ECLI:NL:OGHACMB:2018:312

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 december 2018
Publicatiedatum
15 juni 2020
Zaaknummer
500.00249/17 en 500.00114/17 (ttz gevoegd) H 106/2018
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging poging diefstal, voltooide diefstal en verkrachting

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 13 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaren voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld en verkrachting. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, dat op 16 februari 2018 was gewezen. Het Hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het zich baseerde op de verklaringen van de benadeelde partijen en de bewijsstukken die tijdens het proces zijn gepresenteerd.

De verdachte werd beschuldigd van het plegen van verschillende misdrijven, waaronder diefstal met geweld, poging tot diefstal, en verkrachting. De feiten vonden plaats in Curaçao, waarbij de verdachte de slachtoffers in hun woningen overviel. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, en heeft de eerdere veroordeling vernietigd, waarbij de gevangenisstraf werd verhoogd naar 14 jaren. Het Hof heeft ook de verbeurdverklaring van een in beslag genomen auto gelast, die was gebruikt bij de gepleegde misdrijven.

Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waarbij het Hof de vorderingen tot schadevergoeding heeft toegewezen tot de gevorderde bedragen. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, en het Hof heeft rekening gehouden met de herhaling van de strafbare feiten door de verdachte, die eerder ook al was veroordeeld voor vergelijkbare delicten.

Uitspraak

Zaaknummer: H 106/2018
Parketnummers: 500.00249/17 en 500.00114/17 (ttz gevoegd)
Uitspraak: 13 december 2018 Tegenspraak
Vonnis
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht), van 16 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder parketnummer 500.00114/17 als feit 3 primair, feit 4, feit 7 en feit 8 ten laste gelegde vrijgesproken en hem ter zake van het onder dit parketnummer als feit 1, feit 2, feit 3 subsidiair, feit 5 en feit 6 en het onder parketnummer 500.00249/17 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft het Gerecht beslist ten aanzien van een in beslag genomen voorwerp en vorderingen tot schadevergoeding van benadeelde partijen.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Nu alleen de verdachte hoger beroep heeft ingesteld, is het vonnis waarvan beroep slechts aan beoordeling in hoger beroep onderworpen voor zover het betrekking heeft op de beslissingen ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3, feit 5 en feit 6 van het onder parketnummer 500.00114/17 ten laste gelegde, alsmede van het onder parketnummer 500.00249/17 ten laste gelegde.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. A.S.M. Blonk, naar voren is gebracht.
Voorts heeft het Hof kennisgenomen van hetgeen namens de benadeelde partijen [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3][benadeelde partij 3], door de Stichting Slachtofferhulp Curaçao, in het kader van de vorderingen tot schadevergoeding naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, behoudens ten aanzien van de straf en - in zoverre opnieuw recht doende - de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren, met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts:
- de verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto;
- de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] tot een bedrag van NAf 5.967,00 en de oplegging van de daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel en de niet-ontvankelijkverklaring van het overig gevorderde;
- de volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3][benadeelde partij 3] en de oplegging van de daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel;
- de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in hetgeen zij heeft gevorderd.
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de verdachte integraal zal worden vrijgesproken van het onder parketnummers 500.00114/17 en 500.00249/17 ten laste gelegde. Subsidiair heeft de raadsvrouw een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het Hof onderworpen - kan niet in stand blijven, omdat het Hof (deels) tot andere beslissingen komt.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - voor zover aan het oordeel van het Hof onderworpen - ten laste gelegd
:
Dagvaarding met parketnummer 500.00249/17
dat hij, op of omstreeks 23 februari 2017 te Curacao, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening, heeft weggenomen:
 een laptop en/of een mobiele telephone (I-phone-6) en/of een aantal sieraden, althans enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 3], in elk geval (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn, verdachte’s,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [benadeelde partij 3] heeft gedwongen tot afgifte van:
 een laptop en/of een mobiele telephone (I-phone-6) en/of een aantal sieraden, althans enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 3], in elk geval (een) ander(en) dan verdachte,
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit:
  • het in de nachtelijke uren onverhoeds en/of gemaskerd de woning van die [benadeelde partij 3] binnendringen en/of
  • daarna: die [benadeelde partij 3] in bedwang houden door een mes tegen haar keel aan te zetten en/of
  • aan die [benadeelde partij 3] met een dreigende stem te vragen naar geld en/of sieraden/of
  • met kracht die [benadeelde partij 3] aan haar trekken, waardoor die [benadeelde partij 3] ten val kwam en/of
  • die [benadeelde partij 3] bij haar door de kamer slepen en/of
  • met zijn verdachtes tot vuist(en) gebalde handen die [benadeelde partij 3] meermalen met kracht in het gezicht en/of op het lichaam slaan;
(artikel 2:291 cq 2:294 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair
dat hij op of omstreeks 23 februari 2017 te Curacao, ter uitvoering van het door
hem, verdachte voorgenomen misdrijf, om met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening weg te nemen een laptop en/of een mobiele telephone (I-phone-6)
en/of een aantal sieraden
en/of geld,in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of
ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3] gepleegd met het oogmerk
om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren,
en/of
om met het oogmerk zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 3] te dwingen tot de afgifte van
een laptop en/of een mobiele telephone (I-phone-6) en/of een aantal sieraden
en/of
geld,in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan die
[benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit:
  • in de nachtelijke uren onverhoeds en/of gemaskerd de woning van die [benadeelde partij 3] binnengedrongen en/of
  • daarna die [benadeelde partij 3] in bedwang gehouden door een mes tegen haar keel aan te zetten en/of
  • aan die [benadeelde partij 3] met een dreigende stem gevraagd naar geld en/of sieraden en/of
  • met kracht die [benadeelde partij 3] aan haar getrokken, waardoor die [benadeelde partij 3] ten val kwam en/of
  • die [benadeelde partij 3] bij haar door de kamer gesleept en/of
  • met zijn verdachtes tot vuist(en) gebalde handen die [benadeelde partij 3] meermalen met kracht in het gezicht en/of op het lichaam geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:291 cq 2:294 jo 1:119 Wetboek van Strafrecht)
Dagvaarding met parketnummer 500.00114/17
1.
