel onmiddellijk de achtervolging kunnen inzetten en treft de [auto 1] kort na de overval verlaten aan [2] . In de buurt van de verlaten vluchtauto worden twee mannen aangehouden die voor de politie weglopen en zich in het struikgewas verschuilen. Eén van hen is [medeverdachte 3]. Deze [medeverdachte 3] is inmiddels onherroepelijk veroordeeld als één van de overvallers. De ander is de verdachte. [3] In diens nabijheid worden op de grond, naast elkaar, een zwarte telefoon en een rode bandana aangetroffen. [4] De zwarte telefoon blijkt aan de verdachte toe te behoren. [5] In de contactenlijst bevinden zich de telefoonnummers van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Ook deze twee personen worden die dag aangehouden en zijn inmiddels onherroepelijk veroordeeld voor voornoemde overval. Met [medeverdachte 1] heeft de verdachte kort voor de overval telefonisch contact gehad. Aldus is er een connectie tussen de verdachte en alle drie de overvallers, hoewel de verdachte beweert [medeverdachte 1] slechts vaag en de andere twee helemaal niet te kennen. In de rode bandana is de sleutel van de [auto 1] gewikkeld. Tevens is op de bandana DNA van de verdachte aangetroffen. [6] Aldus is er ook een connectie tussen de verdachte en de vluchtauto. De omstandigheid dat de verdachte zich juist op dat moment en op deze plek voor de politie probeerde te verbergen, tegelijkertijd met de overvaller [medeverdachte 3], en de omstandigheid dat zijn telefoon met daarin de telefoonnummers van de drie inmiddels veroordeelde overvallers en zijn bandana met daarin de sleutel van de vluchtauto aldaar zijn aangetroffen, acht het Hof, in onderlinge samenhang bezien, in het bijzonder redengevend voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overval. Voor deze omstandigheden heeft de verdachte naar het oordeel van het Hof geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring gegeven. Het Hof acht de betrokkenheid van de verdachte bij de overval als vierde persoon (de bestuurder van de vluchtauto) wettig en overtuigend bewezen.
Thans ligt de vraag voor of de betrokkenheid van de verdachte als medeplegen dan wel als medeplichtigheid dient te worden gekwalificeerd. Het Hof overweegt dat de gedragingen van de verdachte in de richting van medeplichtigheid wijzen. De verdachte is niet bij de daadwerkelijke uitvoering van de overval betrokken geweest en niet kan worden vastgesteld dat zijn rol groter is geweest dan het besturen van de vluchtauto. Nu het ontbreekt aan bewijs waaruit kan worden opgemaakt dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met de overvallers zal hij van het primair en subsidiair ten laste gelegde medeplegen van het feit worden vrijgesproken. De meer subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan de gewapende overval acht het Hof daarentegen wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2:
Het dossier bevat geen bewijs dat de verdachte op enig moment zelf een vuurwapen voorhanden heeft gehad. Het ligt voor de hand dat de verdachte, als bestuurder van de vluchtauto, op enig moment gezien heeft dat de medeverdachten over vuurwapens beschikten. Naar het oordeel van het Hof is dat echter onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de verdachte met het oog op het voorhanden hebben van die wapens bewust en nauw met de medeverdachten heeft samengewerkt, zodat de verdachte ook van dit feit zal worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Hof acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
dat [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3] op 9 juni 2017 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging
met anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben
/heeftweggenomen
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1700, toebehorende aan [slachtoffer 1]
  • een mobiele telefoon (IPhone 6S), toebehorende aan [slachtoffer 2]
  • een geldbedrag van ongeveer USD 1000, twee cheques, een bankboek van [bankinstelling] en/of een Sint Maartens identiteitsbewijs, toebehorende aan [slachtoffer 3];

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3],

welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld en
/ofgevolgd van
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], inspecteur van politie [slachtoffer 3] en/of tegen andere in en om die bank aanwezige klanten en
/ofin en om die bank aanwezig personeel,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk
erte maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3] hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
enuit:
  • het onder schot houden van een beveiligingsmedewerker teneinde hem te dwingen om de toegangsdeur te openen en
  • het met behulp van een stalen pijp
  • het richten van een vuurwapen
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en
/of gelegenheid en/ofmiddelen heeft verschaft door
  • [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en
  • (vervolgens
    )in de nabijheid van de [bankinstelling] op die [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en
    /of[medeverdachte 3] te wachten en
    /of
  • (vervolgens
    )die [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en
    /of[medeverdachte 3] vervoer te verschaffen bij de [bankinstelling] vandaan;
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hiernavolgende bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
1.
