ECLI:NL:OGHACMB:2018:299

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
16 juli 2018
Publicatiedatum
3 juli 2019
Zaaknummer
H 69/2017
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba inzake gewapende overvallen en vuurwapenbezit

Op 16 juli 2018 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De verdachte, geboren in 1984 en thans gedetineerd in Nederland, was eerder veroordeeld voor meerdere gewapende overvallen en vuurwapenbezit. Het Gerecht had de verdachte vrijgesproken van één van de ten laste gelegde feiten, maar hem wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren voor de overige feiten. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.

In het hoger beroep heeft het Hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het Hof kennisnam van de vordering van de procureur-generaal en de verdediging van de verdachte. De procureur-generaal heeft gevorderd dat het vonnis van het Gerecht zal worden bevestigd, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. Het Hof heeft de bewijsconstructie van de overvallen en het vuurwapenbezit zorgvuldig onderzocht, met bijzondere aandacht voor de enkelvoudige fotoconfrontaties die door de aangevers zijn gedaan.

Het Hof heeft geoordeeld dat de bewijsvoering voldoende steun biedt voor de betrokkenheid van de verdachte bij de bewezenverklaarde feiten. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht vernietigd voor zover het betrekking heeft op de vrijspraak en heeft de verdachte alsnog schuldig bevonden aan de feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren, waarbij het Hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. Tevens zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

Zaaknummer: H 69/2017

Parketnummers: P-2016/04077 en P-2016/10964 (gevoegd)
Uitspraak: 16 juli 2018 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 5 april 2017, hersteld bij vonnis van 12 juli 2017, in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting in Vught, Nederland.
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder parketnummer P-2016/10964 ten laste gelegde feit 1 vrijgesproken en ter zake van de onder voornoemd parketnummer ten laste gelegde feiten 2, 3 en 4 alsmede de onder parketnummer P-2016/04077 ten laste gelegde feiten 1, 2 en 3 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft het Gerecht beslissingen genomen ten aanzien van in beslag genomen voorwerpen en vorderingen tot schadevergoeding van benadeelde partijen.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Nu alleen de verdachte hoger beroep heeft ingesteld, is het vonnis waarvan beroep slechts aan beoordeling in hoger beroep onderworpen voor zover het betrekking heeft op de beslissingen ten aanzien van de onder parketnummer P-2016/04077 ten laste gelegde feiten 1, 2 , 3 en 4 en de onder parketnummer P-2016/10964 ten laste gelegde feiten 2, 3 en 4.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. F.A.P.M. van Deutekom, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. D.G. Illes, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Namens de verdachte is een bewijs(middel)verweer gevoerd en vrijspraak ten aanzien van alle tenlastegelegde feiten bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het Hof kan zich op onderdelen niet met het vonnis waarvan beroep verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het Hof het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
:
Parketnummer P-2016/04077
Zaak [zaaksnaam 1]
1. dat hij op of omstreeks 24 maart 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, te weten AWG 1.501,-, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes medededader, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen onder meer die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
  • een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en in de richting van en op het lichaam van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en
  • een patroonhouder, gevuld met scherpe patronen, uit een pistool heeft gehaald en getoond aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] en
  • tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd "niets doen anders schiet ik je dood" en "Quedense quieto y no se muevan. Si alguien se mueve disparo" en/of "Si te mueves te disparo y te mato. Esto es serio te mato.", althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking ;
(artikel 2:291 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
en
dat hij op of omstreeks 24 maart 2016 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot afgifte van vingerringen en geld, te weten AWG 1.160,-, en een portemonnee en een polshorloge, in elk geval aan enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mededader, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
  • een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en in de richting van en op het lichaam van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en
  • een patroonhouder, gevuld met scherpe patronen, uit een pistool heeft gehaald en getoond aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] en
  • tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd "niets doen anders schiet ik je dood" en "Quedense quieto y no se muevan. Si alguien se mueve disparo" en/of "Si te mueves te disparo y te mato. Esto es serio te mato.", althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking ;
(artikel 2:294 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
Zaak [zaaksnaam]
2. dat hij op of omstreeks 27 maart 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geld bedrag, te weten AWG 1.200,-, en beltegoedkaartjes en een fles whisky, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes medededader, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
  • een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en in de richting van en op het lichaam van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en
  • op het lichaam van [slachtoffer 4] heeft gericht gehouden en heeft doorgeladen;
(artikel 2:291 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
Zaak [zaaksnaam 3]
