In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarbij de verdachte op 7 december 2017 was veroordeeld tot een voorwaardelijke hechtenis van twee weken, een geldboete van 1.200 florin en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor negen maanden. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat zijn recht op consultatie van een advocaat is geschonden en dat de ademanalyse onbetrouwbaar is vanwege een medische aandoening. Het Hof heeft de vordering van de procureur-generaal gehoord en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman overwogen. Het Hof oordeelt dat het consultatierecht niet is geschonden, omdat de verdachte afstand heeft gedaan van dit recht. Ook de argumenten over de ademanalyse worden verworpen, omdat de verdachte niet heeft aangetoond dat hij om een bloedtest heeft gevraagd. Het Hof komt tot de conclusie dat de eerdere veroordeling deels moet worden vernietigd en legt een nieuwe straf op, waarbij de geldboete en de ontzegging van de rijbevoegdheid worden aangepast. De uitspraak is gedaan op 21 december 2018.