ECLI:NL:OGHACMB:2017:85

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
25 juli 2017
Publicatiedatum
5 september 2017
Zaaknummer
EJ 154/16 - ghis 80988 - H 337/16
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake goed werkgeverschap en procesorde in arbeidsrelatie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Maho Hotel Operations B.V. en andere vennootschappen (hierna: Maho c.s.) tegen de beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, die op 28 september 2016 is uitgesproken. Maho c.s. hebben in hoger beroep één grief ingediend, gericht tegen de vaststelling dat de gang van zaken rondom de voorlichting en verstrekking van gegevens aan werknemers over de gevolgen van de overname door Resort of the World onvoldoende zorgvuldig is geweest, wat strijd met goed werkgeverschap zou opleveren. De procedure is gestart met een beroepschrift op 8 november 2016, en de mondelinge behandeling vond plaats op 9 juni 2017.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Resort of the World exploiteert resorts en heeft tot augustus 2016 ook een casino geëxploiteerd. In 2016 heeft Resort of the World een herstructurering aangekondigd, waarbij werknemers van het casino zouden worden overgeplaatst naar andere vennootschappen. Dit leidde tot onvrede onder de werknemers, die lid waren van een vakbond. De vakbond heeft contact opgenomen met Resort of the World over de overgangscontracten die aan werknemers werden voorgelegd. Maho c.s. hebben in hun verzoeken in eerste aanleg gesteld dat de gang van zaken in strijd met goed werkgeverschap was en hebben om schadevergoeding gevraagd.

Het Hof heeft geoordeeld dat Maho c.s. geen rechtens te respecteren belang hebben bij de gevraagde verklaring voor recht, omdat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij schade hebben geleden door de onvolkomen informatieverstrekking. Het Hof heeft de bestreden beschikking gedeeltelijk vernietigd en het verzoek om een verklaring voor recht afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de rechters G.C.C. Lewin, T.A.M. Tijhuis en T.E. van der Spoel op 25 juli 2017 in Curaçao.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2017 Beschikking no.:
Registratienummer: EJ 154/16 - ghis 80988 - H 337/16
Uitspraak: 25 juli 2017 (in Curaçao)
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
1. de naamloze vennootschap
RESORT OF THE WORLD N.V.,
2. de naamloze vennootschap
CM & M SERVICES N.V.,
3. de besloten vennootschap
MAHO HOTEL OPERATIONS B.V.,
alle gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk verweersters,
thans appellanten,
gemachtigde: mr. C.J. Koster,
tegen:
[TWINTIG GEÏNTIMEERDEN],
allen wonende in Sint Maarten,
oorspronkelijk verzoekers,
thans geïntimeerden,
gemachtigde: mr. Z. Bary,
met als in eerste aanleg verschenen belanghebbenden (verweerders):
1. de stichting
WINDWARD ISLANDS CIVIL SERVANTS UNION AND
PRIVATE SECTOR UNION (W.I.C.S.U. & P.S.U.),
gevestigd in Sint Maarten,
gemachtigde: mr. C.Merx,
2. de openbare rechtspersoon
HET LAND SINT MAARTEN,
zetelend in Sint Maarten,
gemachtigde: mr. A.A. Kraaijeveld.
Appellanten, geïntimeerden en de in eerste aanleg verschenen belanghebbenden (verweerders) worden hierna Maho c.s., [geïntimeerden], de vakbond en het Land genoemd. Appellanten worden afzonderlijk
Resort of the World, CM&M en Maho genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij beroepschrift van 8 november 2016, met producties, zijn Maho c.s. in hoger beroep gekomen van de tussen [geïntimeerden] als verzoekers en Maho c.s., de vakbond en het Land als verweerders gewezen en op 28 september 2016 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (verder: GEA). Hierbij hebben Maho c.s. één grief tegen de beschikking aangevoerd en toegelicht. Hun conclusie strekt ertoe dat het Hof de beschikking gedeeltelijk zal vernietigen en één van de verzoeken tot het uitspreken van een verklaring voor recht alsnog zal afwijzen, met veroordeling van [geïntimeerden] in de proceskosten in hoger beroep, met rente.
1.2
Het hoger beroep is mondeling behandeld op 9 juni 2017 in Sint Maarten.
Mrs. Koster en Bary hebben gepleit overeenkomstig pleitaantekeningen, waarvan zij exemplaren hebben overgelegd. Mr. Kraaijeveld is ook verschenen, maar heeft niet gepleit, nadat het Hof erop had gewezen dat er in hoger beroep geen verzoeken aan de orde zijn die het Land aangaan. Na verder debat is beschikking aangezegd tegen heden, uit te spreken in Curaçao.