Proces-verbaal van aangifte van diefstal d.d. 15 juni 2017 (bijlage 1, p. 48-49) – zakelijk weergegeven -:
I’m here from [naam bedrijf 1] because you called us to pick up our rental car. It is the silver [auto 1] that was taken at gunpoint from a client on Tuesday night by the [locatie 1]. I know that the vehicle was used to commit the robbery on the [bankinstelling].
2)
Proces-verbaal van aangifte d.d. 8 juni 2017 (het Hof begrijpt: 9 juni 2017) inhoudende de verklaring van aangever [aangever 1] (bijlage 3, p. 60-61) – zakelijk weergegeven -:
I wish to make a statement because there was an armed robbery today in the [bankinstelling].
3)
Proces-verbaal van aanvullende aangifte diefstal met geweld d.d. 13 juni 2017, documentcode: 1706131315.AAN, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 1] (bijlage 4, p. 64-65) – zakelijk weergegeven -:I want to tell you that the 1700 dollar that was taken by the robbers belonged to mister [slachtoffer 1].
4)
Proces-verbaal van aangifte d.d. 8 juni 2017, documentcode: 1706080950.AAN, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 2] (bijlage 5, p. 69-71) – zakelijk weergegeven -:
I was standing outside the bank at the corner of the bank. All of a sudden, I saw three guys running in my direction. The one that reached up in front of me first had a big rifle. He pointed it directly in my face. He then told me to tell the other security on the inside to open the door but I kept quiet. The guys realized that I wasn’t complying to their request so one of them started bashing on the door glass with a steal pipe wrench. After the second or the third try, the middle door was forced open by one of the suspects. The one with the rifle stayed covering me. He told me to get down on the floor; he then took my phone away from me. My phone was a black Iphone 6S with a cracked screen. I got up just in time to manage to see when they jumped in what looks like a sky blue or grey [auto 1] and drive off in the direction of [locatie 2]. The rifle that he had was an AK47 without the stock piece in the back. He also had a pistol on him. All three of them had pistols actually.
5)
Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 1] d.d. 15 juni 2017, documentcode: 1706151800.GET inhoudende de verklaring van [getuige 1] (bijlage 7, p. 77-79)– zakelijk weergegeven- :
Ik woon op [locatie 2]. Het was omstreeks 09:00 uur op die bewuste morgen. Vanwaar ik stond kon ik door het raam van mijn woonkamer naar buiten zien. Ik zag op dat moment een man gekleed in een blauw shirt langs rennen gaande in de richting van het strand. Direct hierna rende een man die in het zwart gekleed was mijn appartement binnen. Hij zei dat de politie achter hem zat en dat hij een plek nodig had om te schuilen. Hij liet zien dat hij een vuurwapen tussen de broekriem onder zijn hemd had. Hij was teruggekeerd en mijn appartement verlaten. Hij was in de richting van het strand gerend. Als u mij de vraag stelt zou ik zeggen dat deze twee mannen samen waren gezien zodra degene in het blauw langs rende, kwam direct de andere in het zwart mijn appartement binnen.
6)
Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 2] d.d. 16 juni 2017, documentcode: 1706161145.GET inhoudende de verklaring van [getuige 2] (bijlage 8, p. 80-82) – zakelijk weergegeven-:On the day in question, meaning the day of the [bankinstelling] robbery, my son and I went to a field trip with the school. We were walking on that road, but it’s that one way road right behind the [locatie 2] Police Substation. Right next to [locatie 3] have an open area on that road. Well right there is where I saw it had two cars parked up there and four guys. It was [auto 1] and a [auto 2]. It looked like these guys were moving things from one car to the next. I saw one of the guys with a big black gun with a brown handle.
7)
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2017 (bijlage 10, p. 87-88), zakelijk weergegeven:
Toen verdachte [medeverdachte 2] uit de politiebus werd gehaald werden onder de zitbank waar de verdachte zat diverse bankbiljetten aangetroffen. Het betreft een totaal van $1.690.