3. dat hij in de periode van 24 maart 2016 tot en met 26 april 2016 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een vuurwapen/vuurwapens, te weten twee pistolen, en munitie voorhanden heeft gehad, in elk geval een vuurwapen/vuurwapens en munitie als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening;
(artikel 3 van de Vuurwapenverordening)
4. dat hij in de periode van 24 maart 2016 tot en met 26 april 2016 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een handgranaat, zijnde een vuurwapen als bedoeld in de artikelen 1 en 3 van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
(artikel 3 jo 1 van de Vuurwapenverordening)
Parketnummer P-2016/10964
Zaak [zaaksnaam 4]
2. dat hij op of omstreeks 17 april 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • een Colombiaans paspoort en een mobiele telefoon/Iphone 4, in elk geval enig
  • een damestas met inhoud en een mobiele telefoon/Samsung Galaxy S3 en een mobiele telefoon/Samsug, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6];
  • een of meer damestassen met inhoud en een mobiele telefoon/Orinoquia en een mobiele telefoon/Blue Selfie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan . [slachtoffer 7],
  • een mobiele telefoon van het merk Nokia C-3 en een portemonnee met inhoud,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8]; in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes medededader, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
  • een zilverkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 5] en in de richting van het gezicht en het hoofd van die [slachtoffer 5] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en die [slachtoffer 5] met het vuurwapen/voorwerp tegen zijn achterhoofd heeft/hebben geslagen en tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en "Esto es un atraco", althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking en die [slachtoffer 5] meermalen duwen en
  • (een) vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 6] en de tas van die [slachtoffer 6] vanuit haar hand heeft/hebben gerukt en die [slachtoffer 6] met het vuurwapen/voorwerp tegen haar achterhoofd heeft/hebben geslagen en die [slachtoffer 6] op de grond heeft geduwd en tegen die [slachtoffer 6] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een) vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 7] en een zwart/zilverkleurig vuurwapen, althans (een) op (een) vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het lichaam van die [slachtoffer 7] heeft/hebben gedrukt en die [slachtoffer 7] bij haar nek heeft/hebben vast gehouden en die [slachtoffer 7] heeft/hebben geduwd en tegen die [slachtoffer 7] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een) zwart-zilverkleurige vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 8] en een zwart-/zilverkleurig vuurwapen/voorwerp tegen het achterhoofd van [slachtoffer 8] heeft/hebben gedrukt en tegen die [slachtoffer 8] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd "Este es un atraco", althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking en tegen die [slachtoffer 8] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en die [slachtoffer 8] met het vuurwapen/voorwerp tegen zijn achterhoofd heeft/hebben geslagen;
(artikelen 2:291 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
3. dat hij op of omstreeks 17 april 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 8] heeft/hebben gedwongen tot afgifte van een polshorloge en een trouwring, in elk geval aan enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mededader, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
  • een zilverkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 5] en in de richting van het gezicht en het hoofd van die [slachtoffer 5] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en die [slachtoffer 5] met het vuurwapen/voorwerp tegen zijn achterhoofd heeft/hebben geslagen en tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en "Esto es un atraco", althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking en die [slachtoffer 5] meermalen duwen en
  • (een) vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 6] en de tas van die [slachtoffer 6] vanuit haar hand heeft/hebben gerukt en die [slachtoffer 6] met het vuurwapen/voorwerp tegen haar achterhoofd heeft/hebben geslagen en die [slachtoffer 6] op de grond heeft geduwd en tegen die [slachtoffer 6] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een) vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 7] en een zwart/zilverkleurig vuurwapen, althans (een) op (een) vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het lichaam van die [slachtoffer 7] heeft/hebben gedrukt en die [slachtoffer 7] bij haar nek heeft/hebben vast gehouden en die [slachtoffer 7] heeft/hebben geduwd en tegen die [slachtoffer 7] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een) zwart-zilverkleurige vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 8] en een zwart-/zilverkleurig vuurwapen/voorwerp tegen het achterhoofd van [slachtoffer 8] heeft/hebben gedrukt en tegen die [slachtoffer 8] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd "Este es un atraco", althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking en tegen die [slachtoffer 8] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en die [slachtoffer 8] met het vuurwapen/voorwerp tegen zijn achterhoofd heeft/hebben geslagen;
(artikelen 2:294 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
Zaak [zaaksnaam 4] 2
4. dat hij op of omstreeks 17 april 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon/ Blue, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes medededader, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader
  • een nikkelkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de ribben althans het lichaam van die [slachtoffer 8] heeft/hebben geplaatst en
  • een nikkelkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 8] heeft/hebben geplaatst en
  • deze/dit vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 8].
(artikel 2:291 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
Vrijspraak van P-2016/10964 feit 4
Het Hof is anders dan het Gerecht van oordeel dat voor het onder P-2016/10964 feit 4 ten laste gelegde onvoldoende wettig bewijs voorhanden is. Het Hof overweegt daartoe als volgt.
