ECLI:NL:OGHACMB:2018:204

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
23 oktober 2018
Publicatiedatum
24 december 2018
Zaaknummer
AR 52648/11 - H 292/15 en 292A/15 CUR201100048 – CUR2015H00005
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake boedelscheiding tussen voormalige echtgenoten met betrekking tot de verdeling van gemeenschappelijke goederen en schulden

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een civiele procedure betreffende de boedelscheiding tussen twee voormalige echtgenoten, die in Curaçao wonen. De appellante, vertegenwoordigd door mr. C.L. Taylor, was oorspronkelijk eiseres en is nu appellante in het principaal appel, terwijl de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. R.A.P.H. Pols, oorspronkelijk gedaagde was en nu geïntimeerde in het principaal appel is. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft eerder tussenvonnissen gewezen op 1 maart 2015, 30 mei 2017 en 9 januari 2018, en heeft op 2 mei 2018 een deskundigenbericht ontvangen. De partijen hebben op 14 augustus 2018 een akte genomen en op 4 oktober 2018 aangetoond dat zij de kosten voor inzage in het kadaster aan de deskundige hebben betaald.

In de beoordeling van de zaak heeft het Hof de onpartijdigheid en deskundigheid van de deskundige bevestigd en is het Hof uitgegaan van de schattingen van de deskundige per 15 maart 2018. Het Hof heeft de verdeling van de goederen en schulden vastgesteld, waarbij verschillende posten zijn onderscheiden, zoals de waarde van de voormalige echtelijke woning, inboedel, en diverse bankrekeningen. Het Hof heeft bepaald dat de vrouw aan de man een bedrag van NAf 21.654,10 moet betalen als gevolg van de overbedeling. Het vonnis is uitgesproken op 23 oktober 2018, waarbij de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2018 Vonnis no.:
Registratienummer: AR 52648/11 - H 292/15 en 292A/15
CUR201100048 – CUR2015H00005
Uitspraak: 23 oktober 2018
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
[APPELLANTE],
wonende in Curaçao,
oorspronkelijk eiseres,
thans appellante in het principaal appel,
geïntimeerde in het incidenteel appel,
gemachtigde: mr. C.L. Taylor,
tegen
[GEÏNTIMEERDE],
wonende in Curaçao,
oorspronkelijk gedaagde,
thans geïntimeerde in het principaal appel,
appellant in het incidenteel appel,
gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols.
De partijen worden hierna weer de vrouw en de man genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het Hof verwijst voor het verloop tot dan toe naar zijn tussenvonnissen van 1 maart 2015, 30 mei 2017 en 9 januari 2018.
1.2.
Het in het laatste tussenvonnis bevolen deskundigenbericht is uitgebracht op 2 mei 2018.
1.3.
Op 14 augustus 2018 hebben beide partijen een akte genomen.
1.4.
Partijen hebben op 4 oktober 2018 aangetoond de kosten ter zake van inzage kadaster aan de deskundige te hebben betaald.
1.5.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het Hof heeft geen reden te twijfelen aan de onpartijdigheid en deskundigheid van de deskundige en evenmin aan zijn schattingen. Verdeeld moet worden naar de waarde ten tijde van de verdeling. Het Hof zal uitgaan van de schattingen van de deskundige per 15 maart 2018. Tussen die datum en heden hebben zich geen significante waardeveranderingen voorgedaan.
2.2.
In het tussenvonnis van 1 maart 2016 zijn 19 posten onderscheiden. Dit onderscheid zal ook in dit vonnis worden aangehouden. Het Hof voegt toe:
(20) Lening ACU
(21) Pensioenvoorziening bij APNA/APC
(22) Gebruik voormalige echtelijke woning
(23) Rente op time deposit.
Met ‘GEA’ wordt hierna gedoeld op het bestreden eindvonnis van het GEA van 2 maart 2015.
2.3.
Ad 1-2 ([adres A]).Het huis (erfpacht) en de erom heen liggende huurgrond vormen een geheel. De waarde samen is door de deskundige geschat op NAf 165.000,- (deskundigenrapport onder 3.2.2). Deze goederen worden toegedeeld aan de vrouw. Zij dient de man te vergoeden: NAf 82.500,-.