2.De beoordeling

2.1
Het volgende staat vast.
2.1.1
Resort of the World exploiteert twee resorts in Sint Maarten.
Tot 15 augustus 2016 exploiteerde Resort of the World ook een casino in
Sint Maarten, Casino Royale. CM&M en Maho zijn
100%-dochtervennootschappen van Resort of the World.
2.1.2
In het begin van 2016 waren [geïntimeerden] werknemers van
Resort of the World. Behalve geïntimeerde 19 werkten zij allen in
Casino Royale en waren zij allen lid van de vakbond.
2.1.3
Resort of the World heeft besloten haar bedrijfsvoering te herstructureren. De voorbereidingen daartoe zijn eind 2013 in gang gezet. De bedoeling was dat de werknemers die in de resorts werken, zouden worden ondergebracht in Maho en de werknemers die in het casino werken, in CM&M.
2.1.4
Op 4 februari 2016 heeft Resort of the World een presentatie aan de vakbond gegeven over de voorgenomen herstructurering. Op 17 februari 2016 heeft Resort of the World een presentatie gegeven aan de afdelingshoofden (department heads) van haar personeel. Dezen hebben de medewerkers van hun afdelingen ingelicht.
2.1.5
Vanaf medio maart 2016 heeft Resort of the World geschriften getiteld "termination & new employment agreement" (hierna: overgangscontracten) aan werknemers voorgelegd ter ondertekening. Die geschriften houden in dat de werknemer uit dienst van Resort of the World treedt en in dienst van CM&M.
2.1.6
Op 22 maart 2016 heeft de vakbond telefonisch contact opgenomen met Resort of the World in verband met de aan hun leden ter ondertekening voorgelegde overgangscontracten. Bij e-mailbericht van 30 maart 2016 heeft de voorzitter van de vakbond verzocht om een "stand still" in die zin dat voorlopig geen overgangscontracten ter ondertekening zouden worden voorgelegd aan werknemers.
2.1.7
Op 31 maart 2016 heeft de Landsbemiddelaar contact opgenomen met Resort of the World. Die middag heeft Resort of the World een presentatie over de voorgenomen herstructurering gegeven aan de Landsbemiddelaar.
2.1.8
Op 11 april 2016 heeft een bijeenkomst plaatsgehad op uitnodiging van de Landsbemiddelaar. Hierbij waren geïntimeerden 11 en 12 aanwezig.
2.1.9
Op 27 mei 2016 heeft Resort of the World informatiebijeenkomsten georganiseerd voor de werknemers die in het casino werken. Op twee geïntimeerden na waren [geïntimeerden] daarbij allen aanwezig.
2.1.10
Op 1 juni 2016 is een geschrift (hierna: de transfer agreement) namens Maho c.s. en de vakbond ondertekend, inhoudende, kort gezegd, dat in verband met de herstructuering de arbeidsovereenkomsten tussen Resort of the World en haar werknemers zullen worden beëindigd en de werknemers tegelijkertijd in dienst zullen treden bij CM&M en Maho. De transfer agreement vermeldt ook dat Resort of the World de nodige stappen kan zetten om de arbeidsovereenkomsten te beëindigen met werknemers die voor onbepaalde tijd bij haar in dienst zijn en niet in dienst willen treden van CM&M en Maho, aangezien er voor hen geen banen beschikbaar zullen zijn bij
Resort of the World.
2.1.11
Een memo van 9 juni 2016 van [betrokkene 1], assistant general manager, (hierna: [betrokkene 1]) aan "All Casino Royale Employees", vermeldt onder meer het volgende:
"We will be transitioning all employees on Monday June 13, 2016. A copy of the contract that needs to be signed by the employees will be available for all employees to take home and review. Now, we understand that this just leaves ons business day for you to have the contract reviewed. If you need more time, we extend until Wednesday June 15th. You must let me know as soon as possible if you need additional time to review the contract. All contracts must be signed by Wednesday June 15th, NO EXCEPTIONS."
2.1.12
Een memo van 13 juni 2016 van [betrokkene 1] aan "All Casino Royale Employees", vermeldt onder meer het volgende:
"We have received communication from WICSU that some associates have additional questions and concerns that they would like answered by independent legal counsel. Even though the government, WICSU and corporate attorneys have all reviewed and approved this transition, as a gesture of good faith, we will push the transition date back to Wednesdag June 22, 2016. We hope that this will be sufficient time for those to complete due diligence and our transition can proceed."