De aangever heeft de verdachte herkend bij een enkelvoudige fotoconfrontatie. Nog daargelaten dat het gebruik van het resultaat van een enkelvoudige fotoconfrontatie met behoedzaamheid moet worden benaderd, is hier sprake van twee bewijsmiddelen die te herleiden zijn tot één bron, namelijk de verklaring van de aangever. De verklaring van de getuige [getuige 1] biedt onvoldoende steun voor het tenlastegelegde daderschap van de verdachte nu de verdachte diezelfde avond betrokken is geweest bij een andere overval (bewezenverklaard feit 2 onder parketnummer P-2016/10964) en de verklaring van voornoemde getuige over bij een overval buitgemaakte goederen slechts op die overval zou kunnen zien. Het bewijs van daderschap kan evenmin worden gebaseerd op een schakelbewijsconstructie met voornoemd bewezenverklaard feit, nu specifieke en kenmerkende gelijkenissen tussen beide overvallen ontbreken. Het enkele feit dat de hiervoor bedoelde andere overval (bewezenverklaard feit 2 onder parketnummer P-2016/10964) in of bij dezelfde straat als feit 4 heeft plaatsgevonden is in dit verband onvoldoende, omdat uit het beschikbare bewijsmateriaal onvoldoende blijkt hoe de beide pleegplaatsen ten opzicht van elkaar zijn gelegen en tussen beide feiten ongeveer anderhalf uur is verstreken. De verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Hof acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder P-2016/04077 feiten 1, 2, 3 en 4 en P-2016/10964 feiten 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer P-2016/04077
Zaak [zaaksnaam 1]
1. dat hij op
of omstreeks24 maart 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, te weten AWG 1.501,-,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes medededader, welke diefstal werd
voorafgegaan envergezeld
en gevolgdvan
geweld enbedreiging met geweld tegen onder meer die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden engemakkelijker te maken
en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
egeweld enbedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
  • een pistool
  • een patroonhouder, gevuld met scherpe patronen, uit een pistool
  • tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
en
dat hij op
of omstreeks24 maart 2016 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door
geweld enbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
heefthebbengedwongen tot afgifte van vingerringen en geld, te weten AWG 1.160,-, en een portemonnee en een polshorloge,
in elk geval aan enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mededader,welk
egeweld enbedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
  • een pistool
  • een patroonhouder, gevuld met scherpe patronen, uit een pistool
  • tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
Zaak [zaaksnaam]
2. dat hij op
of omstreeks27 maart 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geld bedrag, te weten AWG 1.200,-, en beltegoedkaartjes en een fles whisky,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes medededader,welke diefstal werd
voorafgegaan envergezeld
en gevolgdvan
geweld enbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden engemakkelijker te maken
en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
egeweld enbedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en
/ofverdachtes mededader:
  • een pistool
  • op het lichaam van [slachtoffer 4] he
Zaak [zaaksnaam 3]
3. dat hij in de periode van 24 maart 2016 tot en met 26 april 2016 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
een vuurwapen/vuurwapens, te weten twee pistolen, en munitie voorhanden heeft gehad
, in elk geval een vuurwapen/vuurwapens en munitieals bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening;
4. dat hij in de periode van 24 maart 2016 tot en met 26 april 2016 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een handgranaat, zijnde een vuurwapen als bedoeld in de artikel
5, eerste lid1 en 3van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
Parketnummer P-2016/10964
Zaak [zaaksnaam 4]
2. dat hij op
of omstreeks17 april 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • een Colombiaans paspoort en een mobiele telefoon/Iphone 4,
  • een damestas met inhoud en een mobiele telefoon/Samsung Galaxy S3 en een mobiele telefoon/Sams
  • een of meer damestassen met inhoud en een mobiele telefoon/Orinoquia en een mobiele telefoon/Blue Selfie,
  • een mobiele telefoon van het merk Nokia C-3 en een portemonnee met inhoud,
welke diefstal werd
voorafgegaan envergezeld
en gevolgdvan geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden engemakkelijker te maken
en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
welkebedreiging met geweld hierin bestond
endat verdachte en
/ofverdachtes mededader:
  • een zilverkleurig vuurwapen,
  • (een)vuurwapens,
    althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 6] en de tas van die [slachtoffer 6] vanuit haar hand
    heeft/hebben gerukt en die [slachtoffer 6] met het vuurwapen
    /voorwerptegen haar achterhoofd