8)
Proces-verbaal van analyse zwarte Samsung d.d. 22 juni 2017, proces-verbaalnummer 1706210900.AMB, inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant 2] (bijlage 20, p. 130-134) – zakelijk weergegeven -:
Op 9 juli omstreeks 8:45 uur heeft een diefstal met geweld plaatsgevonden bij de [bankinstelling], [adres bankinstelling]. De bank werd door minimaal vier daders overvallen. Er werden drie daders door een zilverkleurige [auto 1] voor de deur van de [bankinstelling] afgezet.
Op vrijdag 9 juni 2017, omstreeks 10:00 uur is een zwarte mobiele telefoon van het merk Samsung aangetroffen en in beslag genomen door Forensische opsporing, in het struikgewas ter hoogte van [locatie 2]. Uit de analyse van de afbeeldingen op de zwarte Samsung is op te maken dat een manspersoon veelvuldig op deze afbeeldingen staat, welke ik, verbalisant herken as zijnde de aangehouden verdachte [verdachte].
9)
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juni 2017, documentcode: 1706151014.AMB inhoudende de verklaring van [wachtmeester] (bijlage 30, p. 198-202) – zakelijk weergegeven-:
Naar aanleiding van diefstal met geweld op [bankinstelling] zijn kort na de overval onder andere onderstaande verdachten, op heterdaad aangehouden:
[medeverdachte 3]; [medeverdachte 1]; [medeverdachte 2]. Op de videobeelden van de diefstal met geweld te [bankinstelling] zie ik, verbalisant, dat de signalementen van 3 daders sterk overeenkomt met 3 van de hierboven genoemde aangehouden verdachten. Bij vergelijking van de kledingstukken gevonden op plaats delict met kledingstukken die de verdachten droegen bij hun aanhouding, zie ik, verbalisant diverse overeenkomsten. Daarnaast zie ik ook uiterlijke kenmerken overeenkomen tussen de daders en de aangehouden verdachten.
Dader 1: overeenkomst [medeverdachte 3]:Bij de aanhouding van verdachte [medeverdachte 3] is een geweer, type AK-47, aangetroffen. Op de videobeelden zie ik, verbalisant, een gelijk vuurwapen in de hand van dader 1 en dat het postuur van [medeverdachte 3] overeenkomt. Daarnaast zie ik, dat een aantal kledingstukken van dader 1 overeenkomen met de kledingstukken welke [medeverdachte 3] bij zijn aanhouding droeg, te weten: zwarte schoenen, zilveren metaal op veter; donkere broek.
Dader 2: overeenkomst [medeverdachte 1]:Op de videobeelden zie ik, verbalisant, dat het postuur, lengte, vorm voorhoofd, vorm ogen en huidskleur van verdachte [medeverdachte 1] overeenkomt met dader 2. Daarnaast zie ik, verbalisant, dat de kledingstukken van dader 2 overeenkomen met de kledingstukken welke verdachte [medeverdachte 1] bij zijn aanhouding aan zijn lichaam droeg, te weten: schoenen, merk: Nike, camouflage print, zwart/grijs/witte accenten, witte zool, donkerblauwe lange broek, jeans. In de auto waarin [medeverdachte 1] is aangehouden zijn een groen camouflage jas en zwarte rugtas en hoofddoek aangetroffen, welke ik op de videobeelden ook zie.
Dader 3: overeenkomst [medeverdachte 2]:Op de videobeelden zie ik, verbalisant, dat het postuur van en huidskleur van [medeverdachte 2] overeenkomt met dader 3.
10)
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juni 2017, documentcode: 1706301000.AMB inhoudende de verklaring van [wachtmeester] (bijlage 31, p. 203-207) – zakelijk weergegeven-:
Op de videobeelden van de diefstal met geweld te [bankinstelling] zie ik, verbalisant, dat de signalementen van de 3 daders sterk overeenkomen met 3 van de hierboven genoemde aangehouden verdachten. Bij vergelijking van de kledingstukken in beslag genomen op plaatsen delict en hetgeen verdachten droegen bij hun aanhouding zie ik overeenkomstige kledingstukken en attributen bij de daders op de videobeelden. Ik, verbalisant, zie op onderstaande foto dat de zwarte trui met capuchon gedragen door dader 1 overeenkomt met de trui welke door de forensische opsporing in beslag is genomen. Ik, verbalisant, zie op onderstaande foto dat de rode bandanadoek gedragen door dader 2 overeenkomt met de rode bandanadoek welke door de forensische opsporing in beslag is genomen. Ik, verbalisant, zie op onderstaande foto dat de blauwe bandanadoek, het zwarte t-shirt, de zwarte nike schoenen, de zwarte broek en de bruin-beige gekleurde rugtas met camouflageprint overeenkomen met de goederen welke door de forensische opsporing in beslag zijn genomen.