(diefstal ovo te [plaats delict 1])
dat hij op of omstreeks 24 december 2016 althans in of omstreeks de maand december 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit/in een woning te [plaats delict 1], die in gebruik is bij een ander dan door verdachte en/of zijn mededader(s), alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich opzettelijk en wederrechtelijk vertoefde/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
een bedrag aan geld van ongeveer zeventienduizend vijfhonderd zeventig guldens en/of vier cheques van [NAAM BANK 1] in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijnmededader(s),
waarbij verdachte en/of
zijnmededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door braak/verbreking, en/of door inklimming en/of door middel van een valse sleutel, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) een (keuken)raam vernield in elk geval geforceerd;
(artikel 2:290 jo 2:65 j° 1:119 lid 1 van Wetboek van Strafrecht)
2.
(poging diefstal ovo te [plaats delict 1])
dat hij, op of omstreeks 02 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017, te Curacao, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om in/uit in een woning te [plaats delict 1] die in gebruik is bij een ander, dan door verdachte en/of zijn mededader(s), alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich opzettelijk en wederrechtelijk vertoefde/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, weg te nemen enig(e) goed(eren) en/of geld, althans (een) goed(eren) van verdachte’s, en/of zijn, mededader(s) gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte’s, en/of zijn, mededader(s) zich de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en/of het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn, verdachtes, en/of zijn, mededader(s) bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk opzettelijk, een keukenraam heeft/hebben vernield, terwijl de uitvoering van dat door hem verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:290 jo 2:65 j° 1:119 lid 1 van Wetboek van Strafrecht)
3.
(diefstal ovo [plaats delict 2])
dat hij in of omstreeks de periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 24 januari 2017 althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit/in een woning te [plaats delict 2], die in gebruik is bij een ander dan door verdachte en/of zijn mededader(s), alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich opzettelijk en wederrechtelijk vertoefde/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen ,
een of meer nog onbekend aantal goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijnmededader(s),
waarbij verdachte en/of
zijnmededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door door de eterniet op het balkon te verielen en/of vervolgens een of meer shutters weg te halen uit een of meer ramen en/of uit een deur, en/of door inklimming en/of door middel van een valse sleutel
;
(artikel 2:290 jo 2:65 j° 1:119 lid 1 van Wetboek van Strafrecht)
subsidiair
(poging diefstal ovo [plaats delict 2])
dat hij in of omstreeks de periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 24 januari 2017 althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om in/uit in een woning te [plaats delict 2], die in gebruik is bij een ander, dan door verdachte en /of zijn mededader(s), alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich opzettelijk en wederrechtelijk vertoefde/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, weg te nemen enig(e) goed(eren) en/of geld, althans (een) goed(eren) van verdachte’s, en/of zijn, mededader(s) gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte’s, en/of zijn, mededader(s) zich de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en/of het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn, verdachtes, en/of zijn, mededader(s) bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk opzettelijk, de eteriet van het balkon heeft/hebben vernield en/of vervolgens uit een of meer ramen en/of uit een deur een of meer shutters uitte halen, terwijl de uitvoering van dat door hem verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:290 jo 2:65 j° 1:119 lid 1 van Wetboek van Strafrecht)
5.
(verkrachting)
dat hij op of omstreeks 25 januari 2017 te Curaçao door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (mede) bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 2], hebbende hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [benadeelde partij 2] gebracht en/of geduwd en/of gehouden, terwijl hij verdachtes, daarbij stotende beweging met zijn onderlichaam maakte,
welk geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan uit het onverhoeds in de nachtelijke uren in de woning van die [benadeelde partij 2] verschijnen, en/of aldaar die [benadeelde partij 2] bij haar hand vastpakken en/of vervolgens die [benadeelde partij 2] in buikligging leggen en/of een doek met een sterk riekend middel voor/tegen aan de neus van die [benadeelde partij 2] houden en/of aan die [benadeelde partij 2] vragen waar het geld ligt en/of vragen of zij dood wil gaan en/of het nachtjapon van die [benadeelde partij 2] omhoog halen en/of verdachtes penis tegen aan het onderlichaam van die [benadeelde partij 2] houden en/of ondanks verzet van die [benadeelde partij 2] doorgaan met zijn penis aan het onderlichaam houden en/of vervolgens die [benadeelde partij 2] bij haar heup vastpakken en/of haar onderlichaam omhoog halen en/of die [benadeelde partij 2] op haar knieën zetten en/of de onderbroek van die [benadeelde partij 2] naar beneden halen waardoor verdachte (aldus) voor die [benadeelde partij 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
(artikel 2:197 Wetboek van Strafrecht)
6.
