Uitspraak
Procesverloop
Het betoog faalt.
Beslissing
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om hoger beroep tegen uitspraken van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarbij de vennootschappen bezwaar hebben gemaakt tegen facturen voor precariobelasting. De vennootschappen, gevestigd in Aruba, hebben bezwaar gemaakt tegen de mededelingen van de minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening en Integratie, die hen meedeelde dat de gevraagde precariovergunning verleend kan worden, mits de bijgevoegde facturen voor de precariobelasting binnen 30 dagen zijn betaald. Na het indienen van bezwaar en beroep, heeft het Gerecht zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de beroepen, wat de minister heeft doen besluiten om hoger beroep in te stellen.
Tijdens de zitting op 12 april 2018 zijn de minister en de vennootschappen vertegenwoordigd door hun respectieve procesgemachtigden en advocaten. De minister betoogde dat het Gerecht ten onrechte onbevoegd was verklaard en dat de brieven van 19 augustus 2016 en 30 januari 2017 als afwijzende beschikkingen moesten worden beschouwd. Het Hof heeft in eerdere uitspraken al een oordeel gegeven over de bevoegdheid en heeft geconcludeerd dat de vennootschappen geen procesbelang meer hadden bij de beroepen, omdat er al een beslissing was genomen in andere procedures.
De hoger beroepen zijn ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraken zijn bevestigd. Het Hof heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) hierin geen mogelijkheid biedt. De uitspraak is gedaan door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 5 september 2018.