    heeft/hebben geslagen en die [slachtoffer 6] op de grond he
    bbeneftgeduwd en tegen die [slachtoffer 6]
    heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een)vuurwapen
    s, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 7] en een zwart/zilverkleurig vuurwapen,
    althans (een) op (een) vuurwapen gelijkend voorwerp,tegen het lichaam van die [slachtoffer 7]
    heeft/hebben gedrukt en die [slachtoffer 7] bij haar nek
    heeft/hebben vast gehouden en die [slachtoffer7]
    heeft/hebben geduwd en tegen die [slachtoffer 7]
    heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een) zwart-zilverkleurigevuurwapens,
    althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 8] en een
    zwart-/zilverkleurigvuurwapen
    /voorwerptegen het achterhoofd van [slachtoffer 8]
    heeft/hebben gedrukt en tegen die [slachtoffer 8]
    heeft/hebben gezegd/geschreeuwd "Este es un atraco",
    althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekkingen tegen die [slachtoffer 8]
    heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en die [slachtoffer 8] met het vuurwapen/voorwerp tegen zijn achterhoofd
    heeft/hebben geslagen;
3. dat hij op
of omstreeks17 april 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 8] heeft
/hebbengedwongen tot afgifte van een polshorloge en een trouwring,
in elk geval aan enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 8],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mededader, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond
endat verdachte en
/ofverdachtes mededader:
  • een zilverkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 5] en in de richting van het gezicht en het hoofd van die [slachtoffer 5] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en die [slachtoffer 5] met het vuurwapen/voorwerp tegen zijn achterhoofd heeft/hebben geslagen en tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en "Esto es un atraco", althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking en die [slachtoffer 5] meermalen duwen en
  • (een) vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 6] en de tas van die [slachtoffer 6] vanuit haar hand heeft/hebben gerukt en die [slachtoffer 6] met het vuurwapen/voorwerp tegen haar achterhoofd heeft/hebben geslagen en die [slachtoffer 6] op de grond heeft geduwd en tegen die [slachtoffer 6] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een) vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 7] en een zwart/zilverkleurig vuurwapen, althans (een) op (een) vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het lichaam van die [slachtoffer 7] heeft/hebben gedrukt en die [slachtoffer 7] bij haar nek heeft/hebben vast gehouden en die [slachtoffer 7] heeft/hebben geduwd en tegen die [slachtoffer 7] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en
  • (een)
    zwart-zilverkleurigevuurwapens,
    althans (een) op (een) vuurwapens gelijkende voorwerpen, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 8] en een
    zwart-/zilverkleurigvuurwapen
    /voorwerptegen het achterhoofd van [slachtoffer 8]
    heeft/hebben gedrukt en tegen die [slachtoffer 8]
    heeft/hebben gezegd/geschreeuwd "Este es un atraco",
    althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekkingen tegen die [slachtoffer 8]
    heeft/hebben gezegd/geschreeuwd om op de grond te gaan liggen en die [slachtoffer 8] met het vuurwapen
    /voorwerptegen zijn achterhoofd
    heeft/hebben geslagen.
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het door het Gerecht gebezigde bewijs
Het Hof verenigt zich met de door het Gerecht gemaakte selectie van de bewijsmiddelen. Het Hof neemt deze bewijsmiddelen dan ook over, verwijst daarnaar en legt deze ten grondslag aan zijn bewezenverklaring, met inachtneming van de volgende aanvullingen en vervangingen.
Aanvulling
Het Hof vult de bewijsmiddelen opgenomen op pagina 6 van de bewijsmiddelenbijlage, de verklaringen van de getuigen [getuige 2] en [getuige 3], als volgt aan (
cursief):
- De verklaring van [getuige 2]: (…) Het videobeeld van de gewapende overval die op 24 maart 2016 in de avonduren op de loterijverkopers van het loterijkantoor gelegen te [zaaksnaam 1] werd aan de verdachte (
het Hof begrijpt: de getuige)getoond (…)
- De verklaring van [getuige 3]: (…) Het videobeeld van de gewapende overval die op 24 maart 2016 op de loterijverkopers van het loterijkantoor gelegen te [zaaksnaam 1] dat door twee gewapende overvallers werd gepleegd, werd aan de verdachte (
het Hof begrijpt: de getuige)getoond (…)
Tevens vult het Hof het bewijsmiddel opgenomen op pagina 8 van de bewijsmiddelenbijlage, de verklaring van aangever [slachtoffer 4], als volgt aan (
cursief):
- Op 27 maart 2015 (
het Hof begrijpt: 27 maart 2016)omstreeks 20:30 uur was ik samen met mijn echtgenoot in het “[naam minimarket 1] Minimarket” gelegen te [zaaksnaam] nummer 235 (…)
Vervanging
Voor wat betreft de feiten 3 en 4 onder parketnummer P-2016/04077 (vuurwapenbezit) wordt de bewijsconstructie vervangen door de navolgende.
