ECLI:NL:OGHACMB:2018:273
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S.A. Carmelia
- D. Radder
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake mishandeling en vernieling met psychische overmacht als verweer
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 25 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De verdachte, geboren in [geboortejaar] in [geboorteplaats] en thans gedetineerd, was eerder vrijgesproken van een aantal ten laste gelegde feiten, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden voor andere feiten. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissingen van het Gerecht met betrekking tot de straf en de in beslag genomen voorwerpen.
Tijdens de zitting heeft de procureur-generaal, mr. J. Spaans, gevorderd dat het vonnis van het Gerecht zou worden bevestigd. De raadsman van de verdachte, mr. M.K.A. Hart, heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair ontslag van rechtsvervolging gevraagd, alsook een strafmaatverweer gevoerd. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd, onder aanvulling van gronden met betrekking tot de bewijsmiddelen en de strafmotivering.
Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte op agressieve wijze de slaapkamer van zijn moeder is binnen gerend en haar heeft mishandeld, waarbij hij ook spullen heeft vernield. De verdachte had een ‘Molly’-pil ingenomen, wat zijn gedrag beïnvloedde. Het Hof oordeelde dat er sprake was van voorwaardelijk opzet, omdat de verdachte de aanmerkelijke kans op letsel en vernieling had aanvaard. Het beroep op psychische overmacht werd verworpen, omdat de verdachte zichzelf in de situatie had gebracht die leidde tot de gedragingen. De straf werd in overeenstemming met eerdere straffen in soortgelijke zaken gehandhaafd.