ECLI:NL:OGHACMB:2018:114
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van statutair bestuurder en redelijke ontslagvergoeding in kort geding
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een hoger beroep in een kort geding betreffende het ontslag van een statutair bestuurder, [appellante], van de naamloze vennootschap AXTOR N.V. Het Hof heeft op 3 juli 2018 uitspraak gedaan. De zaak is ontstaan na een ontslagbesluit van 31 augustus 2016, waarbij [appellante] met onmiddellijke ingang als bestuurster is ontslagen. [appellante] heeft in kort geding gevorderd dat de beslagen op haar eigendommen worden opgeheven en dat zij recht heeft op doorbetaling van salaris en een redelijke ontslagvergoeding. Het Gerecht in Eerste Aanleg (GEA) heeft de vorderingen van Axtor toegewezen en die van [appellante] afgewezen. In hoger beroep heeft [appellante] haar vorderingen verminderd en het Hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende basis is voor de toewijzing van een voorschot op de ontslagvergoeding. Het Hof heeft vastgesteld dat de reden voor het ontslag niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld en dat er onvoldoende duidelijkheid is over de toewijsbaarheid van de vordering in een bodemprocedure. Het vonnis van het GEA is bevestigd, en [appellante] is veroordeeld in de proceskosten van het principaal appel.