ECLI:NL:OGHACMB:2017:80
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.J. van der Poel
- J.Th. Drop
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in hoger beroep na intrekking door bestuursorgaan
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap NETstar N.V. (hierna: de vennootschap) een verzoek ingediend om proceskostenveroordeling op grond van artikel 50, tiende lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) na intrekking van het hoger beroep door de minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie. De minister had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, maar trok dit beroep in. De vennootschap verzocht het Hof om de minister te veroordelen in de proceskosten die zij had gemaakt.
De zitting vond plaats op 27 maart 2017, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten. Het Hof overwoog dat op basis van artikel 50, tiende lid, van de Lar, in samenhang met artikel 77, eerste lid, het betrokken overheidslichaam op verzoek van de partij kan worden veroordeeld in de kosten, maar alleen als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de betreffende partij is tegemoetgekomen. Het Hof concludeerde dat de vennootschap geen recht had op vergoeding van de kosten, omdat de bepaling geen grondslag biedt voor toewijzing van het verzoek.
Daarnaast werd het betoog van de vennootschap dat artikel 50, tiende lid, van de Lar in strijd is met artikel 6, eerste lid, van het EVRM, verworpen. Het Hof verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin werd gesteld dat de burgerlijke rechter onder bepaalde omstandigheden aanvullende rechtsbescherming kan bieden met betrekking tot proceskostenvergoeding. Het verzoek van de vennootschap werd uiteindelijk afgewezen, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 8 mei 2017.