2.4.
Ad 3 (Daewoo Cielo): waarde nihil (GEA rov. 2.22). Deze auto gaat naar de vrouw zonder vergoeding.
2.5.
Ad 4 ([adres B]).Het gaat hier om een betrekkelijk groot perceel (7.934m2), met daarop een bouwvallige opstal die moet worden gesloopt. De stelling van de man dat het mogelijk is ter plaatse van de opstal een erfpacht gevestigd te krijgen is volgens het Hof plausibel, mede gelet op ervaringen van het Hof in andere zaken waarin een vertegenwoordiger van Domeinen participeerde. De vrouw heeft geweigerd inzage te geven in het ontwikkelingsplan dat zij heeft laten opstellen en heeft ingediend bij LVV. De deskundige heeft, omdat hij het plan niet kon krijgen, ook niet van LVV, geen waarde opgegeven in acht nemende het ontwikkelingsplan (rapport 3.4.2). De man geeft als schatting de helft van de waarde van de voormalige echtelijke woning, te weten NAf 82.500,- (akte 14 augustus 2018, onder 14). Het Hof zal, rekening houdende met de grootte van het perceel en de ontwikkelingsmogelijkheid, de waarde in redelijkheid schatten op NAf 50.000. Dit goed wordt toegedeeld aan de vrouw. Zij dient de man te vergoeden: NAf 25.000,-.
2.6.
Ad 5 (inboedel [adres A]).De waarde is NAf 10.000,- en gaat naar de vrouw (GEA rov. 2.9). Zij dient de man te vergoeden: NAf 5.000,-.
2.7.
Ad 6 (Timeshare Starwoord Resort). De timeshare wordt toegedeeld aan de vrouw; er wordt geen waarde aan toegekend, maar de vrouw is ter zake van kosten aan de man NAf 9.486,71 verschuldigd (Hof 1 maart 2016, rov. 2.12).
2.8.
Ad 7 (Pensioenvoorziening FATUM [ALM]).Deze wordt toegedeeld aan de vrouw. Gelet op de opgave van FATUM, ontvangen op 24 september 2012, is de vrouw aan de man schuldig: de helft van (NAf 44.693,55 [contante waarde per datum van de echtscheiding van het ouderdomspensioen] minus NAf 4.321,30 [contante waarde van het aan de man toekomende bijzonder weduwnaarspensioen]), i.e. NAf 20.186,12. Er is geen reden rekening te houden met de verhoging wegens de ongehuwde staat van de vrouw na de echtscheiding.
2.9.
Ad 8 (Credit Union Aviation).NAf 1.025,- (GEA rov. 2.18), toe te scheiden aan de vrouw. Zij dient de man te vergoeden: NAf 512,50,-.
2.10.
Ad 9 (Demand deposit Banco di Caribe I).NAf 5.953,94, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.15 jo Hof 1 maart 2016, rov. 2.11). Hij dient de vrouw te vergoeden NAf 2.976,97.
2.11.
Ad 10 (Spaarrekening Banco di Caribe).NAf 6.529,14, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.16 jo Hof 1 maart 2016, rov. 2.11). Hij dient de vrouw te vergoeden NAf 3.264,57.
2.12.
Ad 11 (Demand deposit Banco di Caribe II).NAf 1.803,88, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.17 jo Hof 1 maart 2016, rov. 2.11). Hij dient de vrouw te vergoeden NAf 901,94.
2.13.
Ad 12 (Aandelen ACU).NAf 8.819,01, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.19). Hij dient de vrouw te vergoeden NAf 4.409,50.
2.14.
Ad 13 (Spaarrekening ACU).NAf 526,66, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.20 jo Hof 1 maart 2016, rov. 2.11). Hij dient de vrouw te vergoeden NAf 263,33.
2.15.
Ad 14 (Schuld Master card).NAf -4.411,01, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.24). De vrouw dient de man te vergoeden NAf 2.205,50.
2.16.
