ECLI:NL:OGHACMB:2018:211
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- E.A. Saleh
- M.C.B. Hubben
- H.J. Fehmers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezamenlijk gezag, omgangsregeling en kinderalimentatie na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de moeder tegen de beschikkingen van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) met betrekking tot gezamenlijk gezag, omgangsregeling en kinderalimentatie na de echtscheiding van partijen. De moeder, oorspronkelijk verweerster in de zaak 120/2016 en verzoekster in de zaak 169/2016, heeft hoger beroep ingesteld op 9 januari 2017. De vader, die in persoon procedeert, was oorspronkelijk verzoeker in de zaak EJ 120/2016 en verweerder in de zaak EJ 169/2016. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 februari 2018, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De moeder verzoekt om een omgangsregeling waarbij de minderjarige kinderen in de weekenden bij de vader zijn en om een kinderalimentatie van Awg 350,00 per kind per maand. Het GEA had eerder bepaald dat partijen gezamenlijk belast blijven met het gezag over de minderjarigen en had een omgangsregeling vastgesteld. De vrouw stelt dat de communicatie tussen de ouders is verslechterd, maar het Hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat dit in het belang van de kinderen zou zijn om het gezag uitsluitend aan de moeder toe te kennen.
Wat betreft de kinderalimentatie, stelt de vrouw dat er een misverstand is ontstaan over het intrekken van haar verzoek in eerste aanleg. Het Hof oordeelt dat beide partijen moeten bijdragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. Uiteindelijk bevestigt het Hof de bestreden beschikking, met de aanvulling dat de man een bijdrage van Afl. 100,- per maand aan de vrouw zal betalen voor de kosten van de kinderen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.