Het schoolgebouw wordt ook wel Kas di Van der Dijs of de muziekschool genoemd.
Op 28 mei 2008 is tussen het toenmalige eilandgebied Bonaire en Terramar een development agreement gesloten (productie V1), waarin onder meer staat dat de muziekschool als een monument wordt beschouwd en dat het beheer en het onderhoud ervan aan Terramar zullen worden overgedragen onder voorwaarden, waaronder de voorwaarden dat Terramar het zal restaureren en dat het grootste gedeelte ervan een publieke bestemming dient te hebben.
Op 15 juni 2009 (productie 2, onderproducties 2 en 3 bij memorie van grieven), is het perceel 2213, waarop de muziekschool staat, gesplitst in perceel 2867 (het oppervlak van de muziekschool in het midden van perceel 2213) en perceel 2868 (de grond rondom de muziekschool). Beide percelen stonden op naam van het eilandgebied.
Een e-mailbericht van 8 april 2011 van [getuige 5] (productie T2) en een geschrift van dezelfde datum getiteld bieding (productie 5 bij brief van 5 augustus 2013 van mr. De Bres) vermelden dat een bod wordt gedaan op respectievelijk gronden en een onroerende zaak, met vermelding van onder meer perceel 2213.
Een e-mailbericht van 15 juni 2011 (productie Z1) van [getuige 2] aan [getuige 5], met cc aan onder meer [appellant], vermeldt dat de muziekschool niet in de overeenkomst is opgenomen en dat in grote lijnen is afgesproken dat Terramar zich niet langer inspant over het toekomstig gebruik ervan en dat kopers vrij zijn afspraken met de autoriteiten te maken over het tijdelijk gebruik en de uiteindelijke bestemming ervan.
Een e-mailbericht van 17 juni 2011 (gehecht aan het proces-verbaal van
14 november 2013) van [getuige 5] aan [appellant] vermeldt dat de percelen 2868 en 2867 van het eilandgebied zijn, dat er een development agreement is waarin deze stukken in erfpacht aan Terramar worden gegeven en dat [getuige 5] probeert die development agreement boven water te halen.
Een e-mailbericht van 20 juni 2011 om 0.07 uur (vroeg in de ochtend van 20 juni; producties Z6 en Z7) van [getuige 2] aan [getuige 3], met cc aan onder meer [getuige 5], vermeldt dat de muziekschool niet wordt overgedragen, althans dat dit de status is van een paar maanden geleden, en dat dit bij alle partijen bekend is.
Op 29 juli 2011 is er bij de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer (hierna: DROB) gesproken over het ontwikkelingsplan van Terramar en over de muziekschool. [appellant] was daarbij aanwezig (productie C).
Een e-mailbericht van 30 juli 2011 (productie Z10) van [appellant] aan [getuige 2] vermeldt onder meer dat een doel van Kas di Van der Dijs geregeld moet worden.
Op 26 augustus 2011 is tussen OLB en Terramar een realisatieovereenkomst gesloten (productie 3 bij het beslagrekest), waarin staat dat de muziekschool eigendom van OLB zal blijven, dat het een openbare functie moet krijgen, dat Terramar verplicht is het te restaureren, dat hiervoor een restauratievergunning moet worden verkregen en dat er voordat kan worden gebouwd, een archeologisch onderzoek moet worden verricht (artikelen 12 en 13).
Een e-mailbericht van 29 september 2011 (productie 5 bij het beslagrekest) aan onder meer [appellant] bevat een verslag van [getuige 5] van op 28 september 2011 gemaakte afspraken, waaronder de afspraak dat [getuige 2] zal zorgen voor het juist afhandelen van de afspraken als gemaakt in de realisatieovereenkomst.
Een e-mailbericht van 30 september 2011 (productie 6 bij het beslagrekest) aan onder meer [appellant] bevat een verslag van [getuige 5] van een op
29 september 2011 gevoerd gesprek waarbij [appellant] aanwezig was en waarin is vermeld "[E] is volop bezig met het in kaart brengen van het monument".
Een e-mailbericht van 22 november 2011 (productie 7 bij het beslagrekest) aan onder meer [appellant] bevat een verslag van [getuige 5], onder meer inhoudende dat [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] op 21 november 2011 een afspraak bij DROB hebben gehad en dat "bijna alle afspraken [zijn] nagekomen die in het kader van de realisatieovereenkomst zijn gemaakt. Bouwvergunning voor
Kas di Van der Dijs met alle bijbehorende achterliggende zaken."
Op 5 januari 2012 (Productie G) heeft OLB aan [appellant] geschreven dat niet met de bouw gestart kan worden zolang er geen archeologisch onderzoek is uitgevoerd, met verwijzing naar de realisatieovereenkomst.
In januari 2012 is er een bijeenkomst geweest in het advocatenkantoor van
Van Eps Kunneman Van Doorne. [appellant] heeft bij die bijeenkomst erover geklaagd dat er geen restauratievergunning was. Hij heeft een beroep gedaan op een brief die eruit ziet als een financieringstoezegging van MCB Bank, maar die niet echt is (het Hof laat in het midden of [appellant] dat laatste wist).