2.1.13
Op 16 juni 2016 heeft Mr. Bary namens 24 werknemers een e-mailbericht naar Resort of the World verzonden. Bij e-mailbericht van
17 juni 2016 heeft een advocaat namens Resort of the World hierop geantwoord.
2.1.14
Op 22 juni 2016 heeft een bespreking plaatsgehad. Op 23 juni 2016 heeft mr. Koster namens Resort of the World een e-mailbericht naar
mr. Bary verzonden. Bij memo van 24 juni 2016 is aan de werknemers bericht dat [betrokkene 2], president & CEO van The Maho Group, (hierna: [betrokkene 2]) op 28 juni 2016 van 11.00u tot 16.00u beschikbaar zou zijn voor besprekingen met werknemers.
2.1.15
Op 27 juni 2016 is het verzoekschrift ingediend dat dit geding inleidt.
2.1.16
Eveneens op 27 juni 2016 heeft mr. Bary een verzoekschrift in kort geding ingediend. Dat heeft geleid tot een vonnis van het GEA van
14 juli 2016. Tegen dat vonnis is hoger beroep ingesteld.
2.1.17
Bij memo van 15 juli 2016 heeft [betrokkene 2] zich tot "All Casino Royale Employees" gericht. Bij memo van 26 juli 2016 heeft [betrokkene 1] dat gedaan.
2.1.18
Op enig moment hebben geïntimeerden 7, 10 tot en met 16, 18 en 20 een overgangscontract ondertekend. Geïntimeerden 1 tot en met 6, 8, 9 en 17 hebben dat niet gedaan. Of geïntimeerde 19 het gedaan heeft, is het Hof niet duidelijk. Wel heeft het Hof de stellingen gelezen dat geïntimeerde 19 bij een van de resorts van Resort of the World werkte, geen lid is van de vakbond en inmiddels is ontslagen.
2.1.19
Op 15 augustus 2016 is aan de werknemers van Resort of the World die bij het casino werken en geen overgangscontract hebben ondertekend, de toegang tot het casino ontzegd. Zij zijn vrijgesteld van werk met behoud van loon. Bij brieven van 17 augustus 2016 heeft [betrokkene 2] hen verzocht binnen
48 uur op te geven of zij bereid waren een gesprek aan te gaan.
2.1.20
Op 2 september 2016 is in dit geding een akte ingediend, waarbij [geïntimeerden] hun verzoeken hebben vermeerderd.
2.1.21
Op 7 september 2016 en 13 september 2016 is dit geding mondeling behandeld in eerste aanleg. Hierbij is getracht partijen bij elkaar te brengen.
2.1.22
De bestreden beschikking is gegeven op 28 september 2016.
2.1.23
Bij brieven van 13 oktober 2016 aan de werknemers van het casino die geen overgangscontract hadden ondertekend, heeft [betrokkene 2] hen verzocht contact op te nemen indien zij alsnog een arbeidsovereenkomst met CM&M wensen aan te gaan of indien zij concrete vragen hebben.
2.2
In dit geding hebben [geïntimeerden] bij inleidend verzoekschrift verzoeken gedaan. Bij latere akte hebben zij hun verzoeken in eerste aanleg vermeerderd.
Een van de vermeerderingen (onder 2) luidt:
"Ten aanzien van Gedaagde sub 1:
Te verklaren voor recht dat de gang van zaken (waarbij ook geldt de gebrekkige verstrekking van de feiten en de gegeven voorlichting) ten aanzien van
gedaagden sub 1 strijd met goed werkgeverschap oplevert en voorts gedaagde sub 1
te veroordelen tot betaling van schadevergoeding waarbij de omvang nader bij staat zal worden opgemaakt."
2.3
Naar aanleiding van die vermeerdering heeft het GEA voor recht verklaard:
"dat de gang van zaken betreffende de voorlichting en verstrekking van gegevens aan verzoekers over de gevolgen van de overname voor de rechtspositie van de werknemers onvoldoende zorgvuldig is geweest, zodanig dat dit strijd met goed werkgeverschap aan de zijde van ROW oplevert".
Deze beslissing heeft het GEA gemotiveerd in rechtsoverwegingen 4.12 tot en met 4.17 van de bestreden beschikking. Tegen deze beslissing en de motivering daarvan is de grief gericht.
2.4
Bij de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft het Hof onder meer de vraag gesteld welk belang [geïntimeerden] hebben bij (instandlating van) de gevraagde verklaring voor recht. Dienaangaande overweegt het Hof als volgt.