11)
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2017, inhoudende de verklaring van [inspecteur] (bijlage 35, p. 219-220) – zakelijk weergegeven-:Op 9 juni 2017, bevond ik mij in het Substation te [locatie 4] toen een bericht via de Centrale post kwam dat er zo net een beroving plaatsvond bij [bankinstelling] op de [adres bankinstelling] en dat de daders in een [auto 1] zonder kenteken in de richting van [locatie 1] weg reden. Ter hoogte van perceel [locatie 1] nummer 6 zag ik, verbalisant, een [auto 1] zonder kenteken in de struikgewassen op een open staande terrein staan. Wij besloten bedoelde auto te gaan onderzoeken en constateerden dat niemand in de auto zat. Op datzelfde moment toen wij bezig waren, benaderde een bewoner mij en vertelde dat hij ongeveer 45 minuten daarvoor dezelfde auto zag met 4 onbekende mannen. Dat er ook een [auto 2] ernaast stond met nummerplaat [nummerplaat 1] wegreed, De andere mannen namen de benen in de richting van het strand.
12)
Ander geschrift, kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 juni 2017 (bijlage 36, p. 221-222), – zakelijk weergegeven -:
In beslag genomen onder verdacht [medeverdachte 1]. [auto 2] gekentend [nummerplaat 1] met de volgende inhoud: een donker grijsgekleurd pistool voorzien van het volgende opschrift: KMOD. 92 AUTO CAL.9227 CAL. 9MM P.A. – Italy. Een oranje kleurig schoudertas met inhoud o.a. een rood/zwartkleurig pet met letter “C” erop, diverse stukken witkleurig plastiek, inhoudende op marihuana gelijkende kruid. Een zwartkleurig schoudertas met inhoud o.a. een wit/oranje kleurig aansteker en twee (2) munten. Een zwartkleurig hemd met korte mouwen. Een bruinkleurige camouflage jas. Een blauwkleurige bivakmuts. Een paar grijskleurige handschoenen. Een zwartkleurige kogelvrije vest. Een witkleurige mobiele telefoon van het merk “Samsung”.
13)
Proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 18 augustus 2017 (bijlage 54, p. 333-341), zakelijk weergegeven:
Onderzoek plaats delict D: [locatie 1], tussen [gebouw 1] en [gebouw 2]. Op de grond voor de rode Jeep [nummerplaat 2] werd bloed aangetroffen, aangeduid als spoor 4. Uit de verklaringen bleek dat een van de verdachten op de deze plek lag. De Jeep stond geparkeerd voor een openstaand perceel met dichtbegroeid struikgewas en bomen. Opmerkelijk is dat via dit perceel ook het strand kan worden bereikt. Via dit looppad werden aangetroffen een rode bandana met hierin gewikkeld een autosleutel, aangeduid als spoor 5 en een zwarte mobiel merk Samsung, aangeduid als spoor 6. Ongeveer op een meter afstand van sporen 5 en 6 werd bloed op een tak aangetroffen. In een later onderzoek bleek dat deze aangetroffen autosleutel de [auto 1] (…) zonder kentekenplaat van plaats delict B kon openen en starten. Het looppad volgend werd een zwarte pet met P embleem (spoor 8) aangetroffen. De onderstaande stukken van overtuiging zijn aangeboden aan het NFI. 102-17D/T4 AAJI4757NL rode bandana, spoor 5. 102-17D/T8 AAJI4758NL zwarte pet met embleem P, spoor 8.