(diefstal met geweld cq afpersing [plaats delict 3])
dat hij, op of omstreeks 25 januari 2017 te Curacao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
 een bedrag aan geld van ongeveer NAF. 900,00, althans (een) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 2], in elk geval (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn, verdachte’s, mededader(s);
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan
zijnmededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
dat hij, op of omstreeks 25 januari 2017 te Curacao, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen,
[benadeelde partij 2] heeft gedwongen tot afgifte van:
 een bedrag aan geld van ongeveer NAF. 900,00, althans (een) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 2], in elk geval (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn, verdachte’s, mededader(s);
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit :
  • het in de nachtelijke uren onverhoeds de slaapkamer van die [benadeelde partij 2] binnendringen en/of
  • daarna die [benadeelde partij 2] in bedwang houden door haar hand en/of heup vast te pakken en/of die [benadeelde partij 2] in buikligging te leggen en/of door haar te laten knielen en/of
  • aan die [benadeelde partij 2] te vragen: “waar ligt het geld” en/of “of zij dood wil gaan” en/of
  • een bedwelmend, althans een sterk riekend middel, voor en/of tegen de neus van die [benadeelde partij 2] aan houden en/of
  • het verkrachten, immers heeft verdachte ondanks verzet van die [benadeelde partij 2] zijn verdachtes penis in de vagina van die [benadeelde partij 2] geduwd/gebracht;
(diefstal met geweld cq afpersing t.e.i.v. artikelen 325 lid 1 cq 330 j° 49 lid 1 sub 1
Wetboek van Strafrecht)
Bewezenverklaring
Het Hof acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
Dagvaarding met parketnummer 500.00249/17
dat hij, op
of omstreeks23 februari 2017
inCura
çao, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening, heeft weggenomen:

een laptop en/ofeen mobiele
telefoon(I-phone-6)
en/of een aantal sieraden, althans enig(e) goed(eren) geheel of ten deletoebehorende aan
die[benadeelde partij 3],
in elk geval (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn, verdachte’s,
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
/of
met het oogmerk om zichzelf
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld die [benadeelde partij 3] heeft gedwongen tot afgifte van:

een laptop en/of een mobiele telephone (I-phone-6) en/ofeen aantal sieraden
, althans enig(e) goed(eren) geheel of ten deletoebehorende aan die [benadeelde partij 3]
, in elk geval (een) ander(en) dan verdachte,
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit:
  • het in de nachtelijke uren onverhoeds en/of gemaskerd de woning van die [benadeelde partij 3] binnendringen en/of
  • daarna:die [benadeelde partij 3] in bedwang houden door een mes tegen haar keel aan te zetten en
    /of
  • aan die [benadeelde partij 3] met een dreigende stem te vragen naar geld en
  • met kracht die [benadeelde partij 3] aan haar
  • die [benadeelde partij 3] bij haar
  • met zijn verdachtes
subsidiair
dat hij op of omstreeks 23 februari 2017 te Curacao, ter uitvoering van het door
hem, verdachte voorgenomen misdrijf, om met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening weg te nemen een laptop en/of een mobiele telephone (I-phone-6)
en/of een aantal sieradenen/of geld,in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of
ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3] gepleegd met het oogmerk
om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren,
en/of
om met het oogmerk zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 3] te dwingen tot de afgifte van
een laptop en/of een mobiele telephone (I-phone-6) en/of een aantal sieradenen/of
geld,in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan die
[benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit:
  • in de nachtelijke uren onverhoeds en/of gemaskerd de woning van die [benadeelde partij 3] binnengedrongen en/of
  • daarna die [benadeelde partij 3] in bedwang gehouden door een mes tegen haar keel aan te zetten en/of
  • aan die [benadeelde partij 3] met een dreigende stem gevraagd naar geld en/of sieraden en/of
  • met kracht die [benadeelde partij 3] aan haar getrokken, waardoor die [benadeelde partij 3] ten val kwam en/of
  • die [benadeelde partij 3] bij haar door de kamer gesleept en/of
  • met zijn verdachtes tot vuist(en) gebalde handen die [benadeelde partij 3] meermalen met kracht in het gezicht en/of op het lichaam geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Dagvaarding met parketnummer 500.00114/17
1.
(diefstal ovo te [plaats delict 1])
dat hij op
of omstreeks24 december 2016
althans in of omstreeks de maand december 2016inCuraçao,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit/in een
pandte [plaats delict 1], die in gebruik is bij een ander dan door verdachte
en/of zijn mededader(s), alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s) zichopzettelijk en wederrechtelijk vertoefde
/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
een bedrag aan geld
van ongeveer zeventienduizend vijfhonderd zeventig guldensen
/ofvier cheques van [NAAM BANK 1]
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/ofzijnmededader(s),
waarbij verdachte
en/ofzijnmededader(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft
/hebbenverschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onderzijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van
braak en/ofverbreking
, te weten door braak/verbreking, en
/of doorinklimming
en/of door middel van een valse sleutel, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) een (keuken)raam vernield in elk geval geforceerd;
2.
(poging diefstal ovo te [plaats delict 1])
dat hij, op
of omstreeks 02 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017,inCura
çao,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om in/uit
ineen woning te [plaats delict 1] die in gebruik is bij een ander, dan
doorverdachte
en/of zijn mededader(s), alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s) zichopzettelijk en wederrechtelijk vertoefde
/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, weg te nemen enig(e) goed(eren) en/of geld, althans (een) goed(eren) van verdachte’s,
en/of zijn, mededader(s)gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte
’s, en/of zijn, mededader(s)zich de toegang tot voornoemde woning
teheeft verschaften/of het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn, verdachtes, en/of zijn, mededader(s) bereik te brengendoor middel van braak en
/ofverbreking en
/ofinklimming, met voormeld oogmerk opzettelijk, een keukenraam heeft
/hebbenvernield, terwijl de uitvoering van dat door hem
,verdachte,
en/of zijn mededader(s)voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
(diefstal ovo [plaats delict 2])
dat hij in of omstreeks de periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 24 januari 2017 althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit/in een woning te [plaats delict 2], die in gebruik is bij een ander dan door verdachte en/of zijn mededader(s), alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich opzettelijk en wederrechtelijk vertoefde/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen ,
een of meer nog onbekend aantal goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/ofzijnmededader(s),
