Uitspraak
Naar het oordeel van het Gerecht heeft [appellant 2] er echter terecht op gewezen dat de minister hem schriftelijk heeft toegezegd dat een hoorzitting zou worden belegd, maar deze toezegging niet is nagekomen. Om die reden heeft het Gerecht het beroep gegrond verklaard en de beschikking van 22 maart 2016 vernietigd. Gelet op alle voorgaande overwegingen heeft het Gerecht echter aanleiding gezien de rechtsgevolgen van de vernietigde beschikking in stand te laten.
Beslissing
verklaarthet hoger beroep
gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 26 september 2016 in zaak nr. 2016/33, voor zover daarbij het beroep van de Stichting Particulier Fonds Triton niet‑ontvankelijk is verklaard en de rechtsgevolgen van de door het Gerecht vernietigde beschikking van 22 maart 2016, nr. 4469, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur in stand zijn gelaten;
verklaarthet door de Stichting Particulier Fonds Triton tegen de onder II genoemde beschikking ingestelde beroep
gegrond;
bepaaltdat de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuwe beschikking neemt;
veroordeeltde minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur tot vergoeding aan de Stichting Particulier Fonds Triton [en appellant 2] van de bij deze in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van NAf 1.400,00 (zegge: duizend vierhonderd gulden), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VI.
gelastdat de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur aan de Stichting Particulier Fonds Triton [en appellant 2] het door hen voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van NAf 350,00 (zegge: driehonderd vijftig gulden) vergoedt.