14)
Proces-verbaal van aanhouding op heterdaad: [verdachte] d.d. 9 juni 2017, inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant 1] (persoonsdossier V01, p 3-4) – zakelijk weergegeven -:
Ik, verbalisant, maakte aanstalten om bedoelde onbewoond perceel te betreden terwijl [slachtoffer 4] op het strand bleef posten. Inmiddels hoorde ik, verbalisant, [slachtoffer 4] luidkeels roepen: Suspect stop, Police! en hoorde vervolgens ongeveer zeven (7) afgeloste schoten. Op mijn duidelijke waarschuwing kreeg ik geen gehoor. Hierna stuurde ik, verbalisant, de diensthond [diensthond] tussen de struiken om een onderzoek in te stellen naar de vermoedelijke verdachte. Op een gegeven moment terwijl ik via de struiken keek zag ik, verbalisant, een blauw en wit gestreepte shirt op een man een foetus houding nam en op de grond lag. Ik liep naar hem toe en met kracht zette ik hem op de grond om de boeien aan hem te plaatsen. De verdachte gaf mij, verbalisant, op te zijn genaamd: [verdachte].
15)
Een ander geschrift, herzien NFI rapport d.d. 16 november 2017 (los opgenomen):
  • AAJI4757NL#03 (Bandana): DNA-profiel van een man – verdachte [verdachte]. Matchkans DNA-profiel kleiner dan 1 op 1 miljard
  • AAJI4758NL#01 (Pet) DNA-mengprofiel van minimaal twee personen – verdachte [verdachte] - Matchkans DNA-profiel kleiner dan 1 op 1 miljard.
16)
Proces-verbaal van Bevindingen d.d. 9 juni 2017, inhoudende de verklaring van verbalisant [slachtoffer 4] (persoonsdossier V02, p. 46-47) – zakelijk weergegeven-:Bij perceel nummer 53 aangekomen waren wij door een voor ons onbekende vrouw aangesproken, die ons verwees naar de vluchtrichting van de verdachten. Op het [locatie 1] strand aangekomen, zag [verbalisant 1] schoensporen die rechtsaf sloegen. Wij volgden voornoemde sporen naar een onbewoond perceel, voorzien van veel struikgewas. Op dit moment zag ik, verbalisant een voor mij onbekende man, gekleed in een rood hemd en een zwarte spijkerbroek op het strand in mijn richting rennen. Mijn van dienstwege verstrekte vuurwapen
hield ik al vast. Toen voornoemde man dit zag, tilde hij zijn rode hemd op en haalde een op een AK47 lijkende geweer uit zijn broek, en richtte dit op mij. Ik, verbalisant schreeuwde in het Engels “SUSPECT, STOP POLICE” en om mijn leven te verdedigen, loste ik een gericht schot op de verdachte af, waarbij hij het geweer liet vallen. Tijdens het wegrennen klom de verdachte over een muur heen, waarbij een tweede zwarte vuistvuurwapen vanuit zijn kleding op het zand viel. De verdachte rende het struikgewas in, maar werd door de overige patrouilles aangehouden. De vuurwapens waren door mijn collega [verbalisant 1] veiliggesteld in afwachting van bureau Forensische Opsporing voor verder onderzoek.
17)
Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 2] d.d. 9 juni 2017, documentcode: 201706091500.AMB inhoudende de verklaring van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (persoonsdossier V03, p. 55-58) – zakelijk weergegeven-:
Tijdens het onderzoek werden wij, verbalisanten, door een aantal constructiewerkers gesignaleerd. Tevens verklaarden zij aan ons, verbalisanten dat zij zonet een man op het strand in de richting van [naam zaak] op de [locatie 1], zonder hemd aan, met een korte broek en zonder schoenen zag rennen. Ter hoogte bij de kruising van Old Simpson bay road en Agnes drive zagen wij, verbalisanten, een man van donkere huidskleur met een korte broek zonder hemd aan, met een grijs T-shirt over zijn schouders lopen in de richting van [naam zaak]. De signalementen die wij, verbalisanten, kort hiervoor doorgekregen hadden van de mannen bij de constructie werkzaamheden kwamen overeen met de man die men met blote voeten zag lopen in de richting van [naam zaak]. Deze man werd dan ter plaatse door ons, verbalisanten, staande gehouden. Naar zijn naam en verdere gegevens gevraagd, gaf hij op te zijn genaamd: [medeverdachte 2]. Op 9 juni 2017, omstreeks 09:30 uur, bij het politiebureau aangekomen deden wij de zijdeur van de dienstwagen open om de verdachte uit te halen en het bureau binnen te brengen. Ik, [verbalisant 4], zag dat de verdachte [medeverdachte 2], zich nerveus gedroeg. Tevens zag ik, [verbalisant 4], onder de zitbank van de dienstwagen de [dienstwagen], alwaar de verdachte, [medeverdachte 2] zat, een hoeveelheid Amerikaanse bankbiljetten verspreid op de vloer van de dienstwagen.
