ECLI:NL:OGHACMB:2018:150

• Datum uitspraak: 28 augustus 2018
• Publicatiedatum: 6 september 2018
• Zaaknummer: AR 66727/14 - H 45/16 - CUR2015H00014
• Instantie: Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Hoger beroep
• Rechters: J. de Boer; H.J. Fehmers; F.W.J. Meijer
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake microkrediet en woekerrente met betrekking tot RHM Management and Investment N.V.

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 28 augustus 2018 een herstelvonnis gewezen in de procedure tussen RHM Management and Investment N.V. en de geïntimeerde, die in persoon procedeert. Dit herstelvonnis volgt op een eerder eindvonnis van 24 juli 2018, waarin een kennelijke fout is vastgesteld met betrekking tot de vermelding van de gemachtigde van RHM. De gemachtigde was ten onrechte vermeld als mr. A. Rooijer, terwijl de juiste gemachtigden mrs. M.F. Bonapart en P. Tweeboom zijn. Daarnaast is er een correctie nodig in het dictum van het eindvonnis, waar 'overeengekomen rente van 1,5% per maand' moet worden vervangen door 'overeengekomen boete rente van 1,5% per maand'. De geïntimeerde heeft de gelegenheid gekregen om te reageren op deze correcties, maar heeft daarvan afgezien. Het Hof heeft geoordeeld dat beide correcties eenvoudig te herstellen zijn, zoals bedoeld in artikel 66 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het Hof heeft vervolgens de nodige rectificaties doorgevoerd en bepaald dat de griffie van het Hof een afschrift van het gerectificeerde eindvonnis aan de partijen zal verstrekken.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2018 Vonnis no.:

Registratienummer: AR 66727/14 - H 45/16 - CUR2015H00014

Uitspraak: 28 augustus 2018

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en

van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

HERSTELVONNIS

in de zaak van:

de naamloze vennootschap

RHM MANAGEMENT AND INVESTMENT N.V.,

gevestigd in Curaçao,

oorspronkelijk eiseres,

thans appellante,

gemachtigden: mrs. M.F. Bonapart en P. Tweeboom,

tegen

GEÏNTIMEERDE,

wonende in Curaçao,

oorspronkelijk gedaagde,

thans geïntimeerde,

procederend in persoon.

De partijen worden hierna RHM en Geïntimeerde genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1

In deze zaak heeft het Hof eindvonnis gewezen op 24 juli 2018.

1.2

Op 25 juli 2018 heeft mr. Tweeboom gesteld dat ten onrechte in de aanhef van het eindvonnis mr. A. Rooijer als gemachtigde van RHM is vermeld.

1.3

Voorts behoort volgens mr. Tweeboom, onder verwijzing naar rov. 2.1 van het eindvonnis, in het dictum ‘overeengekomen rente van 1,5% per maand’ te worden vervangen door: overeengekomen boete rente van 1,5% per maand.

1.4

Geïntimeerde is in de gelegenheid gesteld te reageren, maar heeft daarvan afgezien.

1.5

Mrs Lewin en Noordhuizen die het eindvonnis mede hebben gewezen, zijn niet langer lid van het Hof. Zij zijn in dit herstelvonnis vervangen door twee andere rechters.

1.6

Beslissing is bepaald op heden.

2. Beoordeling

2.1

Wat betreft de vermelding in het eindvonnis van de gemachtigde is sprake van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent als bedoeld in artikel 66 Rv.

2.2

Voorts behoort, in overeenstemming met rov. 2.1 van het vonnis, ‘rente’ in het dictum te worden vervangen door: boete. Ook hier is sprake van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

2.2

Het Hof zal tot herstel overgaan.

B E S L I S S I N G

Het Hof:

- bepaalt dat in de aanhef van het eindvonnis, bij RHM MANAGEMENT AND INVESTMENT N.V., ‘gemachtigde: mr. A.V.G. Rooijer’ wordt vervangen door ‘gemachtigden: mrs. M.F. Bonapart en P. Tweeboom’;

- bepaalt dat in het dictum van het eindvonnis ‘overeengekomen rente’ wordt vervangen door ‘overeengekomen boete’;

- bepaalt dat deze rectificaties op de minuut van het eindvonnis worden gesteld, met een verwijzing naar het onderhavige herstelvonnis.

- bepaalt dat de griffie van het Hof een afschrift van het aldus gerectificeerde eindvonnis zal verstrekken aan partijen.

Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, H.J. Fehmers en F.W.J. Meijer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 28 augustus 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.