ECLI:NL:OGHACMB:2018:175

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
16 november 2018
Zaaknummer
2018/30
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na rechtmatige detentie; indexering; bijzondere omstandigheden

In deze zaak heeft verzoeker op 6 september 2018 een verzoekschrift ingediend voor schadevergoeding in verband met de toepassing van dwangmiddelen. Verzoeker was op 25 september 2017 aangehouden en in verzekering gesteld, maar werd op 30 september 2017 weer vrijgelaten. De rechter-commissaris heeft de aanhouding en inverzekeringstelling als rechtmatig beoordeeld. Na de behandeling van de strafzaak op 16 augustus 2018 werd verzoeker vrijgesproken.

Verzoeker vraagt om schadevergoeding op basis van redelijkheid en billijkheid voor de ondergane detentie. Hij stelt dat de oude standaardvergoeding van NAf 100,- geïndexeerd moet worden en bepleit een vergoeding van NAf 250,- per dag. Dit bedrag is gebaseerd op een vergelijking met de in Nederland geldende standaardvergoeding van € 105,- per dag, wat overeenkomt met NAf 226,23. Verzoeker wijst ook op de detentieomstandigheden in het politiebureau na de orkaan Irma.

Het Openbaar Ministerie heeft zich niet verzet tegen het verzoek om schadevergoeding. Het Gerecht heeft op 13 november 2018 besloten om verzoeker een schadevergoeding van NAf 1.250,- toe te kennen, ten laste van de Landskas. Deze beschikking is gegeven door rechter mr. C.W.M. Giesen in aanwezigheid van griffier J.A. Daniel.

Uitspraak

Zaaknummer : 2018/30
Parketnummer : 100.00162/18

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

BESCHIKKING

gegeven op het verzoek op grond van artikel 178 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van :
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum], in de Verenigde Staten van Amerika
wonende aan: [adres]

Verloop van de procedure

Verzoeker heeft op 6 september 2018 een verzoekschrift ingediend strekkende tot schadevergoeding in verband met toepassing van dwangmiddelen.
Verzoeker en het Openbaar Ministerie hebben afgezien van een (al geplande) mondelinge behandeling van het verzoek.

Feiten en standpunten van partijen

Verzoeker is aangehouden op 25 september 2017, vervolgens in verzekering gesteld en op 30 september 2017 weer op vrije voeten gesteld. De rechter-commissaris heeft zijn aanhouding en inverzekeringstelling rechtmatig geoordeeld. Na de behandeling van de strafzaak tegen verzoeker op de zitting van 16 augustus 2018, is hij vrijgesproken.
Verzoeker vraagt om een schadevergoeding op basis van redelijkheid en billijkheid wegens het ondergaan van de detentie. Voor wat de hoogte van de vergoeding betreft, stelt verzoeker dat indexering van de oude standaardvergoeding van NAf 100,- op zijn plaats is. Verzoeker bepleit een vergoeding van NAf 250,- per dag, gebaseerd op een vergelijking met de in Nederland geldende standaardvergoeding van € 105,- per dag (zijnde NAf 226,23), en de detentieomstandigheden in het politiebureau kort na de orkaan Irma.
Het Openbaar Ministerie verzet zich niet tegen het verzoek.
Beoordeling

Beslissing

Het Gerecht
Kent aan verzoeker als schadevergoeding ten laste van ’s Lands kas toe een bedrag van NAf 1.250,- (zegge éénduizendtweehonderdvijftig gulden).
Deze beschikking is gegeven op 13 november 2018 door de rechter mr. C.W.M. Giesen in tegenwoordigheid van J.A. Daniel, griffier.