ECLI:NL:OGHACMB:2018:256
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen na hoger beroep
Op 19 juni 2018 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, dat op 27 september 2017 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in [geboortejaar] in [geboorteplaats], die gedetineerd is in Aruba. Het Gerecht in eerste aanleg had de verdachte een maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd voor de duur van twee jaar, en had de teruggave van in beslag genomen goederen gelast, met uitzondering van zes stengels van een marihuanaplant. Daarnaast was een vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van Afl. 1.600,-, met een voorschot op immateriële schade van Afl. 2.500,-. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze beslissing, omdat hij zich niet kon vinden in de opgelegde maatregel.
Tijdens de zitting heeft de procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zou bevestigen. Het Hof heeft de vordering van de procureur-generaal in overweging genomen, evenals de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo. Na het onderzoek op de terechtzitting heeft het Hof geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die aanleiding geven tot een andere beslissing. Het Hof heeft zich verenigd met het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg en heeft de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van twee jaar bevestigd, gezien de ernst van de feiten en de rapportages over de verdachte.