2.5
Het hiervoor in rov. 2.2 genoemde verzoek om een veroordeling tot betaling van schadevergoeding heeft het GEA afgewezen op de grond dat [geïntimeerden] op geen enkele wijze aannemelijk en inzichtelijk hebben gemaakt dat zij daadwerkelijk enige concrete schade hebben geleden als gevolg van de onvolkomen informatieverstrekking (rov. 4.18 van de bestreden beschikking).
Tegen deze afwijzing hebben [geïntimeerden] geen (incidenteel) appel ingesteld. Die afwijzing is onherroepelijk geworden. [geïntimeerden] hebben bij de verklaring voor recht daarom in elk geval niet het – gebruikelijke – belang dat zij die kunnen gebruiken om schadevergoeding te vorderen.
2.6
Een ander denkbaar belang bij de verklaring voor recht is dat deze invloed kan hebben op de uitkomst in de procedure of procedures over kennelijk onredelijke ontslagen, die kennelijk inmiddels aanhangig is of zijn gemaakt (misschien is er inmiddels uitspraak in gedaan). Dat is echter niet een rechtens te respecteren belang van [geïntimeerden] Hun stelling dat de gang van zaken onzorgvuldig en/of in strijd met de eisen van goed werkgeverschap is geweest, kunnen zij voorleggen aan de rechter ten overstaan van wie die procedures gevoerd worden of werden (het GEA), en eventueel in die procedures ook in hoger beroep aan het Hof. Het zou in strijd met de eisen van een goede procesorde zijn als die stelling in deze procedure geïsoleerd zou worden beoordeeld, los van de vraag of sprake is van kennelijk onredelijke ontslagen, en dat dit oordeel dan de rechter zou binden aan wie de vraag over de kennelijke onredelijkheid van de ontslagen is voorgelegd. Laatstgenoemde rechter dient zijn handen vrij te hebben om alle omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang te kunnen beoordelen. Een geïsoleerde beoordeling van dit ene aspect zou leiden tot een ongewenste fragmentatie van het geschil.
2.7 [
geïntimeerden] hebben het Hof verzocht te oordelen dat Resort of the World misbruik heeft gemaakt van de bevoegdheid ontslagvergunningen aan te vragen voor de werknemers die geen overgangscontract ondertekend hebben. Indien Resort of the World misbruik heeft gemaakt van die bevoegdheid, betekent dat niet dat [geïntimeerden] in verband daarmee een rechtens te respecteren belang hebben bij (instandhouding van) de verklaring voor recht. De vraag of sprake is van een dergelijk misbruik van bevoegdheid, is verder niet van belang voor enige thans door het Hof te nemen beslissing en kan desgewenst worden voorgelegd aan de rechter die oordeelt over de vraag of de ontslagen kennelijk onredelijk zijn. Het Hof beantwoordt die vraag thans dus niet.
2.8
Andere belangen bij (instandhouding van) de verklaring voor recht zijn niet gesteld of gebleken.
2.9
Het voorgaande brengt mee dat Maho c.s. belang hebben bij vernietiging van de bestreden beschikking, zodat zij van de door het GEA uitgesproken verklaring voor recht geen last zullen hebben in de procedures over de vraag of de ontslagen kennelijk onredelijk zijn. Zij hebben er echter geen rechtens te respecteren belang bij dat het Hof thans zou uitspreken dat (aangenomen moet worden dat) de gang van zaken
nietonzorgvuldig en
nietin strijd met de eisen van goed werkgeverschap is geweest. Dat zou ook in strijd met de eisen van een goede procesorde zijn. Het Hof zal dus in het midden laten of dat zo is.
2.1
De bestreden beschikking dient gedeeltelijk te worden vernietigd. Gelet op hetgeen hiervoor in rov. 2.9 is overwogen, ziet het Hof aanleiding om de proceskosten te compenseren.

B E S L I S S I N G

Het Hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep, voor zover daarbij voor recht is verklaard dat de gang van zaken betreffende de voorlichting en verstrekking van gegevens aan verzoekers over de gevolgen van de overname voor de rechtspositie van de werknemers onvoldoende zorgvuldig is geweest, zodanig dat dit strijd met goed werkgeverschap aan de zijde van Resort of the World oplevert;
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
wijst het verzoek af voor recht te verklaren dat de gang van zaken (waarbij ook geldt de gebrekkige verstrekking van de feiten en de gegeven voorlichting) ten aanzien van Resort of the World strijd met goed werkgeverschap oplevert;
compenseert de proceskosten in beide instanties aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, T.A.M. Tijhuis en T.E. van der Spoel, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 25 juli 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.