waarbij verdachte en/ofzijnmededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onderzijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door door de eterniet op het balkon te verielen en/of vervolgens een of meer shutters weg te halen uit een of meer ramen en/of uit een deur, en/of door inklimming en/of door middel van een valse sleutel;
subsidiair
(poging diefstal ovo [plaats delict 2])
dat hij in
of omstreeksde periode vanaf 23 januari 2017 tot en met 24 januari 2017
althans in of omstreeks de maand januari 2017inCuraçao,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om in/uit
ineen woning te [plaats delict 2], die in gebruik is bij een ander, dan
doorverdachte
en /of zijn mededader(s), alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s) zichopzettelijk en wederrechtelijk vertoefde
/vertoefden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, weg te nemen enig(e) goed(eren) en/of geld, althans (een) goed(eren) van verdachte’s,
en/of zijn, mededader(s)gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte
’s, en/of zijn, mededader(s)zich de toegang tot voornoemde woning
teheeft verschaften/of het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn, verdachtes, en/of zijn, mededader(s) bereik te brengendoor middel van braak en
/ofverbreking en
/ofinklimming, met voormeld oogmerk opzettelijk, de eter
niet van het balkon heeft
/hebbenvernield en/of vervolgens uit een of meer ramen
en/of uit een deureen of meer shutters
heeft gehaald, terwijl de uitvoering van dat door hem
,verdachte,
en/of zijn mededader(s)voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
(verkrachting)
dat hij op
of omstreeks25 januari 2017
inCuraçao door geweld of
(een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)en
/ofdoor bedreiging met geweld
of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)[benadeelde partij 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van
(een)handeling
(en
)die
(mede
)bestond
(en
)uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 2], hebbende hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [benadeelde partij 2] gebracht en
/ofgeduwd en
/ofgehouden, terwijl hij verdachte
s, daarbij stotende beweging met zijn onderlichaam maakte,
welk geweld of die andere feitelijkhe
(i)d
(en
) en/of welke bedreiging met geweld
of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan uit het onverhoeds in de nachtelijke uren in de woning van die [benadeelde partij 2] verschijnen, en
/ofaldaar die [benadeelde partij 2] bij haar hand vastpakken en
/ofvervolgens die [benadeelde partij 2] in buikligging leggen en
/ofeen doek met een sterk riekend middel voor
/tegen aande neus van die [benadeelde partij 2] houden en
/of aan die [benadeelde partij 2] vragen waar het geld ligt en/ofvragen of zij dood wil gaan en
/ofdenachtjapon van die [benadeelde partij 2] omhoog halen en
/ofverdachtes penis tegen
aanhet onderlichaam van die [benadeelde partij 2] houden en
/ofondanks verzet van die [benadeelde partij 2] doorgaan met zijn penis
tegenhet onderlichaam houden en
/ofvervolgens die [benadeelde partij 2] bij haar heup vastpakken en
/ofhaar onderlichaam omhoog halen en
/ofdie [benadeelde partij 2] op haar knieën zetten en
/ofde onderbroek van die [benadeelde partij 2] naar beneden halen waardoor verdachte (aldus) voor die [benadeelde partij 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
6.
(diefstal met geweld cq afpersing [plaats delict 3])
dat hij, op of omstreeks 25 januari 2017
inCura
çao,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
 een bedrag aan geld van ongeveer
NAf900,00,
althans (een) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren) geheel of ten deletoebehorende aan die [benadeelde partij 2],
in elk geval (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn, verdachte’s, mededader(s);
welke diefstal werd voorafgegaan
en/of vergezeld en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aanzijnmededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
dat hij, op of omstreeks 25 januari 2017 te Curacao, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen,
[benadeelde partij 2] heeft gedwongen tot afgifte van:

een bedrag aan geld van ongeveer NAF. 900,00, althans (een) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 2], in elk geval (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn, verdachte’s, mededader(s);
bestaande dat geweld
en/of die bedreiging met geweld uit :
  • het in de nachtelijke uren onverhoeds de slaapkamer van die [benadeelde partij 2] binnendringen en/of
  • daarnadie [benadeelde partij 2] in bedwang houden door haar hand en
    /ofheup vast te pakken en
    /ofdie [benadeelde partij 2] in buikligging te leggen en
    /ofdoor haar te laten knielen en
    /of
  • aan die [benadeelde partij 2] te vragen: “
  • een bedwelmend, althans een sterk riekend middel, voor en/of tegen de neus van die [benadeelde partij 2] aan houden en/of
  • het verkrachten,
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 500.00249/17
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1] De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
1. benadeelde partij 3][benadeelde partij 3] deed op 23 februari 2018 aangifte. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Op 23 februari 2018 zag ik een gemaskerde man in mijn woonkamer. Hij haalde een mes tevoorschijn en plaatste dit aan mijn hals. Ik voelde de punt van het mes tegen mijn hals. Hierdoor had ik mij ernstig in het leven en veiligheid bedreigd gevoeld. De man maande mij met een dreigende stem om geld en sieraden aan hem te geven. Hij rukte met kracht aan mijn haar waardoor ik op de vloer terecht kwam. Hij bleef mij aan mijn haar vasthouden en begon mij in de richting van mijn slaapkamer te slepen. Hij sloeg mij met zijn hand aan de rechterzijde van mijn gezicht. Ik gaf hem een plastic zakje met sieraden. De man maande mij voor de zoveelste keer aan om hem geld te geven. Hij sloeg mij met kracht in mijn gezicht.
Ik, verbalisant, zag dat de rechterzijde van haar gezicht opgezwollen was.” [2]
2. De huisarts, Z.G. Lau-A-Kien, heeft [benadeelde partij 3] na het incident onderzocht en de volgende medische verklaring opgesteld:
“Ik constateer blauwe plekken rond haar rechteroog en haar linkerhand en schaafwonden aan haar knieën.” [3]
3. [ benadeelde partij 3][benadeelde partij 3] heeft ter terechtzitting in eerste aanleg het volgende verklaard:
“U vraagt mij hoe het een en ander is gegaan op de dag van het incident. De verdachte begon op een gegeven moment te schreeuwen dat hij geld wilde. Hij trok het laken weg, zag mijn Iphone op het bed liggen en pakte die. Hij heeft de Iphone en de sieraden in zijn zak gestopt. De verdachte hier aanwezig is de persoon over wie ik praat.” [4]
4. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het volgende verklaard:
“Het klopt dat ik op 23 februari 2017 in de woning van [benadeelde partij 3][benadeelde partij 3] ben geweest.” [5]
Ten aanzien van de zaken met parketnummer 500.00114/17
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [6] De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Feit 1 en feit 2
1. benadeelde partij 1] deed op 2 januari 2017 aangifte. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Ik woon aan de [plaats delict 1] in Curaçao. Op 24 december 2016 (het Hof begrijpt: 23 december 2016), ging ik omstreeks 23:30 uur naar bed. Alle ramen en deuren heb ik gesloten en op slot gedaan. De volgende dag vertelde mijn dochter dat er geld was verdwenen. Het bleek dat onbevoegden geld en 4 checkbonnetjes (het Hof begrijpt: cheques) van de [NAAM BANK 1]-bank hadden meegenomen.