Ad 15 (Schuld Diners card).NAf -994,80, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.25). De vrouw dient de man te vergoeden NAf 497,40.
2.17.
Ad 16 (Schuld Visa card).NAf -4.469,14, toe te delen aan de man (GEA rov. 2.26). De vrouw dient de man te vergoeden NAf 2.234,57.
2.18.
Ad 17 (Rekening Scotiabank Sint Maarten).Op 28 november 2008 (datum echtscheiding) stond op de rekening NAf 6.164,20 (productie 1 bij akte man van 3 mei 2016), toe te delen aan de man. Dat de rekening bestemd zou zijn om kosten die de man in Sint Maarten maakte te dekken, doet niet eraan af dat het saldo op de peildatum deel uitmaakte van de ontbonden huwelijksgemeenschap. De man dient de vrouw te vergoeden NAf 3.082,10.
2.19.
Ad 18 (Building Depot).Deze post blijft buiten beschouwing (Hof 1 maart 2016, rov. 2.4).
2.20.
Ad 19 (Time deposit Banco di Caribe).NAf 40.000,-, toe te delen aan de man (GEA 2.10 jo Hof 1 maart 2016, rov. 2.10). De man dient de vrouw te vergoeden NAf 20.000,-.
2.21.
Ad 20 (Lening ACU).NAf -12.017,38, toe te delen aan de man. De vrouw dient de man te vergoeden NAf 6.008,69.
2.22.
Ad 21 (Pensioenvoorziening APNA/APC).Deze wordt toegedeeld aan de man. Gelet op de opgave van APNA (productie 7 bij conclusie van antwoord), is de man aan de vrouw schuldig: NAf 118.433,50 (de helft van waarde ouderdomspensioen minus de waarde van het aan de vrouw toekomende bijzonder nabestaandenpensioen).
2.23.
Ad 22 (Gebruik voormalige echtelijke woning).De man heeft na vertrek uit de echtelijke woning huurkosten gemaakt (produkties 4-6 bij akte man van 3 mei 2016). Gebruikelijk in Curaçao is 4% van de waarde als uitgangspunt. Rekening houdende met de door de vrouw gedragen kosten zal het Hof het gebruik naar redelijkheid waarderen op NAf 4.800,- per jaar, waarvan de helft, NAf 2.400,-, door de vrouw aan de man betaald moet worden. Over tien jaren wordt dit: NAf 24.000,-.
2.24.
Ad 23 (Rente op time deposit).NAf 5.290,96 (productie 10 bij akte man van 2 oktober 2012), toe te delen aan de man. Hij dient de vrouw te vergoeden NAf 2.645,48.
2.25.
Ter zake van de Kibrahacha-uitkering en cessantia-uitkering van de vrouw heeft het GEA (rov 2.13-2.14) beslist dat deze zijn gedaan tijdens huwelijk en dus niet moeten worden verdeeld. Hiertegen is de man niet in appel gekomen. In zijn akte van 14 augustus 2018 (staat p. 5, onder 9-10) heeft hij daarom deze posten ten onrechte opgenomen.
2.26.
Ook de post kosten Direct TV heeft de man (akte van 14 augustus 2018, staat p. 8, onder 7) ten onrechte opgevoerd. Het GEA (rov. 2.27) heeft immers beslist dat geen verrekening moet plaatsvinden en hiertegen heeft de man niet geappelleerd.
2.27.
Uit het voorgaande volgt dat de vrouw totaal aan de man schuldig is: NAf 177.631,49 en de man aan de vrouw: NAf 155.977,39. Per saldo moet de vrouw aan de man NAf 21.654,10 betalen. Het Hof zal haar daartoe veroordelen.
2.28.
Partijen zijn gewezen echtgenoten en de proceskosten worden gecompenseerd.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
- vernietigt het bestreden vonnis en opnieuw rechtdoende:
- stelt de verdeling vast overeenkomstig rov. 2.3-2.24 hiervóór;
- veroordeelt de vrouw aan de man wegens overbedeling te betalen NAf 21.654,10;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- compenseert de kosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.W. Scholte, H.J. Fehmers en J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 23 oktober 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.