 De bewijsmiddelen zoals die zijn opgenomen voor de feiten genaamd Zaak [zaaksnaam 1] en Zaak [zaaksnaam] (respectievelijk feit 1 en feit 2 onder parketnummer P-2016/04077) en:
 Een proces-verbaal, hoofdstuk 4, bijlage 4.127, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 april 2016 gesloten en getekend door [naam buitengewoon agent 1], buitengewoon agent van politie bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van huiszoeking ter inbeslagname te [adres 1]:
In slaapkamer 2 werd op 24 april 2016 aangetroffen in een witte klerenkast: een kleine kluis, merk onbekend met inhoud.
 Een proces-verbaal, hoofdstuk 4, bijlage 4.127, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 26 april 2016 gesloten en getekend door [onderinspecteur 1] voornoemd, [onderinspecteur 2] voornoemd, [onderinspecteur 3] voornoemd en [onderinspecteur 4], onderinspecteur bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen kluis:
Op 26 april 2016 werd onderzoek verricht aan de zwartkleurige kluis die op 24 april 2016 tijdens huiszoeking in perceel [adres 1] werd aangetroffen in beslag genomen. De kluis werd aangetroffen in de klerenkast van de slaapkamer waar de verdachte [medeverdachte 1] verbleef. De navolgende voorwerpen werden in de kluis aangetroffen:
- Een nikkelkleurig vuurwapen met zwart handvat van het merk “[WAPENMERK 1]” met de toebehorende patroonhouder in de kast;
- Een nikkelkleurig handvuurwapen met zwart handvat merk en model onbekend van kaliber [wapennummer 1];
- Een handgranaat opgerold in bruine plastic plakband.
In de zwarte Swiss Army tas die aangetroffen werd in de kluis werden aangetroffen:
- Een blauwkleurige lange patroonhouder inhoudende scherpe patronen met daarop een paars ontwerp van een dode kop;
- Eén scherpe patroon.
 Een proces-verbaal, geschrift hoofdstuk 4, bijlage 4.133, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 28 april 2016 getekend door [brigadier eerste klasse 1], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende als verklaring van voornoemde verbalisant:
Op dinsdag 26 april 2016 werden twee vuurwapens aangetroffen in de kluis tijdens de huiszoeking bij het perceel [adres 1]. De in beslag genomen vuurwapens werden later voorzien van SIN-zegels, te weten SIN-zegel AAAG7679NL voor een pistool van het merk [wapenmerk 1] en kaliber [wapennummer 2]auto zonder serienummer en SIN-zegel AAAG7686NLvoor een pistool van het merk [wapenmerk 2]van het kaliber [wapennummer 1] millimeter en voorzien van het serienummer [serienummer 1].
 Een geschrift, bijlage 4.130A, te weten een kopie van een rapport Wapenonderzoek naar aanleiding van een huiszoeking in [adres 1] op 24 april 2016, opgemaakt op 20 juli 2016 door W. Kerkhoff, deskundige wapens en munitie bij het Nederlands Forensisch Instituut, voor zover inhoudende:
Het pistool AAAG7686NL heeft de opschriften en uiterlijke kenmerken van een semi-automatisch werkend pistool van het merk [wapenmerk], model [wapenmodel 1], kaliber [wapen nummer 3]. Bij het pistool bevinden zich veertien patronen van het kaliber [wapen nummer 3].
Tijdens het schietproeven met het pistool AAAG7686NL werden in totaal 33 schoten gelost. Vier keer trad een afvuurstoring op. Bij het doorladen traden twee aanvoerstoringen op. De greep- en trekker veiligheid zijn aanwezig en functioneren.
Het pistool AAAG7679NL heeft de uiterlijke kenmerken van een semi-automatisch werkend pistool van het merk [wapenmerk 3], model [wapenmodel 2], [wapennummer2], kaliber [wapennummer 4]. Bij het pistool bevinden zich drie patronen van het kaliber [wapennummer 4].
Tijdens het schietproeven met het pistool AAAG7679NL werden 24 schoten gelost. Vier keer trad een aanvoerstoring op en bij het doorladen trad deze storing twee keer op. De duimveiligheid is aanwezig maar functioneert niet optimaal.
 Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 november 2016 gesloten en getekend door [hoodfagent eerste klasse 1], hoofdagent eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende als verklaring van voornoemde verbalisant:
Op 26 april 2016 werd tijdens een onderzoek op een in beslag genomen kluis een scherp handgranaat aangetroffen. De handgranaat was in plastic folie gewikkeld en met plakband verder ingepakt. Op 8 november 2016 werd de handgranaat door het team explosieven opruimingsdienst van de Koninklijke Mariniers onderzocht en bleek het een handgranaat hoogstwaarschijnlijk uit Brazilië afkomstig. Het betrof een zogenaamde aanval handgranaat. Bij het exploderen komt een hoge druk vrij die iemand direct in de omgeving tegen de grond kan gooien en het bewustzijn kan doen verliezen. Ook komt een fel licht vrij die voor verblinding voor korte duur kan zorgen. Op dezelfde dag werd de handgranaat onschadelijk gemaakt door het middels C4 explosieven te doen ontploffen.