Op 2 januari 2017 omstreeks 03:12 uur rende mijn schoondochter (het Hof begrijpt: schoonzus) schreeuwend mijn slaapkamer binnen. Zij vertelde dat zij een onbevoegde bij het raam van haar slaapkamer zag staan. In mijn beveiligingscamera zag ik dat iemand bezig was aan het keukenraam. Deze onbevoegde had het kozijn van het raam vernield.” [7]

2.[benadeelde partij 1] heeft op 22 februari 2017 een verklaring afgelegd:

“Ik ben eigenaar van de zaak genaamd Kapsalon [naam kapsalon] te [plaats delict 1]. Mijn woning bevindt zich boven mijn zaak. Er is een trap die mijn woning en mijn zaak met elkaar verbindt. Op 23 december 2016 heb ik omstreeks 18:00 uur de zaak gesloten en ben via de binnenkant van de zaak naar mijn woning gegaan. Op 24 december 2016 heeft mijn dochter aan mij gevraagd of ik het geld dat zij van klanten had verzameld en ook de winst van 23 december 2016 had bewaard. Het geld dat mijn dochter van de klanten had verzameld was in een la van een bureau in het kantoor, welke zich in mijn zaak bevindt. De winst van 23 december 2016 heb ik in de zaak in een la onder het kassaregister achtergelaten. Op het moment dat mijn dochter in het kantoor was kon zij het geld nergens vinden. Mijn dochter en mijn man hebben de beveiligingscamera’s bekeken. Ze hebben gezien dat een onbekende man in de nachtelijke uren had ingebroken en het geld dat zowel in het kantoor als in de la onder het kassaregister was heeft meegenomen. De man was in het balkon van mijn woning gesprongen, alwaar hij het keukenraam ten zuiden van de woning met uitzicht op de [naam straat] in Otrobanda heeft opengemaakt. Hij sprong via het keukenraam in de woning. Hij heeft het muskietengas voor het keukenraam weggehaald en weer teruggezet.
In de nacht van 1 januari 2017 op 2 januari 2017 logeerde de zus van mijn man bij ons. Op 2 januari 2017 vertelde zij aan ons dat een voor haar onbekende persoon het opschuifraam van haar slaapkamer had opgeschoven om naar binnen te springen. Zij vertelde dat zij hard begon te schreeuwen en dat de persoon is weggevlucht. Wij gingen direct de beveiligingscamera’s raadplegen en zagen dat de persoon nog steeds op het erf was. Bij het raadplegen van de beelden zag ik dat de persoon eerst heeft geprobeerd om via het keukenraam naar binnen te springen. Hierna ging de persoon naar het raam van de slaapkamer van mijn schoonzus. Hij heeft het muskietengas van het raam verwijderd en het raam opgeschoven.” [8]
3. De verbalisant [verbalisant 1] heeft onderzoek naar de camerabeelden van de zaak genaamd Kapsalon [naam kapsalon] te [plaats delict 1] van 24 december 2016 verricht. Hij heeft het volgende gerelateerd:
“Uit analyse van een gedeelte van de camerabeelden blijkt het volgende.
Om 03:12:16 uur, is te zien hoe een mannelijk figuur kruipend een trap gelegen aan het westelijk deel van het gebouw naar boven ging, terwijl hij naar de camera keek. Op het moment dat hij naar de camera keek, is door mij, verbalisant, duidelijk te zien dat bedoelde man de verdachte [VERDACHTE] is.
Om 03:23:32 uur, keerde hij zich om en keek naar de camera. Op dat moment, is voor mij, verbalisant, duidelijk te zien dat de verdachte de man [VERDACHTE] is.” [9]
4. De verbalisant [verbalisant 1] heeft onderzoek naar de camerabeelden van de zaak genaamd Kapsalon [naam kapsalon] te [plaats delict 1] van 2 januari 2017 verricht. Hij heeft het volgende gerelateerd:
“Uit analyse van een gedeelte van de camerabeelden blijkt het volgende.
