ECLI:NL:OGHACMB:2018:256

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
6 maart 2019
Zaaknummer
H-168/17 P-2017/01923 ; P-2017/01922
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen na hoger beroep

Op 19 juni 2018 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, dat op 27 september 2017 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in [geboortejaar] in [geboorteplaats], die gedetineerd is in Aruba. Het Gerecht in eerste aanleg had de verdachte een maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd voor de duur van twee jaar, en had de teruggave van in beslag genomen goederen gelast, met uitzondering van zes stengels van een marihuanaplant. Daarnaast was een vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van Afl. 1.600,-, met een voorschot op immateriële schade van Afl. 2.500,-. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze beslissing, omdat hij zich niet kon vinden in de opgelegde maatregel.

Tijdens de zitting heeft de procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zou bevestigen. Het Hof heeft de vordering van de procureur-generaal in overweging genomen, evenals de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo. Na het onderzoek op de terechtzitting heeft het Hof geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die aanleiding geven tot een andere beslissing. Het Hof heeft zich verenigd met het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg en heeft de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van twee jaar bevestigd, gezien de ernst van de feiten en de rapportages over de verdachte.

Uitspraak

Zaaknummer: H-168/17

Parketnummer: P-2017/01923; P-2017/01922
Uitspraak: 19 juni 2018 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 27 september 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] in [geboorteplaats],
wonende in woonplaats],
gedetineerd in Aruba.
Hoger beroep
Het Gerecht in eerste aanleg heeft aan de verdachte bij voornoemd vonnis ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair en 6 ten laste gelegde een maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd, voor de duur van twee jaar. Met betrekking tot de onder de verdachte in beslag genomen goederen is teruggave aan de verdachte gelast, met uitzondering van zes stengels van een marihuanaplant. De vordering van de benadeelde partij, [benadeelde partij], is toegewezen tot een bedrag van Afl. 1.600,-. Voorts is aan hem een voorschot op de gevorderde immateriele schade toegekend tot een bedrag van Afl. 2.500,-. Tevens is de schadevergoedingsmaat-regel opgelegd ten aanzien van voornoemde bedragen.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij zich niet kan vinden in de opgelegde maatregel.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. F.A.P.M. van Deutekom en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, omdat het Hof zich daarmee verenigt. Ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd of gebleken die nopen tot het opleggen van een straf of een andere maatregel dan de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, opgelegd voor de duur van twee jaar. Ook het Hof is op grond van de ernst van de feiten en de over de verdachte uitgebrachte rapportages van oordeel dat deze maatregel passend is.

BESLISSING

Het Hof:
- bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg;
Dit vonnis is gewezen door mrs. D. Radder, M.W. Scholte en J. de Boer, leden van het Hof, bijgestaan door mr. B.G. Scheepbouwer, (zittings)griffier, en vervolgens op 19 juni 2018 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba.
uitspraakgriffier: