Uitspraak
1.[naam 1][GEÏNTIMEERDEN],
[naam 2][GEÏNTIMEERDEN],
-[GEÏNTIMEERDEN],
1.[naam 1][GEÏNTIMEERDEN],
[naam 2][GEÏNTIMEERDEN],
[GEÏNTIMEERDEN],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die betrekking heeft op een verkeersongeval dat plaatsvond op 9 april 2013, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de naamloze vennootschap New India Assurance Representative N.V. en een appellant, die beiden betrokken waren bij het ongeval. Het Hof heeft vastgesteld dat de appellant op het moment van het ongeval onder invloed van alcohol verkeerde, met een gemeten alcoholgehalte van 900 microgram per liter uitgeademde lucht, terwijl de wettelijke limiet 220 microgram is. Dit leidde tot de toepassing van de omkeringsregel, waarbij het aan de appellant en New India was om tegenbewijs te leveren dat het ongeval ook zonder hun onrechtmatig handelen had kunnen plaatsvinden.
Het Hof heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de appellant en New India niet in hun bewijsopdracht zijn geslaagd. De deskundige die door hen was ingeschakeld, concludeerde dat het ongeval ook zonder het onrechtmatige handelen van de appellant had kunnen plaatsvinden, maar het Hof vond deze conclusie niet voldoende onderbouwd. Het Hof oordeelde dat zowel de fouten van de appellant als die van een derde bestuurder, [naam 3], bijdroegen aan het ongeval. Daarom werd de aansprakelijkheid van de appellant en New India vastgesteld op 50% voor de schade die uit het ongeval voortvloeide.
De uitspraak van het Hof vernietigde de eerdere vonnissen gedeeltelijk en bepaalde dat de appellant en New India hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, die nader moet worden vastgesteld. De kosten van het geding in hoger beroep werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak is gedaan op 21 augustus 2018.