Om 02:29:15 uur, is te zien hoe een mannelijk figuur kruipend een trap gelegen aan het westelijk deel van het gebouw naar boven ging. Terwijl de verdachte naar boven ging is een gedeelte van zijn gezicht te zien. Ik, verbalisant, heb hem direct herkend als de verdachte [VERDACHTE].” [10]
5. De verbalisant [verbalisant 2] heeft op 2 januari 2017 een forensisch onderzoek naar sporen verricht. Hij heeft het volgende gerelateerd:
“Bij het door mij, verbalisant, ingesteld onderzoek werd het spoor R3, met spooromschrijving vingerafdruk en aangetroffen op de frame van een opschuifraam gelegen aan de zuidelijke kant van de woning, veiliggesteld.” [11]
6. De verbalisant [verbalisant 2] heeft op 30 augustus 2017 ter aanvulling op het proces-verbaal van forensisch onderzoek het volgende gerelateerd:
“Het veiliggestelde spoor R3 werd opgeslagen en geregistreerd onder controle ID-nummer 10184.” [12]
7. De verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben op 3 januari 2017 een dactyloscopisch onderzoek ingesteld. Zij hebben het volgende gerelateerd:
“Wij, verbalisanten, komen tot de conclusie dat het spoor veiliggesteld met spoornummer 10184, identiek is aan een afdruk van de rechtermiddelvinger van [VERDACHTE], geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats].” [13]

8.De verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende aanvullend gerelateerd:

“De camerabeelden van 24 december 2016 en 2 januari 2017 van de Kapsalon [naam kapsalon] te [plaats delict 1] zijn door mij uitgewerkt. Ik herkende de verdachte [VERDACHTE], want op 23 april 2011 werd hij aangehouden als verdachte in een ander opsporingsonderzoek. Ik had deelgenomen aan dat onderzoek.” [14]
Feit 3
1. S. Halabi deed op 1 februari 2017 aangifte. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Ik ben de zoon van de vrouw genaamd [zoon benadeelde partij 4]. Ik doe aangifte van poging diefstal namens mijn moeder. Op 23 januari 2017, toen ik bij de woning van mijn moeder, gelegen te [plaats delict 2] in Curaçao, langs ben geweest, was alles in orde. Ik heb de woning omstreeks 15.10 uur verlaten. Toen ik op 24 januari 2017 omstreeks 18:00 uur naar de woning ging, constateerde ik toen ik binnen in de woning was, dat onbekenden hadden ingebroken. De slaapkamerdeur van mijn moeder was open geforceerd. Ik zag dat onbekenden ook in twee andere slaapkamers naar binnen zijn geweest. Ik zag dat ze via het raam van het balkon binnen in de woning zijn geklommen. Ze hebben een eterniet aan de zijde van het balkon vernield om in het balkon te komen. Ze hebben in het balkon enkele shutters vanuit het raam weggehaald om binnen in de woning te komen. De shutters waren netjes op elkaar in het balkon gestapeld.” [15]
2. De verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] hebben op 3 februari 2017 een forensisch onderzoek naar sporen verricht. Zij hebben het volgende gerelateerd:
“Op 3 februari 2017 is door ons, verbalisanten, een forensisch onderzoek naar sporen verricht aan een woning op het adres [plaats delict 2] in Curaçao. Op de verwijderde glazen shutter aangetroffen onder de gesloten porchruimte werd een vingerafdruk aangetroffen met dacty codering M01. Dit spoor is veiliggesteld. Op het moment van veiligstellen wordt aan een spoor een uniek identificatienummer toegekend.” [16]
3. Een foto van het dactyloscopisch spoor M01 dat is veilig gesteld naar aanleiding van de inbraak te [plaats delict 2] met identificatienummer 10324.
4. De verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] hebben op 14 februari 2017 een dactyloscopisch onderzoek ingesteld. Zij hebben het volgende gerelateerd:
“Wij, verbalisanten, komen tot de conclusie dat het spoor veiliggesteld met identificatienummer 10324, identiek is aan een afdruk van de linker ringvinger van de verdachte [VERDACHTE].” [17]
Feit 5 en feit 6
1. benadeelde partij 2] deed op 25 januari 2017 aangifte. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Ik woon in de woning aan de [plaats delict 3] in Curaçao. Gisteravond heb ik de deur van mijn slaapkamer open gelaten. Op een gegeven moment toen ik aan het slapen was pakte iemand mij bij mijn hand en keerde mij om. Ik kwam op mijn buik te liggen. Deze persoon had een doek met iets dat een sterke geur had voor mijn neus gezet. Deze persoon begon mij te vragen waar het geld was en of ik dood wilde gaan. Ik hoorde dat het een mannestem was. Ik voelde dat de man de nachtjapon die ik aan had omhoog begon te trekken. Ik voelde dat de penis van de man mijn onderlichaam raakte. Ik bleef mijn onderlichaam in alle richtingen bewegen om te voorkomen dat hij de kans kreeg mij met zijn penis te penetreren. Hij pakte mij hard bij mijn heup vast, trok mijn onderlijf naar boven en zette mij op mijn knieën. Ik voelde dat hij mijn onderbroek naar beneden trok. Ik voelde dat de man zijn penis in mijn vagina stopte. Daarna maakte de man in en uit bewegingen met zijn onderlichaam. Door de handeling voelde ik veel pijn. Daarna stond de man op en pakte mijn portemonnee. Hij haalde ongeveer NAf 900,00 uit mijn portemonnee.” [18]
2. De verbalisanten [verbalisant 6], [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hebben op 25 februari 2017 een forensisch onderzoek verricht. Zij hebben het volgende gerelateerd:
“Bij het door ons, verbalisanten, ingesteld onderzoek werd het spoor Q2, aangetroffen binnen op de verticale stijl van de houten kozijn van het raam gelegen aan de zuidelijke gevel van de woning, veiliggesteld. Op 14 februari 2017 werden het dactyloscopische sporenonderzoek uitgevoerd. Wij, verbalisanten, concluderen dat het spoor Q2, identiek is aan de linkerwijsvinger van de verdachte [VERDACHTE].” [19]
4. De verbalisant [verbalisant 7] heeft op 30 januari 2017 materiaal ontvangen. Hij heeft het volgende gerelateerd:
“Het in beslag genomen laken werd ten behoeve van een DNA-onderzoek bij het gerechtelijk laboratorium van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: het NFI) veiliggesteld en voorzien van een identiteitszegel.
SIN-CODE
Omschrijving
Verpakking
Reden
veiligstellen
Instantie die het
onderzoek doet
Uitslag
Onderzoek
AAAG9349NL
Roze laken
Bruine papieren zak
Biologisch
Sporenonderzoek
DNA-onderzoek
NFI
DNA-profiel
5. Het NFI heeft het roze laken met SIN-code AAAG9349NL onderzocht op de aanwezigheid van biologische sporen en vervolgens DNA-onderzoek gedaan en het volgende gerelateerd:
“Op het laken zijn enkele haren aangetroffen. De wortels van elf hoofdharen, de wenkbrauw/wimperhaar en twee niet te classificeren haren zijn veiliggesteld als AAKF5397NL#01 tot en met #14 voor een autosomaal DNA-onderzoek.
SIN
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AAKF5397NL#04
DNA-profiel van een man
[verdachte]
Kleiner dan 1 op 1 miljard
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van parketnummer 500.00249/17
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, omdat de verklaringen van de aangeefster onbetrouwbaar zijn en dus niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd en er geen ander bewijs is voor de verweten gedragingen.
Het Hof overweegt als volgt.
