ECLI:NL:OGHACMB:2018:113
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing tenuitvoerlegging in arbeidsgeschil tussen Pearl Development N.V. en [geïntimeerde]
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 22 juni 2018 uitspraak gedaan in een hoger beroep van Pearl Development N.V. tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. Pearl, de appellante, verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beschikking, waarin het GEA had geoordeeld dat Pearl een bedrag van US$ 82.756,21 aan override component, US$ 113.382,79 aan TO commissie en minimumloon moest betalen, alsook de terugplaatsing van de geïntimeerde in zijn functie van sales manager. De beschikking was uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat Pearl wilde aanvechten.
De procedure begon met een beroepschrift van Pearl op 29 mei 2018, waarin zij de schorsing van de tenuitvoerlegging vroeg. De geïntimeerde, die oorspronkelijk verzoeker was, heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van de verzoeken van Pearl. Het Hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat Pearl geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die rechtvaardigen dat van de eerdere beslissing van het GEA wordt afgeweken. Het Hof oordeelde dat de verzoeken tot schorsing en zekerheidsstelling moesten worden afgewezen, omdat de tenuitvoerlegging niet klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berustte.
De beslissing van het Hof benadrukt dat de belangen van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zwaarder wegen dan de belangen van de veroordeling, tenzij er duidelijke redenen zijn om van de eerdere beslissing af te wijken. In dit geval was er onvoldoende bewijs dat de tenuitvoerlegging zou leiden tot een noodtoestand voor Pearl, waardoor de verzoeken werden afgewezen.