In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, wonend in Aruba, tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 16 oktober 2017. Het Gerecht had het beroep van appellante tegen een beslissing van het uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering niet-ontvankelijk verklaard. De achtergrond van de zaak betreft een verzoek van appellante om restitutie van medische kosten, dat gedeeltelijk was toegewezen door het uitvoeringsorgaan op 6 januari 2016. Appellante maakte bezwaar tegen de beslissing van het uitvoeringsorgaan, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 17 januari 2017. Appellante diende vervolgens een beroepschrift in, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend. Het Hof heeft de zaak op 4 oktober 2018 behandeld, waarbij appellante en haar vertegenwoordiger aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het uitvoeringsorgaan. Het Hof overwoog dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift was begonnen op 18 januari 2017 en eindigde op 28 februari 2017. Aangezien appellante het beroepschrift pas op 6 maart 2017 indiende, was het beroep niet tijdig ingesteld. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.