Het Hof ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen van de aangeefster. De aangeefster is direct na het incident naar de politie gegaan om aangifte te doen. Zij heeft consistent en gedetailleerd verklaard wat er tussen haar en de verdachte is voorgevallen in de woning. Deze verklaring vindt steun in het letsel dat de politie constateerde tijdens het doen van de aangifte, de reparatiefactuur voor het beschadigde raam van de woning van de aangeefster [22] en de afgeluisterde telefoongesprekken tussen haar en de verdachte in de dagen na het incident, waarin de aangeefster onder andere spreekt over het feit dat ze bij de dokter is omdat “het ding opgezwollen is en heel groot werd” en dat ze nog steeds in shock is en wil weten waarom de verdachte “dat met haar heeft gedaan”en waarin de verdachte aan de aangeefster vraagt of zij weet hoeveel spijt hij heeft van het gebeurde [23] . Deze gesprekken passen niet bij de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg dat het letsel van de aangeefster is veroorzaakt doordat ze op enig moment achter hem aanliep en uitgleed in de woning. Daarbij komt dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, anders dan ter terechtzitting in eerste aanleg, heeft verklaard dat hij helemaal niet aanwezig was op het moment dat aangeefster letsel opliep. Het Hof gaat, gelet op het voorgaande, dan ook aan deze verklaring als zijnde ongeloofwaardig voorbij.
Het verweer wordt verworpen.
Ten aanzien van parketnummer 500.00114/17
Met betrekking tot feit 5 overweegt het Hof dat, anders dan de raadsvrouw kennelijk aanvoert, het resultaat van het vergelijkend DNA-onderzoek met betrekking tot het aangetroffen haarspoor op het in beslag genomen laken, bruikbaar is voor het bewijs. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het NFI het betreffende laken eerst heeft onderzocht op de aanwezigheid van lichaamsvloeistoffen zoals sperma en bloed. Toen dat niet tot resultaat leidde, heeft het NFI op verzoek van het openbaar ministerie het laken ook onderzocht op haarsporen. Van enige onregelmatigheid in de gevolgde procedure is het Hof in ieder geval niet gebleken.
Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 500.00249/17:
Het bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291 juncto artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen een persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken
en
afpersing.
Ten aanzien van de zaken met parketnummer 500.00114/17:
Het onder 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:289 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toeging tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking en inklimming.
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:290 juncto artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Poging tot diefstal in een woning door iemand die artikel 2:65 heeft overtreden vergezeld van braak en inklimming.
Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:290 juncto artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Poging tot diefstal in een woning door iemand die artikel 2:65 heeft overtreden vergezeld van braak, verbreking en inklimming.
Het onder 5 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Verkrachting.
Het onder 6 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen een persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte is te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het Hof kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het Hof neemt daarbij het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich gedurende een periode van enkele maanden schuldig gemaakt aan meerdere ernstige strafbare feiten. Hij heeft door zijn handelen de slachtoffers niet alleen financiële schade toegebracht, maar ook psychisch leed berokkend. Twee van de slachtoffers werden in hun woning, een plek waar men zich bij uitstek veilig moet kunnen voelen, overvallen. In het geval van slachtoffer [bendadeelde partij 3] werd zij met een mes bedreigd en geslagen. Slachtoffer [benadeelde partij 2] werd eveneens bedreigd door de verdachte. Bovendien is zij door de verdachte in haar eigen woning seksueel misbruikt, hetgeen begrijpelijkerwijs een buitengewoon traumatische gebeuren moet zijn geweest voor deze dame op leeftijd. De verdachte heeft haar direct na de verkrachting ook nog bestolen. De ervaring leert dat slachtoffers van overvallen nog lang daarna last houden van traumatische- en angstgevoelens. Overvallen versterken bovendien gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal in een woning en twee pogingen daartoe. Woninginbraken brengen voor de bewoners en omwonenden een gevoel van onveiligheid en onrust met zich. Het Hof neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij tweemaal binnen een week tijd bij dezelfde woning heeft toegeslagen. Het handelen van de verdachte vormt een flinke inbreuk op de rechtsorde.
Verder geldt dat de verdachte niet heeft laten blijken dat hij het kwalijke van zijn handelen inziet. De verdachte heeft immers in het voorbereidend onderzoek zich hoofdzakelijk beroepen op zijn zwijgrecht en ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep zijn betrokkenheid stellig ontkend.
De proceshouding van de verdachte, de omstandigheid dat de inbraken in de nachtelijke uren hebben plaatsgevonden in of via woningen en de bijzondere kwetsbaarheid van het slachtoffer [benadeelde partij 2], vanwege de verkrachting gepaard gaande met een beroving in haar woning, zijn omstandigheden die naar het oordeel van het Hof aanzienlijk strafverhogend werken.
Ten nadele van de verdachte houdt het Hof voorts rekening met het feit dat de verdachte in het jaar 2011 ook is veroordeeld tot een forse gevangenisstraf vanwege de verkrachting van een dame op leeftijd.
Op grond van dit alles komt het Hof tot de slotsom dat de door het Gerecht opgelegde gevangenisstraf van 12 jaren onvoldoende recht doet aan de ernst van het bewezen verklaarde. Het Hof is - met eenparigheid van stemmen - van oordeel dat een gevangenisstraf van 14 jaren passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die onder andere blijken uit de onderzoeken van de psycholoog en psychiater, nopen niet tot een andere of lagere straf.
Beslag
Onder de verdachte is een auto in beslag genomen: een Toyota type Tercel met kentekennummer [KENTEKENNUMMER].
Het Hof is met de procureur-generaal van oordeel dat de auto vatbaar is voor verbeurdverklaring. Het Hof stelt in dat verband vast dat de auto aan de verdachte toebehoort en dat met behulp daarvan een aantal van de bewezen verklaarde feiten is begaan.
Het Hof zal daarom de verbeurdverklaring gelasten. Daarbij heeft het Hof rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Schadevergoeding
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 500.00249/17
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Die vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot het gevorderde bedrag van NAf 274,70.
