In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 5 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, dat op 9 maart 2017 was gewezen. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van tweeëndertig maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, voor het veroorzaken van een zwaar verkeersongeval waarbij een fietser ernstig gewond raakte. De verdachte had met te hoge snelheid en onder invloed van alcohol een fietser aangereden en was na het ongeval doorgereden, waardoor het slachtoffer in hulpeloze toestand achterbleef.
In hoger beroep heeft de verdachte zijn veroordeling betwist, maar het Hof heeft de vordering van de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, gevolgd en het vonnis van het Gerecht bevestigd, met uitzondering van de strafmaat. Het Hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich ook schuldig had gemaakt aan heling, wat de ernst van de zaak vergrootte.
Uiteindelijk heeft het Hof de gevangenisstraf verlaagd tot vierentwintig maanden, met een proeftijd van drie jaren voor het voorwaardelijke deel van de straf. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de onvoorwaardelijke straf. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op Bonaire.