 Een proces-verbaal, hoofdstuk 4, bijlage 4.49, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2016 gesloten en getekend door [onderinspecteur 1] en [onderinspecteur 3] voornoemd, voor zover inhoudende, als verklaring van [medeverdachte 2]:
[bijnaam 1 verdachte] is een Venezolaan. Hij is de vriend van [naam vriendin verdachte]. Hij verbleef samen met [naam 1] en [naam vriendin verdachte] bij [naam wijk]. Hij heeft een pistool van het caliber [wapen nummer 2] en hij heeft een andere pistool voorzien van een lange patroonhouder. Zijn patroonhouder heeft een dodemanskop erop getekend. Ik had ook eens gezien dat hij een handgranaat in zijn bezit heeft.
 Een proces-verbaal, hoofdstuk 4, bijlage 4.64, in de wettelijke vorm en op 25 mei 2016 gesloten en getekend door [onderinspecteur 2] voornoemd en [brigadier 1], brigadier bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als verklaring van [getuige 1]:
[bijnaam 1 verdachte] is afkomstig van Venezuela. Opmerking verbalisant: met “[bijnaam 1 verdachte]” wordt de verdachte “ [verdachte]” bedoeld. [bijnaam 1 verdachte] verbleef bij een woning te [naam wijk]. Ik ben verschillende keren daar geweest. Een van die dagen dat ik daar was had [bijnaam 1 verdachte] twee vuistvuurwapens met een blauwe patroonhouder en een handgranaat opgerold in bruin plakband vanuit een kluis gehaald en aan mij getoond.
 Een proces-verbaal, hoofdstuk 4, bijlage 4.25, in de wettelijke vorm en op 29 april 2016 gesloten en getekend door [brigadier 1] en [onderinspecteur 3] voornoemd, voor zover inhoudende, als verklaring van [naam 2]:
Gedurende de dagen die wij in de woning aan [adres 1] verbleven was “[bijnaam 2 verdachte]” bij mij gekomen en had mij gezegd om “[naam 3]” voor de code van een zwartkleurige kluis te vragen. Sinds de eerste keer in januari 2016 dat ik op dit adres verbleef lag de kluis al in de woning. Op het moment dat “[bijnaam 2 verdachte]” om de code had gevraagd was de kluis leeg. De enige personen die de code van deze kluis weten zijn “[bijnaam 2 verdachte]”, “[naam 3]” en ik. Ik zag dat “[bijnaam 2 verdachte]” een grote hoeveelheid plastic zakjes marihuana in de kluis plaatste. Op 24 april 2016 was “[bijnaam 2 verdachte]” omstreeks 00:00 uur a 01:00 uur teruggekeerd. Hij had mij een zwart herentasje overhandigd en tegen mij gezegd om dit meteen in de kluis te bewaren. Ik had dit tasje van hem overgenomen en ik moet opmerken dat dit tasje zwaar woog. “[bijnaam 2 verdachte]” had toen zelf de code ingedrukt en de kluis was open gegaan. Ik had het herentasje van “[bijnaam 2 verdachte]” in de kluis bewaard. Ten aanzien van een bij mij inbeslaggenomen Venezolaans identiteitsbewijs ten name van [verdachte]: dat is het identiteitsbewijs van “[bijnaam 2 verdachte]”. Hij had mij dit overhandigd om voor hem te bewaren.
Algemene overwegingen met betrekking tot de bewijsmiddelen
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Aruba.
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft betoogd dat de bewijsconstructie van alle bewezenverklaarde overvallen door het Gerecht geheel en al is gebaseerd op de herkenning van de verdachte middels enkelvoudige fotoconfrontaties. Alleen al op grond van de gebruikte methode, maar ook door het ontbreken van specifieke aanknopingspunten waarop de herkenningen zijn gegrond, kunnen de herkenningen volgens de verdediging niet tot het bewijs worden gebezigd en dient integrale vrijspraak van de tenlastegelegde overvallen te volgen.
Het Hof stelt voorop dat behoedzaam dient te worden omgegaan met enkelvoudige fotoherkenningen en de bewijskracht daarvan, te meer als deze herkenningen de voornaamste bewijsmiddelen zijn die de betrokkenheid van een verdachte bij het hem tenlastegelegde kunnen aantonen.