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft zich bij monde van een medewerker van Stichting Slachtofferhulp Curaçao in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 3] als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van NAf 274,70.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Hof ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
Ten aanzien van de zaken met parketnummer 500.00114/17
De benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] hebben zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De benadeelde partij van [benadeelde partij 1] is bij vonnis waarvan beroep in de vordering niet-ontvankelijk verklaard. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van NAf 5.967,00.
De benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] hebben zich bij monde van een medewerker van Stichting Slachtofferhulp Curaçao in hoger beroep opnieuw gevoegd, naar het Hof begrijpt, voor het bedrag van de oorspronkelijke vorderingen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is - bij gebreke van betwisting van de hoogte van het gevorderde schadebedrag - het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1] als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van NAf 17.570,00.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 2] als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Evenals het Gerecht zal het Hof het gevorderde bedrag van NAf 5.967,00 aan immateriële schade toewijzen. Anders dan het Gerecht zal het Hof echter tevens een bedrag van NAf 900,00 aan immateriële schade toewijzen, aangezien uit het dossier genoegzaam is gebleken dat de verdachte dit bedrag van de benadeelde partij heeft weggenomen. Het Hof wijst derhalve in totaal NAf 6.867,00 als schadevergoeding toe.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Hof is van oordeel dat de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] voor het overige niet inhun vorderingen kunnen worden ontvangen en dat zij dat deel van de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Het Hof ziet aanleiding daarbij schadevergoedingsmaatregelen als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van de verschuldigde bedragen niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:67, 1:68, 1:78 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht voor zover aan het oordeel van het Hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen zijn verklaard, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
14 (veertien) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven auto van het merk Toyota (type Tercel, kentekennummer [KENTEKENNUMMER]);
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 500.00249/17
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij 3] geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 274,70 (zegge: tweehonderdvierenzeventig gulden en zeventig cent),tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 3]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 274,70 (zegge: tweehonderdvierenzeventig gulden en zeventig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
Ten aanzien van de zaken met parketnummer 500.00114/17
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 17.570,00 (zegge: zeventienduizend vijfhonderd-zeventig gulden),tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 17.570,00 (zegge: zeventienduizend vijfhonderdzeventig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
122 (honderdtweeëntwintig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 6.867,00 (zegge: zesduizend achthonderdzevenenzestig gulden),tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 6.867,00 (zegge: zesduizend achthonderdzevenenzestig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
69 (negenenzestig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
verklaart de benadeelde partijen
[benadeelde partij 1]en
[benadeelde partij 2]in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vorderingen in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partijen gemaakte kosten, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
bepaalt, voor iedere hiervoor toegewezen vordering en opgelegde schadevergoedingsmaatregel, dat indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. S. Verheijen, S.A. Carmelia en M.B. van den Enden, leden van het Hof, bijgestaan door R.A. Caupain, (zittings)griffier, en op
13 december 2018 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.
mr. S. Verheijen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao, Bureau Roofovervallen Bestrijding, sluitingsdatum d.d. 13 augustus 2017, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017007666.20170813.1600 en de onderzoeksnaam “Gouv van Landsbergeweg”, het aanvullend proces-verbaal van 23 augustus 2017 en het aanvullend proces-verbaal van 31 augustus 2017.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 23 februari 2018, pagina 8-11.
3.Schriftelijk bescheid, te weten een medische verklaring, d.d. 28 februari 2017, bijlage bij het aanvullend proces-verbaal van 23 augustus 2017.
4.Proces-verbaal van de op 26 januari 2018 terechtzitting van het Gerecht. .
5.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep van 22 november 2018, zoals die eventueel later – indien tegen dit vonnis beroep in cassatie wordt ingesteld – in het proces-verbaal van die terechtzitting zal worden weergegeven.
6.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao, Team Jeugd en Zeden, sluitingsdatum d.d. 9 augustus 2017, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2017080915100 en de onderzoeksnaam “[onderzoeksnaam]”.
7.Proces-verbaal van aangifte d.d. 2 januari 2017, pagina 35-37.
8.Proces-verbaal nader verhoor aangeefster d.d. 15 maart 2017, pagina 41-44.
9.Proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 30 augustus 2017, aanvullend einddossier onderzoek [onderzoeksnaam], pagina 15-19.
10.Proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 30 augustus 2017, aanvullend einddossier onderzoek [onderzoeksnaam], pagina 20-23.
11.Proces-verbaal van forensisch onderzoek, d.d. 14 juli 2017, pagina 53-62.
12.Aanvullend proces-verbaal d.d. 30 augustus 2017, los stuk.
13.Proces-verbaal van dactyloscopisch onderzoek te [plaats delict 1], d.d. 4 januari 2017, pagina 63-65.
14.Proces-verbaal van bevinding van herkenning d.d. 16 november 2018, los stuk.
15.Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 februari 2017, pagina 73-75.
16.Proces-verbaal van forensisch onderzoek, d.d. 31 augustus 2017, los stuk.
17.Proces-verbaal van dactyloscopisch onderzoek te [plaats delict 2], d.d. 7 maart 2017, pagina 82-84.
18.Proces-verbaal van aangifte d.d. 3 februari 2017, pagina 105-108.
19.Proces-verbaal van forensisch onderzoek te [plaats delict 3], d.d. 28 februari 2017, pagina 138-151.
20.Proces-verbaal van ontvangen materiaal te [plaats delict 3], d.d. 25 april 2017, los stuk.
21.Schriftelijk bescheid, te weten een rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek te [plaatsdelict 3] d.d. 28 augustus 2017, los stuk, in combinatie met een aanvullend rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek te [plaats delict 3] d.d. 19 januari 2018, los stuk.
22.Proces-verbaal bevinding [benadeelde partij 3] d.d. 18 augustus 2017, los stuk.
23.Proces-verbaal van tapgesprekken d.d. 28 augustus 2017, bijlage bij het aanvullend proces-verbaal van 31 augustus 2017 in het onderzoek Gouv van Landsbergeweg.