Op 5 juli 2018 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een tussenuitspraak gedaan in een strafzaak in hoger beroep. De zaak betreft een verzoek van de verdachte om zijn minderjarige dochters als getuigen te horen in verband met een beschuldiging van mishandeling door de aangeefster. De verdachte heeft aangevoerd dat zijn dochters hebben gezien dat de aangeefster hem heeft mishandeld en niet andersom. Tijdens de behandeling van de zaak op 15 juni 2018 heeft de raadsvrouw van de verdachte, mr. A.S.M. Blonk, onderzoekswensen kenbaar gemaakt, waarop de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, heeft gereageerd. Het Hof heeft geconcludeerd dat het zich onvoldoende voorgelicht acht om te beoordelen of het horen van de dochters schadelijk zou zijn voor hun welzijn. Het Hof heeft daarom besloten om de stukken in handen te stellen van de rechter-commissaris, die in overleg met een deskundige zal onderzoeken hoe de dochters als getuigen gehoord kunnen worden zonder hun belangen te schaden. Het verzoek van de verdediging om alle getuigen opnieuw te horen is afgewezen, evenals het verzoek om een medische verklaring over de aangeefster. De behandeling van de zaak is geschorst tot de volgende zitting op 3 oktober 2018.