De enkelvoudige herkenningen staan in alle onderhavige zaken echter niet op zichzelf en uit het dossier blijkt voldoende op welke specifieke kenmerken de herkenningen zijn gegrond. Ter toelichting overweegt het Hof als volgt.
In de zaken [zaaksnaam 1], [zaaksnaam 2] en [zaaksnaam 4] is steeds sprake van meer dan een aangever/getuige die onafhankelijk van elkaar de verdachte bij de enkelvoudige fotoconfrontatie herkennen. Zij geven daarbij steeds specifieke persoons- of kledingkenmerken op (de diverse petten, zijn (opvallende) gezicht, zijn (flap)oren en huidskleur) die aan de herkenning hebben bijgedragen. In de zaak [zaaksnaam 1] verklaren de aangevers dat zij de verdachte hebben kunnen herkennen omdat zij hem ten tijde van het plegen van de verval goed in het gezicht hebben kunnen aankijken. Deze gang van zaken vindt steun in de videobeelden. [1] Een van de aangevers in voornoemde zaak herkent de verdachte bovendien nogmaals op dezelfde foto bij de rechter-commissaris. De resultaten van de enkelvoudige herkenningen vinden bovendien in alle zaken steun in andere bewijsmiddelen. In de zaken [zaaksnaam 1] en [zaaksnaam 2] worden de fotoherkenningen door de aangevers immers ondersteund door herkenningen door zowel de verbalisanten die de verdachte hebben aangehouden als door getuigen/medeverdachten uit de eigen kring van de verdachte, die allen de verdachte herkennen op videobeelden van de beide overvallen. Het Hof heeft deze videobeelden ter terechtzitting afgespeeld. Deze beelden zijn goed van kwaliteit en laten de dader(s) duidelijk en gedurende enige tijd in beeld zien. De herkenning door voornoemde getuigen/medeverdachten - die de verdachte zeggen zowel wat betreft uiterlijk als wat betreft houding en gebaren goed te kennen en hem daaraan ook te herkennen op de beelden - zijn daarmee betrouwbaar en geloofwaardig te achten .
In de zaak [zaaksnaam 4] worden de fotoherkenningen door de aangevers ondersteund door het aantreffen van een van de weggenomen telefoons in de kluis waarover de verdachte de beschikking had alsook door de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 2] die zegt de overval met de verdachte te hebben gepleegd, welke verklaring op essentiële details (zoals het wegnemen door [bijnaam 1 verdachte] van een tasje van de hals van [naam 4]) steun vindt in de aangiftes en daarom betrouwbaar en geloofwaardig kan worden geacht.
Er is derhalve voor elk van de bewezenverklaarde overvallen naast de enkelvoudige fotoconfrontaties voldoende steunbewijs voorhanden. Van sturing door de verbalisanten die de confrontaties hebben gehouden is het Hof niet gebleken. De reden voor het houden van een enkelvoudige fotoconfrontatie in plaats van een meervoudige was blijkens de toelichting van het openbaar ministerie juist gelegen in het feit dat men beïnvloeding wilde voorkomen. De verachte was immers met zijn destijds grijs/blond geverfde haar een dermate opvallende verschijning dat zijn foto in een reeks alleen al om die reden direct zou opvallen. De verweren worden verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder P-2016/04077 feit 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in de artikelen 2:289, 2:291, 2:294 jo 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
De voortgezette handeling van
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder P-2016/04077 feit 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in de artikelen 2:289 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder P-2016/04077 feit 3 bewezen verklaarde is voorzien bij artikel 3, eerste lid, juncto artikel 1 van de Vuurwapenverordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba en strafbaar gesteld in artikel 11, eerste lid, van de Vuurwapenverordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd.
Het onder P-2016/04077 feit 4 bewezen verklaarde is voorzien bij artikel 5, eerste lid, van de Vuurwapenverordening en strafbaar gesteld in artikel 11, eerste lid, van de Vuurwapenverordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Overtreding van een verbod gesteld bij artikel 5, eerste lid, van de Vuurwapenverordening.
