ECLI:NL:OGHACMB:2018:184
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- H.J. Fehmers
- F.W.J. Meijer
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling borg aan huurder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een huurder, [appellante], die een terugbetaling van borg vordert van haar verhuurder, [geïntimeerde]. De huurovereenkomst tussen partijen is beëindigd op 31 april 2016, waarna [appellante] een bedrag van US$ 6.831,12 vorderde, bestaande uit de borg en kosten voor verbeteringen aan de huurwoning. Het Gerecht in eerste aanleg heeft de vorderingen van [appellante] afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep. In hoger beroep heeft [appellante] haar vordering beperkt tot US$ 3.832,12, maar het Hof oordeelt dat de vorderingen ten aanzien van de verbeteringen onvoldoende zijn onderbouwd. Het Hof verwijst naar de overwegingen van het Gerecht en concludeert dat de borg wel toewijsbaar is, omdat deze door [appellante] is betaald en niet voldoende is aangetoond dat [geïntimeerde] deze heeft verrekend met een huurachterstand. Het Hof vernietigt het vonnis van het Gerecht gedeeltelijk en kent [appellante] een bedrag van US$ 782,12 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 december 2016. De proceskosten in eerste aanleg blijven in stand, terwijl de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd.