ECLI:NL:OGHACMB:2018:228

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 juni 2018
Publicatiedatum
2 januari 2019
Zaaknummer
AUA2017H00054
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de ambtenarenrechter in hoger beroep tegen ministeriële besluiten

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep van de minister van Financiën en Overheidsorganisatie tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De zaak betreft een verzoek van [verzoeker], een gewezen ambtenaar, om een uitgestelde pensioenuitkering op grond van de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren. De minister heeft dit verzoek in 2014 afgewezen, waarna [verzoeker] bezwaar heeft gemaakt. Het Gerecht heeft het bezwaar van [verzoeker] gegrond verklaard en de beschikking van de minister vernietigd. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 12 april 2018 heeft het Hof de zaak behandeld. De minister, vertegenwoordigd door mr. I.L. Ras Orman, heeft zijn standpunt toegelicht. Het Hof heeft overwogen dat de ambtenarenrechter bevoegd is om te oordelen over de beschikking van de minister, omdat [verzoeker] een gewezen ambtenaar is. Het Hof heeft vastgesteld dat het Gerecht in eerste aanleg ten onrechte bevoegd was om van het beroep kennis te nemen. Het hoger beroep van de minister is gegrond verklaard, de uitspraak van het Gerecht is vernietigd en het Hof heeft het Gerecht in eerste aanleg onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen.

De uitspraak benadrukt de exclusieve bevoegdheid van de ambtenarenrechter in zaken die betrekking hebben op ambtenaren en de noodzaak voor een correcte procedurele afhandeling van bezwaarschriften. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 juni 2018 en de relevante wettelijke bepalingen zijn in de bijlage opgenomen.

Uitspraak

LARAUA2017H00054
Datum uitspraak: 4 juni 2018
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de minister van Financiën en Overheidsorganisatie
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 5 juni 2017 in zaak nr. LAR nr. 1030 van 2016 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
de minister.
Procesverloop
Bij beschikking van 5 maart 2014 heeft de minister een verzoek van [verzoeker] van 16 april 2010 om hem op grond van artikel 5 van de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren een uitgestelde pensioenuitkering toe te kennen afgewezen.
Bij brief van 11 april 2014 heeft [verzoeker] daartegen bezwaar gemaakt.
Bij beschikking van 16 januari 2015 heeft de minister dat bezwaar ongegrond verklaard.
Bij brief van 20 februari 2015 heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 16 januari 2015.
Bij beschikking van 30 maart 2016 heeft de minister de onderscheiden bezwaarschriften van 11 april 2014 en 20 februari 2015 niet‑ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 5 juni 2017 heeft het Gerecht het door [verzoeker] tegen de beschikking van 30 maart 2016 ingestelde beroep gegrond verklaard en die beschikking vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 april 2018, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. I.L. Ras Orman, procesgemachtigde bij de Dienst Wetgeving en Juridische Zaken, is verschenen.
Overwegingen
De toepasselijke wettelijke bepalingen zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
De minister betoogt terecht dat [verzoeker] een gewezen ambtenaar is, bedoeld in artikel 1, vierde lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La), en tegen de beschikking van 5 maart 2014 op de voet van artikel 35, eerste lid, van die wet een bezwaarschrift kan worden ingediend bij het Gerecht in ambtenarenzaken, dat op grond van artikel 3, eerste lid, van de La, bij uitsluiting bevoegd is om in eerste aanleg over de beschikking van 5 maart 2014 te oordelen. Het Gerecht heeft zich derhalve ten onrechte bevoegd geacht om van het ingestelde beroep kennis te nemen.
Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen, zal het Hof het Gerecht alsnog onbevoegd verklaren om van het bij hem ingestelde beroep kennis te nemen.
Blijkens de uitspraak van het Gerecht van 3 juli 2017 in zaak nr. LAR nr. 416 van 2015 heeft het Gerecht in die zaak het bezwaarschrift tegen de beschikking van 5 maart 2014 reeds ter behandeling als bezwaarschrift in de zin van de La doorgeleid naar het Gerecht in ambtenarenzaken, zodat voor doorgeleiding van het bezwaarschrift door het Hof naar dat Gerecht thans geen aanleiding meer bestaat.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.
Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:
I.
verklaarthet hoger beroep
gegrond;
II.
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 5 juni 2017 in zaak nr. LAR nr. 1030 van 2016;
III.
verklaarthet Gerecht in eerste aanleg van Aruba
onbevoegdom van het in die zaak ingestelde beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Saleh, voorzitter, en mr. J.E.M. Polak en mr. H.G. Lubberdink, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. Beerse, griffier.
w.g. Saleh
voorzitter
w.g. Beerse
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 juni 2018
Verzonden: 4 juni 2018
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,
BIJLAGE

Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren

Artikel 1
1. Ambtenaar in de zin van deze landsverordening is degene die
door het bevoegde gezag is benoemd of aangesteld in openbare dienst om
in Aruba werkzaam te zijn.
2. Tot de openbare dienst behoren alle diensten en bedrijven,
door Aruba en de openbare lichamen beheerd, met inbegrip van het van
overheidswege gegeven openbare onderwijs.
Artikel 5
1. Aan de op eigen verzoek, zomede aan de op grond van artikel 4
van deze landsverordening dan wel wegens ongeschiktheid voor de verdere
dienst uit hoofde van ouderdom of van ziels- of lichaamsziekte of -
gebreken ontslagen ambtenaar in vaste niet-pensioengerechtigde dienst,
die alsdan recht op pensioen zou hebben kunnen doen gelden, indien het
door de stichting Algemeen Pensioenfonds Aruba verzorgde pensioenreglement
op hem van toepassing zouden zijn geweest, wordt door het bevoegde
gezag een uitkering bij wijze van pensioen toegekend.

Landsverordening ambtenarenrechtspraak

Artikel 1
4. Tenzij het tegendeel blijkt, zijn in deze landsverordening onder
ambtenaren gewezen ambtenaren begrepen.
Artikel 3
1. Over de beschikkingen, handelingen en weigeringen (om te beschikken
of te handelen) ten aanzien van ambtenaren als zodanig, hun
nagelaten betrekkingen en rechtverkrijgenden, door een administratief
orgaan genomen, verricht of uitgesproken, oordeelt bij uitsluiting in
eerste aanleg het gerecht in ambtenarenzaken en in hoger beroep de
raad van beroep in ambtenarenzaken.
2. Onder "gerecht" verstaan deze landsverordening en de daarop
berustende landsbesluiten en ministeriële regelingen het gerecht in
ambtenarenzaken; onder "raad" de raad van beroep in ambtenarenzaken.
Artikel 35
1. Een bezwaarschrift kan worden ingediend ter zake dat beschikkingen,
handelingen of weigeringen (om te beschikken of te handelen),
ten aanzien van een ambtenaar als zodanig, zijn nagelaten betrekkingen
of rechtverkrijgenden door een administratief orgaan genomen, verricht
of uitgesproken, feitelijk of rechtens met de toepasselijke algemeen
verbindende voorschriften strijden, of dat bij het nemen, verrichten
of uitspreken daarvan het administratief orgaan van zijn bevoegdheid
kennelijk een ander gebruik heeft gemaakt dan tot de doeleinden waarvoor
die bevoegdheid is gegeven.