Het onder P-2016/10964 feit 2 en feit 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in de artikelen 2:289 en 2:291 respectievelijk 2:294 jo 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
De voortgezette handeling van
diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf en maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal gewapende overvallen en aan verboden vuurwapenbezit, waaronder het bezit van een handgranaat. Het gemak waarmee de verdachte zich telkens tezamen met anderen op lichtvaardige wijze heeft bediend van meerdere vuurwapens en bij een van de overvallen slachtoffers met fysiek geweld heeft gedwongen tot de afgifte van goederen is schokkend te noemen. Het daarnaast in het bezit zijn van een handgranaat acht het Hof even zorgelijk als laakbaar. De verdachte is uit Venezuela naar Aruba gekomen kennelijk louter om zich op deze verwerpelijke wijze te komen verrijken in Aruba, waarbij hij geen enkel oog heeft gehad voor de (psychische) gevolgen voor de directe slachtoffers en voor de samenleving van Aruba. Aruba is een land dat sterk afhankelijk is van het toerisme en een goede reputatie heeft als vakantiebestemming. Aruba wordt steeds vaker geteisterd door dit soort overvallen gepleegd door Venezolanen. Dit schaadt de reputatie van Aruba en daarmee het land. De situatie is Venezuela is zonder twijfel buitengewoon nijpend, maar biedt geen enkel excuus voor de verdachte om zich op deze wijze te gedragen in Aruba of andere Venezuela omringende (ei)landen. Daartegen moet dus streng worden opgetreden.
De verdachte heeft blijkens zijn proceshouding geen enkele verantwoordelijkheid willen nemen voor zijn handelen, laat staan berouw getoond. Ondanks het feit dat het Hof de verdachte vrijspreekt van een van de tenlastegelegde overvallen is het Hof met eenparigheid van stemmen van oordeel dat dit niet tot een lichtere gevangenisstraf moet leiden dan hem door het Gerecht is opgelegd. Daarbij slaat het Hof acht op de straffen zoals die voor soortgelijke overvallen plegen te worden opgelegd aan first offenders zoals de verdachte (ondanks zijn eigen verklaring in Venezuela eerder te zijn veroordeeld voor verboden vuurwapenbezit) en ook op het feit dat de wetgever het bezit van een handgranaat met een zwaardere gevangenisstraf heeft bedreigd dan het bezit van overige vuurwapens. Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een andere dan een vrijheidsontnemende straf. Een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren acht het Hof dan ook passend en geboden en de verdachte zal daartoe worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De in beslag genomen kluis is vatbaar voor verbeurdverklaring. Het voorwerp behoort immers toe aan de verdachte en is tot het begaan van de bewezen verklaarde misdrijven vervaardigd of bestemd.
Het Hof zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
De in beslag genomen inhoud van de kluis, te weten de twee pistolen en de handgranaat, zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Met betrekking tot de voorwerpen is het bewezen verklaarde begaan. Het ongecontroleerde bezit van de voorwerpen is bovendien in strijd met de wet en het algemeen belang. Het Hof zal de voorwerpen daarom onttrekken aan het verkeer.
Het Hof is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen zoals opgenomen in de aan dit vonnis gehechte lijst. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 1.450,= (veertienhonderd vijftig Arubaanse Florin). De vordering van de benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering. De voeging duurt van rechtswege voort in hoger beroep voor zover de vordering is toegewezen.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 1.100,= (elfhonderd Arubaanse Florin). De vordering van de benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering. De voeging duurt van rechtswege voort in hoger beroep voor zover de vordering is toegewezen.
De verdediging heeft de vorderingen niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] als gevolg van verdachtes onder P-2016/04077 feit 1 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade hebben geleden tot de gevorderde bedragen. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vorderingen tot die bedragen toewijsbaar zijn.
Het Hof ziet aanleiding ten aanzien van beide toegewezen vorderingen tevens een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De proceskosten van de benadeelde partij zullen ten laste van de verdachte worden gebracht. Tot op heden zijn die proceskosten begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:67, 1:68, 1:74, 1:75, 1:134, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg voor zover aan het oordeel van het Hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder parketnummer
P-2016/10964 feit 4 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer P-2016/04077 feiten 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer
P-2016/10964 feiten 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
10 (tien) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten de kluis;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten twee pistolen en een handgranaat;
gelast de teruggave van de overige in beslag genomen voorwerpen, zoals vermeld op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 2] geleden schade toe tot een bedrag van
Afl. 1.450,= (zegge: veertienhonderd vijftig gulden),en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
Afl. 1.450,= (zegge: veertienhonderd vijftig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 29 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] geleden schade toe tot een bedrag van
Afl. 1.100,= (zegge: elfhonderd gulden),en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
Afl. 1.100,= (zegge: elfhonderd gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 22 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komen te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partijen daarmee zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat in zoverre komen te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.C.B. Hubben, H.J. Fehmers en E. Meijer, leden van het Hof, bijgestaan door mr. C. Bernsen zittingsgriffier, en op 16 juli 2018 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba.
uitspraakgriffier:
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Eigen waarneming Hof: op de videobeelden die ter terechtzitting zijn getoond van de overval te z[aaksnaam 1] is te zien dat de aangevers de dader die de vingerringen heeft weggenomen goed hebben kunnen aankijken in zijn gezicht.