18)
Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 1] d.d. 9 juni 2017, documentcode: 1706090915.VER inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant 5] (persoonsdossier V04, p. 85-89) – zakelijk weergegeven-:
Ik hoorde over de portofoon dat verschillende Politie patrouilles naar de [locatie 1] werden gedirigeerd door de Centrale Post. Ook werden er verschillende patrouilles gedirigeerd naar de Nederlands/Franse grenzen om de grenzen af te zetten. Ik, verbalisant, stapte in mijn personen auto en reed richting de grens van de Union road te [locatie 4]. Onderweg daar naartoe hoorde ik de inspecteur [inspecteur] een melding doorgeven over de portofoon. Zij gaf door dat zij informatie had gekregen dat een van de verdachten is vertrokken uit [locatie 1] en dat hij reed in een [auto 2] met kenteken [nummerplaat 1]. Op de Union road, ter hoogte van het bedrijf [naam bedrijf 2], zag ik de [auto 2] met kenteken [nummerplaat 1] rijden. Ik volgde de auto op de Union road tot aan de Mami Tree drive. Daar is de bestuurder van voormelde [auto 2] afgeslagen. Op vrijdag 9 juni 2017, om 09:15 uur, heb ik verbalisant, de verdachte/bestuurder van de [auto 2] met kenteken [nummerplaat 1] aangehouden. Gevraagd naar zijn naam gaf de aangehouden verdachte aan hoofdagent [hoofdagent] op te zijn genaamd: [medeverdachte 1].
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Het feit wordt derhalve als volgt gekwalificeerd:
medeplichtigheid aan diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk
erte maken en om bij betrapping op heterdaad hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte is te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte is als bestuurder van de vluchtauto medeplichtig geweest aan het plegen van een bankoverval. Daarbij is een aantal vuurwapens gebruikt om personen te bedreigen. De overval heeft de rechtsorde in Sint Maarten ernstig geschokt. Hierdoor heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan het plegen van een zeer ernstig feit, met voorbijgaan aan de materiële en emotionele schade die een dergelijk feit veroorzaakt bij onder andere klanten en personeel van de bank. Naar het oordeel van het Hof kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
In het nadeel van de verdachte overweegt het Hof dat hij reeds eerder voor vergelijkbare feiten strafrechtelijk is veroordeeld en nog in een proeftijd liep, hetgeen hem kennelijk niet van het plegen van dit feit heeft weerhouden.
Het Hof ziet geen aanleiding om strafmatiging toe te passen vanwege de inzet van de politiehond bij de aanhouding van verdachte. Gelet op de ernst van het gepleegde feit, waarbij vuurwapens zijn gebruikt, en gezien de niet-meewerkende houding van verdachte, kan die inzet als proportioneel worden beoordeeld, hoezeer het daaruit volgende letsel van verdachte ook te betreuren is.
Het Hof komt tot een gedeeltelijk andere bewezenverklaring dan het Gerecht en is, na één en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest, in het onderhavige geval passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:62, 1:124, 1:125, 1:136, 2:289 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht van Sint Maarten, zoals dit luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg en doet opnieuw recht;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, primair en subsidiair en onder 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, meer subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
42 (twee en veertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
Dit vonnis is gewezen door mrs. D. Radder, S. A. Carmelia en A.J.H. van Suilen, leden van het hof, bijgestaan door mr. B.G. Scheepbouwer, (zittings)griffier, en vervolgens op 26 september 2018 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten.
mrs. S.A. Carmelia en A.J.H. van Suilen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen, #170101922.AMB, gedateerd 19 juni 2017, getekend en gesloten door [wachtmeester], wachtmeester 1e klasse.
2.Proces-verbaal van bevindingen, ongenummerd, gedateerd op 10 juni 2017, getekend en gesloten door [inspecteur], inspecteur van politie.
3.Proces-verbaal van aanhouding op heterdaad: [verdachte] d.d. 9 juni 2017, getekend en gesloten door verbalisant [verbalisant 1] (persoonsdossier V01, p 3-4)
4.p. 374
5.p. 445
6.herzien NFI rapport d.d. 16 november 2017