ECLI:NL:OGHACMB:2018:278
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Erkenning en naam minderjarige in civiele procedure na cassatie en verwijzing
In deze zaak gaat het om de erkenning van een minderjarige door de vader, waarbij de moeder bezwaar maakt tegen de geslachtsnaam die de minderjarige zal krijgen na erkenning. De procedure is voortgekomen uit een eerdere beschikking van de Hoge Raad der Nederlanden, die de eerdere beslissing van het Hof heeft vernietigd en het geding heeft terugverwezen. De vader verzoekt om vervangende toestemming voor erkenning van de minderjarige, terwijl de moeder de geslachtsnaam van de minderjarige wil behouden. Het Hof heeft in eerdere beschikkingen overwogen dat de geslachtsnaam van de minderjarige na erkenning de geslachtsnaam van de vader zal zijn, maar in deze procedure wordt de keuze van de geslachtsnaam opnieuw beoordeeld in het belang van het kind. Het Hof overweegt dat de moeder het eenhoofdig ouderlijk gezag heeft en dat de minderjarige bij haar woont, wat een belangrijke factor is in de beslissing. Het Hof concludeert dat het in het belang van de minderjarige is om de geslachtsnaam van de moeder te behouden, gezien de omstandigheden van het geval. De beschikking van het Hof bevestigt dat de minderjarige de geslachtsnaam van de moeder behoudt en dat de proceskosten worden gecompenseerd.